Les 7, Les 8 en 9


Les 7


BBL - Burgerschap
Werk
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


Les 7


BBL - Burgerschap
Werk

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • Je weet wat een vakbond is;
  • Je weet wat je rechten zijn als je wilt gaan staken;
  • Je weet wat het begrip verzorgingsstaat betekent en kunt voorbeelden geven van werknemersverzekeringen;
  • Je weet wat het verschil is tussen belasting en premie betalen en wat dit betekent voor het bruto,- en nettoloon.

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer zou jij gaan staken?
of
Helpt het als je staakt?

Slide 3 - Open vraag


Staken
Georganiseerd door een vakbond = 

  • een recht,
  • geen werkweigering,
  • gedeeltelijk doorbetalen loon door de vakbond (als je lid bent).


Slide 4 - Tekstslide


Moet je je leidinggevende laten weten als je gaat staken?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag


Mag je ook staken als je GEEN lid bent van een vakbond?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Vakbonden
Een vakbond is een groep werknemers die zich verenigt. Samen zorgen zij er voor dat de werkgever niet de enige is die ‘macht’ heeft op de werkvloer. Als je uitzoomt, is ‘de vakbond’ dus het totaal aan mensen die lid zijn van zo’n vereniging.
  • Werknemers rechten beschermen
  • Arbeidsmarkt eerlijk houden
  • CAO onderhandelingen


Slide 7 - Tekstslide


Verzorgingsstaat
In een verzorgingsstaat zorgt de overheid voor bepaalde basisvoorzieningen.

  • Burgers hebben een minimum inkomen (sociale zekerheid);
  • Burgers hebben recht op onderwijs;
  • Burgers hebben recht op zorg.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe en door wie wordt de verzorgingsstaat eigenlijk betaald?

Slide 9 - Open vraag

Wet Langdurige Zorg
Algemene Ouderdoms Wet
Werkloosheids Wet
Wet werk en inkomen
Verschil tussen bruto,- en nettoloon
Over alles waar belasting over wordt betaald

Slide 10 - Tekstslide


Henk heeft geld van zijn werkgever gestolen en wordt op staande voet ontslagen, hij heeft:
A
Recht op WW
B
Recht op ZW
C
Recht op bijstandsuitkering
D
Recht op juridische begeleiding van een advocaat

Slide 11 - Quizvraag


Het verschil tussen bruto,- en nettoloon wordt vooral veroorzaakt door:
A
BTW
B
ACCIJNS
C
PREMIES
D
PENSIOEN

Slide 12 - Quizvraag


Door Corona moet een café-eigenaar personeel ontslaan, de werknemers hebben nu recht op:
A
ZW
B
WW
C
WIA
D
Bijstand

Slide 13 - Quizvraag


Voor welke sociale verzekering betalen werkenden premie?
A
Bijstand
B
WW
C
Zorgtoeslag

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Leerdoelen:
  • Je weet wat het begrip arbeidsmarkt inhoudt;
  • Je kunt uitleggen wat een krappe arbeidsmarkt is;
  • Je weet wat een cao is;
  • Je kunt uitleggen het verschil is tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden.

Slide 16 - Tekstslide

Arbeidsmarkt
Werkgelegenheid
Beroepsbevolking
Vraag
Aanbod
Beroepsbevolking bestaat uit alle mensen tussen de 15 jaar en de pensioensleeftijd die een baan van minimaal 12 uur per week hebben of willen hebben.

Slide 17 - Tekstslide


Wie behoort NIET tot de beroepsbevolking?
A
Henk die 20 uur p/w werkt.
B
Regilio die 32 uur p/w wil werken.
C
Ahmed die een opleiding volgt tot arts.
D
Wendy die 14 uur p/w werkt.

Slide 18 - Quizvraag

Krappe arbeidsmarkt
Ruime arbeidsmarkt

Slide 19 - Tekstslide



Waarom verandert de arbeidsmarkt?





(vraag en aanbod van werk)




  • Robotisering (technologie)
  • Seizoenen
  • Economie (groei en krimp)

Slide 20 - Tekstslide

Waar denk je aan bij
het woord cao?

Slide 21 - Woordweb

CAO
Werkgevers
Werknemers
Werkgeversorganisatie(s)
Vakbond(en)
Onderhandelen
Collectieve
Arbeids
Overeenkomst

Slide 22 - Tekstslide


Onderhandelen over?
Primaire voorwaarden:

  • werktijden & loon 

Secundaire voorwaarden:

  • scholing, reiskosten & vakantiedagen


Slide 23 - Tekstslide


Hoe hoog is het minimumloon in 2024?
(21 jaar p/m - bruto)
A
€ 13,27
B
€ 10,94
C
€ 13,68
D
€ 15,96

Slide 24 - Quizvraag


Les 8


BBL - Burgerschap
Werknemerschap

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • Je weet wat een arbeidscontract is en kunt hier voorbeelden van geven;
  • Je weet wat het verschil is tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden;
  • Je weet welke redenen er bestaan voor ontslag;
  • Je weet wat een proeftijd is;
  • Je weet wat een opzegtermijn is.

Slide 26 - Tekstslide


Arbeidsvoorwaarden
Primaire voorwaarden:

  • werktijden & loon 

Secundaire voorwaarden:

  • scholing, reiskosten & vakantiedagen


Slide 27 - Tekstslide

Duur van een arbeidsovereenkomst?

  • Onbepaalde tijd  = vast contract
  • Bepaalde tijd = tijdelijk contract

Uren p/w:
  • oproepcontract (geen vast aantal - voor beide keuze)
  • nulurencontract (geen vast aantal -  werknemer moet komen)
  • min-maxcontract (uitbetaling minimum aantal uren)

Slide 28 - Tekstslide


Redenen voor ontslag


  • Bedrijfseconomisch
  • Verstoorde werkrelatie
  • Zonder reden in de proeftijd

Slide 29 - Tekstslide



Ontslag, hoe werkt dat?

    • Proeftijd, zonder reden voor beide partijen (max. 2 mnd)
    • Op staande voet ontslag (stelen, vaak te laat komen, werk weigeren)
    • Ontslag bij vast contract: opzegtermijn (soms ook bij tijdelijk contract)

    Slide 30 - Tekstslide

    Slide 31 - Tekstslide

    Geef een voorbeeld van
    een beroepsziekte in de zorg

    Slide 32 - Woordweb

    Slide 33 - Tekstslide

    Slijmbeursontsteking
    Overspannenheid
    Rughernia
    Bron: beroepsziekten.nl

    Slide 34 - Tekstslide

    Arbowet

    • Regelt de rechten en plichten van de arbeidsomstandigheden (voorkomen ziekte door werk)
    • De arbeidsinspectie houdt toezicht op de naleving van de Arbowet.


    Slide 35 - Tekstslide

    Slide 36 - Video


    Les 9

    BBL - Burgerschap
    Geld

    Slide 37 - Tekstslide

    Leerdoelen:

    • Je weet wat kritisch consumeren is;
    • Je weet wat primaire en secundaire levensbehoeften zijn;
    • Je weet wat je basisrechten zijn als je iets koopt;
    • Je kent de voor-, en nadelen van lenen;
    • Je weet hoe in NL de zorgverzekeringswet is geregeld.

    Slide 38 - Tekstslide

    Wat is kritisch consumeren?

    Slide 39 - Woordweb


    Kritisch consumeren?
    Je stelt de volgende vragen bij de aanschaf van een product of dienst:

    • Prijs/kwaliteit verhouding?
    • Voor- en nadelen van de aanschaf?
    • Effect op het milieu/gezondheid?
    • Wil je het echt hebben?
    • Kun je het betalen?

    Slide 40 - Tekstslide


    Levensbehoeften
    Een levensbehoefte is iets waarvan je vindt dat je het echt nodig hebt.

    • Primaire - om te blijven leven: voedsel, stromend water en kleding.
    • Secundaire - niet noodzakelijke aanschaf, maar die je wel graag zou willen hebben: de nieuwste iPhone.

    Slide 41 - Tekstslide

    Hoe hoger in de piramide, hoe meer de mens zich kan ontwikkelen...

    Slide 42 - Tekstslide


    Een mobiele telefoon met abonnement (bellen en data) is een primaire levensbehoefte...
    A
    Waar
    B
    Niet waar

    Slide 43 - Quizvraag

    Slide 44 - Tekstslide

    Zorgverzekering
    • Basis
    - Je betaalt premie;
    - Basis is verplicht 18 en ouder;
    - Inhoud vergoedingen wordt jaarlijks door de overheid bepaald;
    - Eigen risico.

    • Aanvullend
    - Keuze;
    - Niet verplicht voor jou en verzekeraar.



    Slide 45 - Tekstslide


    Bij welke zorg betaal je eigen risico?
    A
    Bezoek huisarts
    B
    Wijkverpleging
    C
    Bezoek huisartsenpost
    D
    Medisch specialist

    Slide 46 - Quizvraag

    Slide 47 - Tekstslide

    Slide 48 - Tekstslide

    Volgende week
    Les 10 Duurzaamheid

    Slide 49 - Tekstslide