In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Schrijfopdracht
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we deze les doen?
We gaan ons voorbereiden op de schrijfopdracht.
De schrijfopdracht maak je voor een cijfer.
We gaan eerst oefenen en dan aan de slag...
Je hebt nodig: je ipad, een schrift en een pen/potlood!
Slide 2 - Tekstslide
Schrijfstijl
Je kunt een aantal dingen zeggen over de schrijfstijl van een schrijver. Dit kun je zien als je naar een tekst kijkt. De volgende dingen vallen je direct op:
Publiek - voor wie is het geschreven
Taal - is het taalgebruik makkelijk of juist moeilijk
Zinsbouw - hoe lopen de zinnen
Slide 3 - Tekstslide
Bekijk de drie teksten.
Schrijf per tekst op:
Wat voor soort tekst is het?
Voor wie is de tekst geschreven (leeftijd etc)
Waaraan zie je voor wie de tekst is geschreven?
timer
1:00
Slide 4 - Tekstslide
Wat was tekst 1 voor tekstsoort en voor wie is het geschreven?
Slide 5 - Woordweb
Wat was tekst 2 voor tekstsoort en voor wie is het geschreven?
Slide 6 - Woordweb
Wat was tekst 3 voor tekstsoort en voor wie is het geschreven?
Slide 7 - Woordweb
Opdracht 2:
Op het blaadje staat 1 tekst, in verschillende schrijfstijlen geschreven.
Noteer bij elke stijl wat je opvalt.
timer
1:00
Slide 8 - Tekstslide
Wat viel je op aan tekst 1?
Slide 9 - Woordweb
Wat viel je op aan tekst 2?
Slide 10 - Woordweb
Wat viel je op aan tekst 3?
Slide 11 - Woordweb
De drie teksten hadden allemaal een andere schrijfstijl:
kinderlijk
spannend
informatief
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht:
Schrijf 1 alinea (30/40 woorden) met als onderwerp: de spin.
Kies een schrijfstijl en zorg dat je het zo schrijft, dat wij kunnen raden welke schrijfstijl je hebt gebruikt.
timer
1:00
Slide 13 - Tekstslide
Vond je het makkelijk of moeilijk om de vorige opdracht te doen?
makkelijk
moeilijk
Slide 14 - Poll
opdracht:
Schrijf 1 alinea over 1 praktijkvak hier op school.