Formuleren-zinnen verbeteren

Formuleren
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Formuleren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel: een foutloze tekst schrijven.
Doelen deze les: opfrissen kennis!
1. Spel- en formuleerfouten herkennen en verbeteren.
2. Vaststellen aan welke onderdelen je gaat werken. 

Slide 2 - Tekstslide

Waar let je op als je een tekst schrijft?

Slide 3 - Woordweb

Voorbeeld: 'De reden dat ik u schrijf, is omdat ik een vraag heb.'

Slide 4 - Open vraag

Verbeter de volgende zin: 'Een aantal leerlingen uit mijn klas hebben een vraag.'

Slide 5 - Open vraag

Verbeter de volgende zin: 'Na aanleiding van uw oproep stuur ik deze brief.'

Slide 6 - Open vraag

Verbeter de volgende zin: 'Ik wil voorkomen dat er geen problemen zijn.'

Slide 7 - Open vraag

Verbeter de volgende zin: 'Zou u is willen kijken naar mijn voorstel?'

Slide 8 - Open vraag

Verbeter de volgende zin: 'Graag zou ik binnen twee weken een reactie terug willen.'

Slide 9 - Open vraag

Verbeter de volgende zin: 'Over dat voorstel wilde Mike nog lang over nadenken.'

Slide 10 - Open vraag

Verbeter de volgende zin: 'Het is een voorstel die ik niet goed vind.'

Slide 11 - Open vraag

Verbeter de volgende zin: 'Persoonlijk vind ik uw voorstel niet geschikt.'

Slide 12 - Open vraag

Hoeveel fouten staan in deze zin?
Mijn naam is Amy en zit op Rocmondriaan.
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 13 - Quizvraag

Verbeter de volgende zin: 'Het gebeurd niet elke dag dat je een prijs wint.'

Slide 14 - Open vraag

Verbeter de volgende zin: 'Hun hebben de situatie niet goed ingeschat.'

Slide 15 - Open vraag

Verbeter de volgende zin: 'Helaas zal ik mijn toets overnieuw moeten doen.'

Slide 16 - Open vraag

Verbeter de volgende zin: 'Deze opdracht word beter uitgevoert door mijn klasgenoot als mij.'

Slide 17 - Open vraag

Verbeter de volgende zin: 'De vrouw waaraan ik de weg heb gevraagd liep gewoon door.'

Slide 18 - Open vraag

Welke onderdelen wil je oefenen?
Voorbeeld: werkwoordspelling.

Slide 19 - Woordweb

Komende periode
                               Boek B mee!


                              Volgende week:
                              Start werkwoordspelling.



Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link