Sinterklaas
1 / 33
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Sinterklaas
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Video
Wie helpt Sinterklaas?
A
Piet
B
Riet
C
Hans
Slide 4 - Quizvraag
Hoe komt Sinterklaas naar Nederland?
A
met de auto
B
met de boot
Slide 5 - Quizvraag
Welke zin is waar?
A
Sinterklaas geeft cadeautjes
B
Sinterklaas krijgt cadeautjes
Slide 6 - Quizvraag
Wat doen kinderen in de schoen voor sinterklaas?
A
appel en peer
B
wortel en tekening
Slide 7 - Quizvraag
Geeft sinterklaas ook cadeautjes aan volwassenen?
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Link
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Link
Wat heeft Sinterklaas in zijn hand?
A
een mobieltje
B
een staf
C
een pepernoot
D
een paraplu
Slide 22 - Quizvraag
Wat brengt Sinterklaas op 5 december?
A
een cadeautje
B
een geschenk
C
een presentje
D
een kadootje
Slide 23 - Quizvraag
Wat is de officiële naam
van Sinterklaas?
van Sinterklaas?
A
Sint Nico
B
Sint Maarten
C
Sint Nicolaas
D
Sinterklaas
Slide 24 - Quizvraag
Op welke datum is
Sinterklaas jarig?
Sinterklaas jarig?
A
1 December
B
5 December
C
6 december
D
5 november
Slide 25 - Quizvraag
Uit welk land komt Sinterklaas?
Slide 26 - Open vraag
Wat zetten kinderen bij de schoorsteen?
A
een schoen
B
een zak cadeautjes
C
iets lekkers voor het paard
D
een laars
Slide 27 - Quizvraag
Waarin zitten alle cadeautjes
A
de doos
B
de zak
C
de muts
D
het paard
Slide 28 - Quizvraag
Wat is dit?
A
kruidnoten
B
strooigoed
C
taaitaai
D
pepernoten
Slide 29 - Quizvraag
Wat is dit?
Slide 30 - Open vraag
Deze les was
😒🙁😐🙂😃
