BROERGEHEIM 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 2

BROERGEHEIM 1

Op tafel:

Broergeheim

schrift en pen

Vandaag:

• samen lezen
• praten over het boek
• opdrachten maken
• huiswerk

Lesdoel

• Ik kan mij mondeling en schriftelijk begrijpelijk uitdrukken. 

www.sbs.com.au

28 september

• Waarom zou Stephan boos zijn op Joeri?
• Waarom zou Stephan niks met meer Joeri te maken willen hebben na het lezen van zijn brieven?
• Waarom sluit Joeri af met 'Ik heb altijd aan je gedacht'?
• Wat gaan we verwachten van het boek?

18 juli

• Wie heeft ook wel eens iets willen zeggen, maar het niet gedaan omdat het moment niet goed voelde?
• Joeri zegt niet dat hij Stephan mist, hij is bang dat hij dan een trap krijgt. Wanneer hebben jullie gezegd dat je iemand mist?
• Welk gevoel past er bij als je iemand steeds probeert te bereiken, maar die persoon reageert niet?

21 juli

• Joeri heeft al drie dagen niets van Stephan gehoord. Is Joeri in deze brief nog hoopvol? Of vinden jullie hem eerder wanhopig?
• Welke aanwijzing in de tekst lees je hiervoor?
• Moesten jullie wel eens ergens logeren waar je helemaal niet wilde zijn? Hoe voelde dat voor jou?

24 juli

• Waarom schrijft Joeri in hoofdletters denk je?
• Joeri probeert op allerlei manieren contact met Stephan te zoeken. Welke manieren? 
• Zou je ook contact zoeken met iemand die kwijt is? Op welke manieren zou jij dat doen?
• Zou het tegenwoordig ook nog lukken om iemand zo te 'ghosten'?

27 juli

• Hebben emoties invloed op wat je zegt en doet?
• Joeri doet alsof hij ziek is om zijn oma te slim af te zijn. Wat vinden jullie hiervan?
• Gaat het hem lukken? 

29 juli

• 'Er gebeurde iets vreemds', schreef Joeri. Wat gebeurde er en wat heeft dit voor gevolgen voor de zoektocht van Joeri?

Huiswerk

Jullie gaan deze les starten met het maken van een 'persona' van Joeri. Hiermee beschrijf je de persoon Joeri. 

Je gaat eerst online op zoek naar een foto van Joeri (hoe jij denkt dat hij eruit zal zien), of - als je een beejte goed kan tekenen- je maakt een tekening van Joeri.

Huiswerk

Je beschrijft welke emoties, vaardigheden en karaktereigenschappen jullie bij hem vinden passen. 

(Schrijf ook op hoe Joeri naar zijn broer kijkt, hoe is hun band? Hiervoor kan je stukjes uit het boek gebruiken als voorbeelden. 

Opdracht 1

Jullie maken een persona aan het begin van het boek, maar ook weer als het boek uit is. 

Dan kan je goed zien welke veranderingen Joeri doormaakt tijdens het boek. 

Let op: Er is geen goed of fout.   Dit is jullie eigen invulling van Joeri. 

Gebruik als hulptool voor de gesprekken bladzijde vier van de docentenhandleiding. 

Opdracht 1

Vind je dit nou niet zo moeilijk om te doen, dan mag je een persona maken van:

Stefan, papa of mama.

(van deze personen weet je iets minder dan van Joeri)

Gebruik als hulptool voor de gesprekken bladzijde vier van de docentenhandleiding. 

Huiswerk

Jullie gaan op 1 A-4tje, voorspellen wat er met Stefan is gebeurd. 

Gebruik hiervoor de 'wie, wat, wanneer, waarom en hoe' vragen.

BV: Waar is Stefan nu?  Wat is er met Stefan gebeurd? Hoelang duurt het voordat Joeri zijn broer weer ziet? Gaat hij hem nog terugzien? 

Enz. 

Gebruik als hulptool voor de gesprekken bladzijde vier van de docentenhandleiding. 

Huiswerk

Je leest thuis, vóór volgende week vrijdag, bladzijdes 14 tot en met 41. Doe dit echt, er volgen weer opdrachten over wat je gelezen hebt. 

Gebruik als hulptool voor de gesprekken bladzijde vier van de docentenhandleiding.