Les 6, Lezen 2 (les 5 PLOT) 1A

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 1

Les 6, Lezen 2

Woensdag 3 februari 2021 - R_1A

Zet je camera aan!

Wat gaan we vandaag doen?

- Lesstart

- Terugblik vorige les

- Uitleg

- Zelfstandig werken

- Afsluiting les

Lesdoelen

- Jullie kunnen vertellen welke dingen je doet bij grondig lezen.

- Jullie kunnen vertellen wat de verschillen zijn tussen lezen van papier, online of in pdf.

Welke dingen doe je als je grondig leest?

Grondig lezen

Bij grondig lezen wil je echt snappen wat er staat en je wilt het onthouden. Je gebruikt grondig lezen bijvoorbeeld bij het leren voor een toets.

Bij grondig lezen doe je de volgende dingen:

- Je bekijkt het tekstgeraamte.

- Je voorspelt waar elk stukje tekst over gaat.

- Je gaat de tekst stukje voor stukje lezen.

- Je stelt vragen bij elke stukje tekst.

- Je raadt betekenissen van moeilijke woorden.

- Je kan in je eigen woorden vertellen of opschrijven wat er in de tekst staat.

Wat is het verschil tussen lezen op papier, pdf en online?

Verschillen papier, pdf en online

1. Bij online teksten kun je extra informatie lezen via links; bij papieren teksten niet.

2. Bij online teksten moet je scrollen bij langere teksten; bij papieren teksten niet.

3. Online teksten bevatten soms filmpjes en animaties; papieren teksten niet.

4. Bij online teksten kun je de tekst groter maken; bij papieren teksten niet.

5. Bij online teksten kun je woorden of zinnen zoeken, bij papieren teksten niet.

6. Bij papieren teksten staat bijna altijd de auteur; bij online teksten minder vaak.

7. Bij papieren teksten kun je stukken tekst markeren of onderstrepen; bij online teksten niet.

8. Bij papieren teksten kun je pijlen trekken of tekst erbij zetten; bij online teksten niet.

Welke websites/blogs/apps bezoek jij vaak in je vrije tijd?

Wanneer lees jij online?

Zie je dat je veel meer (online) leest dan je denkt! ;-)

Maak opdracht 2 van les 5

Ga naar PLOT26 en maak van les 5 opdracht 2.

Kies bij opdracht 2 uit een van de volgende cijfers/opdrachten: 1, 2, 6 of 7. Maak deze opdracht in een Wordbestand. Zet het cijfertje van jouw opdracht bovenaan het document.

Ben je klaar? Maak dan opdracht 3 je in PLOT26. Vergeet bij de quiz niet op een papiertje of in de opdracht te schrijven wat je score is voor je de quiz afsluit!

Huiswerk maandag 8 februari:

Maak opdracht 2 van les 5 af.

Stuur het document van opdracht 2 naar mij toe via Magister of Outlook! Als je het via PLOT maakt, zorg dat de schrijftool is opgeslagen!

Hoe vonden we deze les?

😒🙁😐🙂😃