Hulpdiensten A5

Waarover gaat dit thema?
https://www.youtube.com/watch?v=Nm64Eag373Y
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
GASVBuitengewoon secundair onderwijs

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Waarover gaat dit thema?
https://www.youtube.com/watch?v=Nm64Eag373Y

Slide 1 - Tekstslide

Waarover denk je dat dit thema zal gaan?

Slide 2 - Woordweb

De hulpdiensten

Slide 3 - Tekstslide

Welke hulpdiensten ken jij?

Slide 4 - Woordweb

Wat hoop je bij dit thema te leren?

Slide 5 - Woordweb

Weet jij hoe je moet handelen in een noodsituatie? Of voel je je zelfzeker genoeg om met de situatie om te gaan?
A
Ja, ik weet wat ik moet doen en zou kunnen ingrijpen.
B
Neen, ik weet totaal niet wat ik moet doen en zou bevriezen.
C
Ik weet ongeveer wat ik moet doen.
D
Ik weet ongeveer wat ik moet doen, maar weet niet of ik zelfzeker genoeg zal zijn.

Slide 6 - Quizvraag

Getuigenissen
Wie van jullie heeft al ooit de hulpdiensten moeten bellen of was getuige van een incident waarbij de hulpdiensten nodig waren?

Slide 7 - Tekstslide

Welk voertuig hoort bij welke hulpdienst?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Sleepvraag

Wie bel je wanneer er zich een
noodsituatie voordoet? 
Een leuke geheugensteun...

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Interview met een ambulancier

Slide 12 - Tekstslide

Welke vragen zou jij aan Manou willen stellen?

Slide 13 - Open vraag

Het is niet altijd nodig om 
112 te bellen...
Filmfragment met quizvragen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Welk nummer bel je wanneer je heel duizelig bent en je huisarts gesloten is.
A
1722
B
1733
C
101
D
112

Slide 16 - Quizvraag

Welk nummer bel je wanneer je vriendin te veel gedronken heeft en niet meer reageert wanneer je haar iets vraagt of haar een duw geeft.
A
112
B
1733
C
1722
D
101

Slide 17 - Quizvraag

Welk nummer bel je wanneer er bij jou thuis ingebroken werd?
A
101
B
100
C
102

Slide 18 - Quizvraag

Welk nummer bel je wanneer er een boom op je auto gevallen is (maar er geen gewonden waren)?
A
112
B
1722
C
1733
D
101

Slide 19 - Quizvraag

Wat is Europese nummer voor de hulpdiensten,
A
101
B
911
C
112
D
122

Slide 20 - Quizvraag

Welk nummer bel je wanneer je huis onder water staat door langdurige regenoverlast?
A
1733
B
112
C
911
D
1722

Slide 21 - Quizvraag

Wel nummer bel je bij brand in jouw woning?
A
101
B
100
C
911

Slide 22 - Quizvraag

Ook jij kan levens redden

Slide 23 - Tekstslide

Wat is een ICE?
Zoek zelfstandig op je laptop op wat een ICE is. 
Tip: Typ er "noodnummer" bij.
Kopieer het antwoord en plak het bij de volgende slide.

Slide 24 - Tekstslide

Wat is een ICE?
Plak hier je antwoord.

Slide 25 - Open vraag

Aan de slag! Stel nu zelf een ICE in jouw GSM in, in de contactenlijst.

Slide 26 - Tekstslide

Zelf eerste hulp bieden

Slide 27 - Tekstslide

Installeer de 112-app
Installeer nu de 112-app. 
Vul bij "mijn informatie" je eigen gegevens in. 
Wanneer je op volgende klikt, vul je ook hier de gegevens van je ICE in.

Slide 28 - Tekstslide

Getuigenissen

Getuigenissen van mensen met een EHBO-diploma

Slide 29 - Tekstslide

Zou jij na het lezen van deze verhalen zelf een EHBO-cursus willen volgen?
A
JA
B
NEEN

Slide 30 - Quizvraag

Zou jij durven ingrijpen wanneer er veel bloed aan de pas komt?
A
Ja, ik heb geen probleem met bloed
B
Neen, ik kan hier niet mee omgaan

Slide 31 - Quizvraag

We gaan oefenen...
https://life-saver.org.uk/films

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Leestekst met quizvragen 
Wat doen bij drogering? 
Lees de tekst grondig. Nadien krijg je hierover quizvragen.

Slide 34 - Tekstslide

Wat is geen symptoom van een drogering?
A
Duizeligheid of misselijkheid
B
Geheugenverlies of controleverlies
C
Rood uitslaan in je gezicht of uitslag
D
Slap gevoel of bewusteloosheid

Slide 35 - Quizvraag

Kan je drugs in je drankje altijd proeven?
A
Ja, het proeft chemisch, bitter of zout
B
Neen, je kan het soms amper merken

Slide 36 - Quizvraag

Hoe merk je vooral aan je vriendin/vriend dat hij gedrogeerd is?
A
Als hij/zij zich anders gedraagt.
B
Je merkt het vaak helemaal niet.
C
Als hij/zij plots slecht gezind wordt.
D
Als hij/zij anders gaat praten.

Slide 37 - Quizvraag

Hoe handel je als je merkt dat je vriendin/vriend gedrogeerd is?
A
Je belt 112 of gaat naar de EHBO (meestal op festivals)
B
Je haalt er de politie meteen bij en gaat op zoek naar de dader
C
Je wacht af hoe ernstig de situatie is

Slide 38 - Quizvraag

Wanneer je het vermoeden hebt dat iemand gedrogeerd is, maar de reactie van die persoon valt nog mee, dan kan je best...
A
Die persoon bij zijn/haar thuis in bed leggen en laten rusten
B
Bij deze persoon blijven, ook wanneer jullie gaan slapen.
C
Zorgen dat iemand die je vertrouwt bij deze persoon blijft, ook 's nachts

Slide 39 - Quizvraag

Hoe kan je te weten komen of iemand echt gedrogeerd werd?
A
Deze persoon op een rechte lijn laten lopen zoals bij een alcoholtest
B
Deze persoon een drugstest laten doen (via ademhaling)
C
Een urinetest laten uitvoeren door een arts

Slide 40 - Quizvraag

Is drugs altijd detecteerbaar in iemand urine?
A
JA
B
NEEN

Slide 41 - Quizvraag

Kan je aangifte doen bij de politie als je geen bewijs hebt dat je gedrogeerd werd?
A
JA
B
NEEN

Slide 42 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk dat je bij een vermoeden van drogering aangifte doet bij de politie?

Slide 43 - Open vraag

Hoe kan je voorkomen dat je gedrogeerd wordt?
A
Laat je nooit trakteren door iemand
B
Houd je hand boven je drankje als je op stap gaat
C
Bestel geen drankjes in open glazen

Slide 44 - Quizvraag

Als dan toch iemand je trakteert, hoe voorkom je dan dat je gedrogeerd wordt?

Slide 45 - Open vraag

Als je ziet dat iemand iets in het drankje van iemand anders doet, dan...
A
verwittig je de persoon voor wie het drankje is.
B
bel je de politie meteen.
C
spreek je de persoon die het drankje maakte aan.
D
vertel je de barman wat je gezien hebt.

Slide 46 - Quizvraag

Heb jij ooit verhalen gehoord van iemand die gedrogeerd werd? Of heb je het zelf ooit meegemaakt? 

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Woordweb

Heeft er iemand nog vragen?

Slide 49 - Woordweb

Wat vond je van dit thema?
Maak een zin met een hoofdletter en een punt.

Slide 50 - Open vraag