H7 Handel, blok 1

THEMA 7 - HANDEL
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

THEMA 7 - HANDEL

Slide 1 - Tekstslide

Blok 1 Centrum van de wereldhandel

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen opdracht 1 t/m 7
Je kunt uitleggen hoe de bevolking van een land verandert door geboorte, sterfte en migratie.

Je kunt beschrijven hoe de Republiek werd bestuurd.

Je kunt factoren noemen die ervoor zorgden dat de economie in de Republiek opleefde.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video


Wat vinden jullie ervan dat Nederland aan slavenhandel heeft gedaan?

Slide 5 - Tekstslide

Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Hoe zat het ook alweer...

Spaanse koning Filips II...,
Willem van Oranje...,
80 jarige oorlog...
De noordelijke Nederlanden wilden nooit meer een koning!


Slide 6 - Tekstslide

Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Het gaat alleen niet zo goed met de republiek na de oorlog...

Slide 7 - Tekstslide

De Republiek werd bestuurd door regenten.
Wat zijn dat eigenlijk?
video t/m 1:23

Slide 8 - Tekstslide

Herstelden handelsverbindingen
Sociale bevolkingsgroei
Haven van Antwerpen en Gent worden geblokkeerd. Alle schepen gaan nu naar Zeeland en Holland.
Bevolkingsaantal in Zeeland en Holland groeit omdat mensen verhuizen.

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen opdracht 9 t/m 11
Je kunt uitleggen dat migranten belangrijk zijn voor Nederland.

Je kunt uitleggen wanneer migranten gemakkelijk in de samenleving worden opgenomen.

Slide 10 - Tekstslide

(1) Eind middeleeuwen

Spaanse en Portugese joden:
werden vervolgd in eigen land

Slide 11 - Tekstslide

(2) De Opstand

Protestanten uit de zuidelijke Nederlanden en Frankrijk

Slide 12 - Tekstslide

(3) Blokkades Belgische havens

Migranten uit Gent, Antwerpen en Brugge

Vertrekoverschot
Als uit een gebied meer mensen vertrekken dan zich in dat gebied vestigen.

Slide 13 - Tekstslide

Middelburg werd 3x zo groot!

Amsterdam en Leiden 2x zo groot!

Vestigingsoverschot
Als zich in een gebied meer mensen vestigen dan er uit dat gebied vertrekken.

Slide 14 - Tekstslide

De groei van de bevolking van Amsterdam en Antwerpen in de zestiende en zeventiende eeuw.

Slide 15 - Tekstslide

Republiek

Migranten integreerden snel!

Anderen beroepen:
industrie
handelsproducten zoals wol en tabak

Slide 16 - Tekstslide

Arbeidsmigrant
Vluchteling

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen opdracht 13 t/m 19
Je kunt redenen noemen waarom de VOC werd opgericht.

Je kunt vertellen waarop de VOC een monopolie had.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Handel?
Veel kooplieden in de Republiek wilden graag handelen met Azië. Ze richtten daarom handelsondernemingen op: compagnieën. Al snel werd de concurrentie zo groot dat de kooplieden steeds minder verdienden en gingen samenwerken. In 1602 werd daarom de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht. De VOC kreeg het alleenrecht op de handel in specerijen. Dat heet een monopolie.

Slide 20 - Tekstslide

1602 VOC opgericht

Monopolie op handel in specerijen
+
oorlog voeren/forten bouwen

Slide 21 - Tekstslide

Aandelen?
Iedereen kon een stukje van de VOC bezitten, want iemand kon voor een klein of een groot bedrag aandelen kopen. Als de VOC winst maakte, kregen de mensen met aandelen een deel van de winst. Er zijn nog altijd bedrijven met aandelen zoals KPN, Ajax en PostNL.

Slide 22 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een specerij/kruiden.

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Video

Hoe ging de handel dan?
De VOC wilde de enige zijn die kon handelen in bepaalde specerijen. Daarom sloot de VOC contracten met plaatselijke heersers. Daarin werd afgesproken dat de bevolking bepaalde producten alleen aan de VOC mocht verkopen. In ruil bood de VOC militaire steun aan de heersers.

Slide 25 - Tekstslide

Op de Banda-eilanden had dit grote gevolgen voor de bevolking. Rond 1600 kwam de nootmuskaatboom bijna alleen op die eilanden voor. De VOC had met de dorpshoofden afgesproken dat zij de nootmuskaat alleen aan de VOC zouden leveren. Toen de Bandanezen hun specerijen ook aan de Engelsen en Portugezen verkochten, sloeg de VOC hard toe. In 1621 veroverde VOC-bestuurder Jan Pieterszoon Coen de Banda-eilanden. Van de 15.000 eilandbewoners overleefden er maar 600 mensen de aanval. Het uitmoorden van de bevolking heet genocide (je zegt: genosiede). Alle nootmuskaatbomen op andere eilanden werden omgehakt.
Op de Banda-eilanden had dit grote gevolgen voor de bevolking. Rond 1600 kwam de nootmuskaatboom bijna alleen op die eilanden voor. De VOC had met de dorpshoofden afgesproken dat zij de nootmuskaat alleen aan de VOC zouden leveren. Toen de Bandanezen hun specerijen ook aan de Engelsen en Portugezen verkochten, sloeg de VOC hard toe. In 1621 veroverde VOC-bestuurder Jan Pieterszoon Coen de Banda-eilanden. Van de 15.000 eilandbewoners overleefden er maar 600 mensen de aanval. Het uitmoorden van de bevolking heet genocide (je zegt: genosiede). Alle nootmuskaatbomen op andere eilanden werden omgehakt.

Slide 26 - Tekstslide

1621
Jan Pieterszoon Coen

GENOCIDE
15.000 inwoners: 600 overleefden

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Tekst
Overheersing van een kolonie door een land.
Als iemand een klein 'deel' van een bedrijf kan kopen
Moord op een bevolkingsgroep
Alleenrecht op de handel
Plantaardige stoffen met een bijzondere smaak.
Genocide
Aandeel
Specerijen
kolonialisme.
Monopolie

Slide 30 - Sleepvraag

Waarom werd de VOC opgericht?
A
Er was teveel concurrentie onderling
B
De specerijen brachten niet genoeg geld op.
C
Er was te weinig concurrentie onderling
D
De prijzen van specerijen waren te hoog

Slide 31 - Quizvraag

Welke uitspraak over de handel van de VOC is niet waar?
A
De VOC kocht specerijen in Oost-Indië en bracht die naar Amsterdam.
B
De VOC gebruikte ook geweld om haar handel te verdedigen.
C
De VOC had een contract gesloten met de dorpshoofden van de Banda-eilanden, dat zij alleen specerijen aan de VOC zouden verkopen.
D
De VOC werkte samen met de Engelsen en Portugezen om Oost-Indië te controleren.

Slide 32 - Quizvraag

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde. Begin met de oudste gebeurtenis.
1
2
3
4
5
Er varen handelsschepen naar de havens van Zeeland en Holland.
De rijke kooplieden laten dure herenhuizen bouwen en geven veel geld uit aan schilderkunst.
Veel rijke Vlaamse kooplieden en geschoolde arbeidskrachten trekken naar Holland en Zeeland.
Regenten laten in 1585 de Vlaamse havens van Antwerpen en Gent blokkeren.
De economie in de Republiek groeit sterk.

Slide 33 - Sleepvraag

Maak de zin af. Wat is sociale bevolkingsgroei? De bevolking groeit doordat …
A
er meer mensen naar een land verhuizen dan er uit dat land vertrekken.
B
er meer mensen uit een land vertrekken dan er naar dat land verhuizen.
C
er meer mensen in een land geboren worden dan er in dat land sterven.
D
er meer mensen in een land sterven dan er in dat land worden geboren.

Slide 34 - Quizvraag

In welke zin is de natuurlijke bevolkingsgroei negatief?
A
Veel mensen emigreren, en daardoor krimpt de bevolking.
B
Veel mensen worden geboren, en daardoor groeit de bevolking.
C
Veel mensen sterven, en daardoor krimpt de bevolking.
D
Veel mensen migreren, en daardoor groeit de bevolking.

Slide 35 - Quizvraag

Wie is een arbeidsmigrant? Er zijn meerdere antwoorden juist.
Een Syriër die in 2019 naar Nederland vluchtte.
Een Spaanse Jood die om zijn geloof werd vervolgd.
Een Poolse bouwvakker die werk heeft in Amsterdam.
Een Franse hugenoot die in Nederland veiligheid vond.
Een Vlaamse koopman die zich in Zeeland vestigde.
Een Marokkaan die in 1960 naar Nederland kwam.

Slide 36 - Sleepvraag

Slide 37 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je in dit Blok hebt geleerd

Slide 38 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 39 - Open vraag