Vraag van betekenis: kunnen vrijheid en gelijkheid samengaan? Leg uit met eventueel een voorbeeld.
1 / 21
volgende
Slide 1: Open vraag
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Vraag van betekenis: kunnen vrijheid en gelijkheid samengaan? Leg uit met eventueel een voorbeeld.
Slide 1 - Open vraag
Politieke stroming
Groepen mensen die dezelfde opvatting hebben over de inrichting van de maatschappij.
Binnen politieke stromingen vind je allerlei organisaties, verenigingen en politieke partijen
Politieke stromingen hebben hun eigen traditie
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Hoe denkt Adam Smith over overheidsbemoeienis op economisch gebied?
Slide 4 - Open vraag
Liberalisme
Nadruk op vrijheid van het individu
Weinig overheidsbemoeienis op economisch gebied
Ieder mens is verantwoordelijk voor zichzelf
Liberalisme kan verschillen: klassiek en sociaal-liberaal.
Klassiek is meer conservatief: behoudend
Sociaal-liberaal is meer progressief: vooruitstrevend
Slide 5 - Tekstslide
Lees de leertekst en noem 5 progressieve belangen
Slide 6 - Open vraag
Populisme
politieke stijl die inspeelt op gevoelens van onvrede bij het volk (stimuleren vijandbeeld)
Gebruik retoriek (spreken met veel cliches en overdrijven)
Afkeer van de 'elite'
PVV is op sociaalcultureel gebied rechts en op sociaaleconomisch gebied links (behoudend t.o.v. de verzorgingsstaat).
Ingewikkelde problemen worden voorgesteld als zijnde simpel op te lossen
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Met welke aspecten die passen binnen het populisme, voert Lubach satire?
Slide 9 - Open vraag
Het Socialisme
Socialisme was een reactie op de uitbuiting van arbeiders in de 19e eeuw (industrialisatie) door de kapitalisten
Het grote ideaal was een klassenloze maatschappij waarin mensen gelijk zouden zijn
Socialisme is een verzamelnaam (communisme = radicaal socialisme, sociaal-democratie = gematigd)
Gelijkheid via revolutie (communisme)
Gelijkheid via politiek (sociaal-democraten)
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
In NL hebben we.....
A
Extreem linkse partijen
B
Geen communisme
C
Geen sociaaldemocraten
D
Geen links-gematigde partijen
Slide 12 - Quizvraag
Christendemocratie
christelijk geloof speelt een belangrijke rol
Naastenliefde en zorgzame samenleving
Problemen eerst zelf oplossen (gezin en maatschappelijk middenveld) = subsidiariteitsbeginsel
Rentmeesterschap: goed met Gods schepping omgaan (milieu)
Overheidsbemoeienis op het moment dat mensen zelf er niet meer uitkomen
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Noteer 2 kenmerken van de christendemocratische stroming
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Verdere begrippen
Rechts: Tegen al te grote staatsbemoeienis met name in sociaaleconomische aangelegenheden. Soms synoniem met 'conservatief'
Links: Ziet meestal een belangrijke rol voor de overheid om een samenleving te realiseren die meer gelijkheid en gelijkwaardigheid kent. Soms synoniem voor progressief
Progressief: Letterlijk 'vooruitstrevend'. Progressieven willen oude tradities doorbreken, met name in sociaal-culturele zin. Ze zijn voor emancipatie van vrouwen en minderheden.
Slide 17 - Tekstslide
Politieke stromingen en partijen kun je categoriseren in rechts-links en progressief-conservatief. Waar staan deze categorieën voor?
Slide 18 - Open vraag
Lees de bron. Welke kenmerken van het fascisme zijn volgens de bron niet van toepassing op de PVV? Ben je het daar mee eens?
Slide 19 - Open vraag
Welk argument geeft De Groot voor zijn opvatting dat de anti-rookmaatregelen in strijd zijn met het liberalisme? Bedenk zelf een tegenargument!
Slide 20 - Open vraag
DILEMMA
Voor verdere oefening en verdieping maak of bekijk je de leertekst/begrippen en vragen uit je schoolboek-methode!