Katoen makkelijkere productie dan linnen of wol --> populariteit groeit
Slide 12 - Tekstslide
Uitbreiding EIC en Britse invloed
Slide 13 - Tekstslide
Het Verdrag van Allahabad
Mogols verzwakken
EIC kan meer macht naar zich toetrekken.
1756 vallen de Bengalen de factorij calcutta aan.
Heel het Bengaalse rijk werd overgenomen.
Slide 14 - Tekstslide
Het Verdrag van Allahabad
Verdrag van Allahabad (1765) = EIC int de belastingen ipv Mogolvorst Shah Alam II
Hierdoor machtsverschuiving in India naar EIC
Controle van EIC op India neemt toe
Slide 15 - Tekstslide
Monopolie
A
Een bordspel
B
Een ziekte waar slaven dood aan gingen
C
recht dat alleen jij iets mag verkopen
D
fort van de WIC
Slide 16 - Quizvraag
Wie waren de heersers over India voor de Britten kwamen?
A
De Indiërs
B
De mogols
C
De VOC
D
De portugezen
Slide 17 - Quizvraag
De Mogol-dynastie was ....
A
Hindoeïstisch
B
Islamitisch
C
Perzisch
D
Zimbabwaans
Slide 18 - Quizvraag
Waarom vonden Mogolvorsten het prima dat er zich handelaren vestigden aan de kust?
A
Meer handel dus meer belastingen
B
Meer handel dus meer winst
C
Meer handel dus meer spullen
D
Meer handel dus meer nieuwe producten
Slide 19 - Quizvraag
Door het Verdrag van Allahabad kregen de Britten...
A
Het recht om belastingen te innen in Bengalen
B
Het recht om de Mogol-vorst te benoemen
C
Het recht om India te besturen
D
Het recht om thee gratis te exporteren
Slide 20 - Quizvraag
Wat was een effect van het Verdrag van Allahabad (1765)?
A
De EIC vertrok
uit India
B
De EIC betaalde
meer voor katoen
C
De Britse regering bestuurde India nu
D
De EIC kreeg meer macht in India
Slide 21 - Quizvraag
Het verdrag van Allahabad werd getekend in
A
1765
B
1776
C
1823
D
1857
Slide 22 - Quizvraag
Opdrachten
Maken opdracht 1 & 2 blz 30 & 31
Slide 23 - Tekstslide
Het Verdrag van Allahabad (1765): Engeland wordt de baas in India en lokale vorsten en Mogolvorsten hebben minder te zeggen.
Slide 24 - Tekstslide
Verdrag van Allahabad
- Wordt gezien als startpunt overheersing Britse Rijk
- veel vorsten sloten verdragen met de Britten
* Behoud troon
* verliezen hun zelfstandigheid
- Soms een prins als gijzelaar
- Soms een met militaire overmacht
Slide 25 - Tekstslide
Brits Indisch leger + Royal Navy = bescherming, controle en afdwingen
Slide 26 - Tekstslide
Bestuur van Brits-Indië
Eerste periode (vanaf 1765) veel corruptie, hongersnoden.
1784 Britse regering zette de EIC onder toezicht en benoemde vanaf dan zelf de hoogste bestuurders.
om corruptie te bestrijden kregen bestuurders een goed salaris en werd hun verboden om handel te drijven. (daarom kwam er een goed opgeleid en onomkoopbaar ambtenarencorps in India)
In de 19e eeuw werden de 200 miljoen inwoners van India bestuurd door slechts duizend Britse ambtenaren.
Slide 27 - Tekstslide
De Grote Indiase Opstand (1)
Brits gezag in India grotendeels geaccepteerd -> economische voorspoed doorgaans belangrijker dan culturele bemoeienis.
EIC is belangrijke werkgever voor veel Indiërs.
Kleine opstanden worden meestal snel neergeslagen.
1857: Grote Indiase Opstand -> Brits-Indische leger.
Slide 28 - Tekstslide
Oorzaak/gevolg grote Indiase opstand
Handelsmonopolie
Verdrag van Allahabad
Nonrust over invette wapens
Britsen normen en waarden worden ingevoerd
Slide 29 - Tekstslide
De Grote Indiase Opstand 1857 (2)
Opstand in het Brits-Indisch leger
Wapens ingesmeerd met koeien- en varkensvet
Indische hindoe soldaten en Indische moslim soldaten komen in opstand
Slide 30 - Tekstslide
Einde aan de Mogol-dynastie
1858: opstand neergeslagen -> Indiers vormen geen eenheid.
Gevolg: Engelse kroon neemt bestuur kolonie over.
Britse gezag wordt sterker en ‘Engelser’. Cultuur wordt gerespecteerd, maar Elite werd wel verwesterd.
Koningin Victoria wordt keizerin van het Britse Rijk en India = einde Mogol dynastie.
Slide 31 - Tekstslide
-
Handelscompaginie
(Multinational bedrijf)
Voert taken uit die eigenlijk meer horen bij land, zoals: oorlogen voeren
-
Britse regering oordeelt dat het beter zou zijn als India onder koninklijk gezag zou komen te staan
Bestuur in de EIC-tijd
Onder gezag van koningin Victoria
Slide 32 - Tekstslide
India wordt grondstoffenleverancier én afzetmarkt
Begin Industriële Revolutie verandert rol van India.
India wordt leverancier van grondstoffen ipv eindproducten.
Omvorming van India tot plantagekolonie -> katoen, maar ook andere (niet-inheemse) gewassen zoals tabak en thee
Grondstoffen worden in GB verwerkt tot eindproducten en (deels) in India weer verkocht.
GB bepaalt hoeveelheid en omvang van productie.
Verslechtert de concurrentie positie van Indiase nijverheid.
Slide 33 - Tekstslide
Treinen en het Suezkanaal
Spoorwegaanleg in India om vervoer van grondstoffen en eindproducten te vergemakkelijken.
Suezkanaal in Egypte verkort reis tussen Europa en Azie.
Kanaal komt grotendeels onder controle van GB en FR.
Slide 34 - Tekstslide
Het Suezkanaal
Slide 35 - Tekstslide
Indiers willen deelnemen aan het bestuur
‘Verengelsing’ van India: Engels steeds meer voertaal, Brits onderwijs, Brits rechtsysteem etc.
Indische bovenlaag wordt steeds ‘Britser’ -> willen gaandeweg ook invloed in het bestuur.
Britten willen vooral Indiers ‘opvoeden’ maar geen macht delen
Oprichting Indian National Congress: poging van hoogopgeleide Indiers om (beperkte) invloed te krijgen in het bestuur.
Opvallend: samenwerking tussen Indiers uit alle delen van India.
Britten zien INC als bedreiging: zijn bang dat ze alle macht in India willen.