6. Het gehoorzintuig

6.6 De oren
  • Terugblik vorige lessen
  • Korte uitleg B6. 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

6.6 De oren
  • Terugblik vorige lessen
  • Korte uitleg B6. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de drempelwaarde van een zintuig?
A
De sterkste prikkel die een impuls veroorzaakt
B
De zwakste prikkel die een impuls veroorzaakt
C
Dat is de adequate prikkel
D
Dat is verschillend

Slide 2 - Quizvraag

wat is een adequate prikkel?
A
de juiste prikkelhoogte
B
de soort prikkel waarvoor een zintuig gevoelig is

Slide 3 - Quizvraag

welke zintuigen in de huid liggen hoger, de tastzintuigen of de drukzintuigen?
A
tastzintuigen
B
drukzintuigen

Slide 4 - Quizvraag


A
B
Hier zie je 2 geluidsgolven, A en B...

Welke klinkt harder?
A
A
B
B
C
Ze zijn even hard/zacht

Slide 5 - Quizvraag


A
B
Hier zie je 2 geluidsgolven, A en B...

Welke klinkt hoger?
A
A
B
B
C
Ze zijn even hoog/laag

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

https://www.oorcheck.nl/test-jezelf/hoe-hoog-kom-jij/ 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Welk onderdeel vangt de geluidstrillingen op?
A
Slakkenhuis
B
Trommelvlies
C
Oorschelp
D
Gehoorbeentjes

Slide 12 - Quizvraag

Wat doen de zintuigcellen in het slakkenhuis als er geluidstrillingen in komen?
A
Ze brengen de gehoorbeentjes in trilling.
B
Ze horen geluid.
C
Ze geven een impuls aan de hersenen.
D
Ze houden de druk in het middenoor en het uitwendige oor gelijk

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste weg die de geluidstrillingen in je oor volgen ?
A
trommelvlies-gehoorbeentjes-slakkenhuis
B
trommelvlies-slakkenhuis-gehoorbeentjes
C
gehoorbeentjes-trommelvlies-slakkenhuis
D
slakkenhuis-trommelvlies-gehoorbeentjes

Slide 14 - Quizvraag


In afbeelding 10 zijn geluidstrillingen weergegeven.
 Welke verandering ondergaat dit geluid?

A
Dit geluid verandert van een hard geluid in een zacht geluid.
B
Dit geluid verandert van een zacht geluid in een hard geluid.
C
Dit geluid verandert van een hoog geluid in een laag geluid.
D
Dit geluid verandert van een laag geluid in een hoog geluid.

Slide 15 - Quizvraag

(huis)werk
Opdracht 32 t/m 38

Slide 16 - Tekstslide