Licht en kleur

Licht en kleur
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Licht en kleur

Slide 1 - Tekstslide

LICHT

Slide 3 - Woordweb

Je kan uitleggen wat een kleurenspectrum is.

Je kent het verschil tussen een natuurlijke en kunstmatige lichtbron. 

Je kan uitleggen waardoor de kleur van een voorwerp wordt bepaald.
Je weet wat er nodig is om een voorwerp te kunnen zien 
Je kanhet verschil tussen de echte of ingebeelde kleur verklaren

Je kent het verschil tussen lichtabsorptie en licht weerkaatsing

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

HET KLEURENSPECTRUM
Kan jij dit verklaren?
Wat gebeurt er met het licht?
Wat toont deze proef aan?

Slide 8 - Tekstslide

Maak een regenboog
Wat zie je?
Maak in je schrift een tekening van wat je hebt gezien
Thuis
opdracht
Wat heb je nodig?
  • zonlicht
  • lang, hoog glas
  • wit vel papier
  • water

Wat ga je doen?
  • Vul het glas met water.
  • Zet het glas water neer, zorg dat er veel zonlicht op valt.
  • Wacht tot het water niet meer beweegt.
  • Beweeg het papier rondom het glas water en probeer een regenboog op het papier te laten
    verschijnen. 

Slide 9 - Tekstslide

De spectrometer
Elke lichtbron heeft een ander spectrum. 
Deze kan je bekijken met een spectroscoop.

Bekijk verschillende lichtbronnen:
gloeilamp, TL, kaarsm daglicht, 
brander met blauwe of gele vlam, 
natriumlamp, blacklight
Info
Wat ga je doen?
Bekijk verschillende lichtbronnen en vergelijk het spectrum.
Beschrijf met woorden of via een tekening het spectrum van enkele lichtbronnen waarvan het spectrum erg van elkaar verschilt.

Beantwoord enkele vragen:
Welke lichtbronnen hebben een vrijwel continu spectrum?
Welke lichtbronnen geven een duidelijk emissiespectrum?

Slide 10 - Tekstslide

Maak je eigen spectrometer
Wat heb je nodig?
• Een lege keukenrol
• Een lege opneembare cd
• Een stuk zwart, hard karton (1 mm dik, 5 cm x 5 cm groot)
• Een rol duct-tape en normaal plakband.
• Een potlood, een stevige schaar en een scherp mesje

Stap 1: de spleet
  1. Neem het stuk karton, zet de keukenrol erbovenop en teken met het potlood de omtrek
     van de keukenrol op het karton. Knip daarna dit cirkeltje uit. 
  2. Knip het cirkeltje zo precies mogelijk doormidden.
  3. Plak een van de helften met een beetje plakband vast op het uiteinde van de keukenrol.
     
  4. Plak de tweede helft er naast. Laat een klein spleetje tussen de twee helften over.
    Het
     spleetje moet overal ongeveer een halve millimeter breed zijn. 
  5. Gebruik de duct-tape om de cirkelhelften rondom goed op de keukenrol te plakken.
    Zorg dat er nergens licht binnen kan komen, behalve door de spleet zelf.
plaatjes

Slide 11 - Tekstslide

zie ook
Deze link
Stap 3: de spectrometer in elkaar zetten

  1. Trek over de lengte van de keukenrol twee potloodstrepen om aan te geven in welke richting de spleet loopt.
  2. Zet de keukenrol met de spleet naar beneden op je werkblad.
  3. Leg het stukje cd met de kant waar het label zat naar beneden.
    Op die manier kan deze kant niet meer vies worden.
  4. Verschuif en draai het stukje totdat het ligt zoals op de foto hieronder.
    De manier waarop het stukje gedraaid ligt ten opzichte van de spleet is belangrijk!
    Als je cd maar gedeeltelijk doorzichtig is, zorg er dan voor dat dit deel zo goed in het midden komt te zitten.
  5. Plak het stukje vast met twee stukjes tape.
  6. Knip de uitstekende stukjes cd zo netjes mogelijk af zonder het stukje te verschuiven.
  7. Plak de cd rondom met duct-tape stevig en lichtdicht vast.
    Zorg dat het doorzichtige ge-deelte van de cd vrij blijft.
plaatjes

Slide 12 - Tekstslide

Stap 2: de tralie 
Vraag bij deze stap eventueel hulp aan je docent.

  1. Neem de lege cd en knip hem in vier kwarten.
  2. Leg de stukjes met de label naar boven op je werkblad.
  3. Snij met een mesje de buiten- en binnenrand van de cd eraf zodat enkel het gelabelde deel
     van de cd overblijft. 
  4. Plak netjes een paar stroken duct-tape op de label. Zorg dat het tape overal goed plakt.
    Er
     mogen geen luchtbelletjes onder zitten. Wrijf goed over de tape heen om te zorgen dat het echt plakt. 
  5. Trek de tape er weer vanaf. De label zit nu aan de tape vast en de cd is als het goed is gedeeltelijk of compleet doorzichtig. Probeer met je vingers niet aan de kant van de cd te zitten waar het label zat. Je kunt deze kant namelijk niet goed schoonmaken!
plaatjes

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

HET KLEURENSPECTRUM

Slide 15 - Tekstslide

Met een spectroscoop kan je achterhalen uit welk materiaal een ster bestaat.

Slide 16 - Tekstslide

DE REGENBOOG

Slide 17 - Tekstslide

De regenboog
Welke kleuren zie je?
Wat is de volgorde van de kleuren?
Kan jij uitleggen hoe een regenboog ontstaat?

Maak een aantekening in je schrift

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

De waterdruppel heeft hetzelfde effect als een prisma.

Hij zorgt ervoor dat het "witte" zonlicht wordt gesplitst in allerlei kleuren.


wat bewijst dit eigenlijk?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Kleuren mengen
Bekijk de kleuren en hoe ze 
met elkaar mengen.

Maak een tekening in je schrift.
Benoem de verschillende kleuren.

De kleuren mengen anders dan met verf.
Welke verklaring geefy je docent daarvoor?


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Waarnemen
Of je iets kan zien hangt af van verschillende factoren.
Waarnemen is overigens iets anders dan observeren. Het een doe je vaak onbewust, terwijl observeren gericht is waarbij je jouw waarnemingen continu interpreteert.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Welke kleuren worden geabsorbeerd door een rood oppervlak?
A
Rood
B
Blauw
C
Geel
D
Groen

Slide 29 - Quizvraag

Waarom zie je bij maanlicht
geen kleur
A
Staafjes zien geen kleur
B
Kegeltjes zien geen kleur
C
Er is geen kleur aanwezig

Slide 30 - Quizvraag

Voor welke kleuren zijn de kegeltjes
in het oog NIET gevoelig
A
rood
B
geel
C
blauw
D
geen

Slide 31 - Quizvraag

De meeste kleurenblinden kunnen geen rood en groen onderscheiden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Onder een gekleurde lamp kunnen gekleurde voorwerpen zwart lijken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Met drie kleuren kun je alle kleuren van de regenboog maken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Een kleuren televisie werkt met rode, gele en blauwe pixels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide