Spoken word: stemgebruik

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Stellingen beoordelen

Presenteren: stemgebruik

Oefenen met voordragen

Zelfstandig leren / afstemmen met je groepje

Slide 2 - Tekstslide

Een stelling is controversieel
Een stelling is absoluut geformuleerd
Deze stelling is goed geformuleerd
Een stelling bevat geen argument
Een stelling is geen vraag
Ieder kind moet recht hebben op onderwijs.
Social media maakt je asocialer.
Is virtual reality een kans of een bedreiging?
Het salaris van docenten moet bepaald worden door de resultaten van de leerlingen.
Het is beter als bepaalde vormen van nepnieuws worden verboden.
Omdat er minder gelezen wordt, moeten er bibliotheken opgeheven worden.

Slide 3 - Sleepvraag

"Nou, daarom"
"Omdat ik het zeg."

Slide 4 - Tekstslide

Discussie
Ruzie
Debat

Slide 5 - Tekstslide

- Spreken als jurysport
- effectbejag in taal en gebaar
- niet te overtuigen 
- gedragsregels (wie zwijgt, zit)
- publiekgericht
Het krukkendebat

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Kijkopdracht bij fragment
Op welke manier gebruikt Obama zijn stem om te overtuigen?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Stemgebruik
"Ik hoor het aan je stem"

Slide 11 - Tekstslide

Stemgebruik
Waarop kun jij letten?

  1. volume
  2. melodie
  3. tempo en ritme
  4. geluiden


Slide 12 - Tekstslide

Stemgebruik
Waarop kun jij letten?

  1. volume
  2. melodie
  3. tempo en ritme
  4. geluiden

Oefen eens:
Ik ben niet boos.

Slide 13 - Tekstslide

Waarover gaat de tekst?

Hoe kun je je stem gebruiken om deze tekst en vooral de inhoud ervan goed over te brengen?
(versnellen, pauzeren, nadruk leggen etc.)

Eerst zelfstandig lezen en nadenken

Slide 14 - Tekstslide

H4A

Slide 15 - Tekstslide

H4C

Slide 16 - Tekstslide

Deze week

Opdracht 10 uit de modulewijzer (elo) uiterlijk vrijdag 19 november laten beoordelen door een docent Nederlands.

Ben je op tijd en is de stelling goedgekeurd? Dan verdien je punten voor je voorbereiding (onderdeel van je eindcijfer)

Let op:
Je stelling moet een verandering zijn ten opzichte van de huidige situatie.
Je stelling bevat het woord 'moeten'.
Je stelling is geen vraag.
Je kunt het eens en oneens zijn.
Het moet zowel voor als tegen beargumenteerbaar zijn.
Volgende week

Je gaat onderzoek doen naar jouw onderwerp. Je zoekt individueel 2 artikelen waarmee je voor of tegen de stelling kunt argumenteren. Jullie maken samen een documentatiemap.

Deadline voor de punten: maandag 29 november


Tip:
Maak een team aan in Teams.
Plaats daarin de artikelen die je hebt gevonden.
Maak afspraken, maak een planning.

Slide 17 - Tekstslide