Bekijk de video en vind het antwoord op deze vraag.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
5.1 het skelet van de mens
Skelet van de mens:
- meer dan 200 beenderen (botten)
- hoofd, romp, ledematen (armen en benen)
- inwendig skelet
Slide 10 - Tekstslide
5.1 het skelet van de mens
Schedel = beenderen in het hoofd
de schedel wordt gedragen door de wervelkolom
borstkas = borstwervels, ribben en borstbeen
de heupbeenderen vormen de bekkengordel of het bekken
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
5.1 het skelet van de mens
Beenderen in de onderarm:
- spaakbeen: aan de kant van de duim
- ellepijp aan de kant van de pink
Slide 13 - Tekstslide
5.1 het skelet van de mens
2 typen beenderen (botten):
- pijpbeenderen
- platte beenderen
Slide 14 - Tekstslide
5.1 het skelet van de mens
Pijpbeenderen:
- langwerpig
- vooral in de ledematen
- de koppen bevatten holten met rood beenmerg
- tussen de koppen bevindt zich een mergholte met geel beenmerg
Slide 15 - Tekstslide
5.1 het skelet van de mens
Rood beenmerg: hierin worden bloedcellen gevormd.
Geel beenmerg: hierin zit vet opgeslagen
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
5.1 het skelet van de mens
platte beenderen:
- vooral in de schedel en de romp
- bevat ook rood beenmerg
- bevat GEEN mergholte met geel beenmerg
Slide 18 - Tekstslide
5.1 het skelet van de mens
Vorm en functie
Het skelet geeft vorm aan het lichaam. De vorm heeft te maken met de omgeving waarin het organisme leeft.
Een dolfijn heeft bijvoorbeeld een gestroomlijnd lichaam.
Slide 19 - Tekstslide
5.1 het skelet van de mens
De vorm van de poten van verschillende dieren heeft ook te maken met de functie ervan. Er zijn verschillende manieren waarop dieren op hun poten staan:
- zoolgangers
- teengangers
- hoefgangers
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
VRAGEN??
Slide 22 - Tekstslide
Zelf aan de slag
Opdracht 1 t/m 3 maken
timer
10:00
Slide 23 - Tekstslide
De functie van het skelet
A
stevigheid
B
bescherming
C
aanhechtingsplaats spier
D
A, B en C
Slide 24 - Quizvraag
Sleep het dier naar de juiste kolom
Uitwendig skelet
Inwendig skelet
Slide 25 - Sleepvraag
Pijpbeenderen
A
Opperarmbeen en dijbeen
B
Ellepijp en heupbeen
C
Schouderblad en heup
D
Knie en elleboog
Slide 26 - Quizvraag
Het skelet bestaat uit twee typen botten: platte beenderen en pijpbeenderen. Met de proefopstelling hiernaast kun je een eigenschap van de platte beenderen en pijpbeenderen onderzoeken. Welke onderzoeksvraag over de botten in je lichaam kun je met de opstelling onderzoeken?
A
Welke botten zijn dikker: platte beenderen of pijpbeenderen?
B
Waarom zitten er platte beenderen en pijpbeenderen in het lichaam?
C
Welke botten zijn sterker: platte beenderen of pijpbeenderen?
D
Zijn pijpbeenderen betere botten dan platte beenderen?
Slide 27 - Quizvraag
Rood beenmerg, geel beenmerg en de mergholte komen voor in welke soorten beenderen?
A
Alleen pijpbeenderen
B
Alleen platte beenderen
C
In beide beenderen
Slide 28 - Quizvraag
Wat is een gestroomlijnd lichaam?
A
waslaagje die het lichaam bedekt
B
verandering van kleur in het lichaam
C
dit zijn de vinnen van een waterdier
D
wanneer kop, lijf en staart in elkaar overlopen.
Slide 29 - Quizvraag
Voortbeweging door het water is dan door de lucht. Dit komt doordat de weerstand van water is. Waterdieren zijn zo aangepast dat ze toch snel kunnen zwemmen. Hun lichaam is gestroomlijnd dan het lichaam van de meeste landdier-en. Veel vissen hebben een huid doordat de huid be-dekt is met en . Bovendien heeft het lichaam uitsteeksels. De voortbeweging komt tot stand door beweging van de . Door de blijft de vis rechtop in het water.
weinig
slijm
overige vinnen
groter
gladde
moeilijker
schubben
staartvin
beter
Slide 30 - Sleepvraag
Gaat dit goed?
Probeer dan ook eens de oefening via deze link te maken.