3.2

3.2
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.2

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Bespreken vragen film (10 min)
Foto-opdracht (10 min)
Uitleg 3.2 (15 min)
Aan de slag!

SO 

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
Bespreken vragen film

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt vier belangrijke kenmerken van het nationaalsocialisme noemen.

Slide 5 - Tekstslide

Foto-opdracht
Opdracht
1. Bekijk het stencil
2. Welke kenmerken van het nationaalsocialisme herken je? Schrijf deze op.

Slide 6 - Tekstslide

3.1
NSDAP
  • Leider is Adolf Hitler
  • Gebaseerd op nationaalsocialisme
  • Aanhangers worden nazi's of nationaalsocialisten genoemd

Slide 7 - Tekstslide

3.2
Kenmerken nationaalsocialisme*
  • Nationalisme*
  • Een leider (Führerprincipe)*
  • Militarisme*
  • Antisemitisme*

Hoe uit dit zich?

Geloof in Arische ras

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak 1 t/m 8 van 3.2

Slide 13 - Tekstslide

Programma
Uitleg 3.2 (15 min)
Maken stencil + bespreken (25 min)

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe Adolf Hitler de macht greep.
  • Je kunt met voorbeelden op politiek, sociaal en cultureel gebied uitleggen dat nazi-Duitsland een totalitaire staat was.

Slide 15 - Tekstslide

3.2
In 1923 pleegde Hitler een staatsgreep, deze mislukte

Waarom juist in 1923?

Slide 16 - Tekstslide

3.2
1933 kreeg Hitler wél veel stemmen en kwam de NSDAP in de regering, Hitler werd leider van regering

Hoe spreekt Hitler?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

3.2
Rijksdagbrand*
  • Hitler roept noodtoestand uit: grondrechten beperken*
  • Hitler geeft communisten schuld van brand*
  • Hitler liet nieuwe verkiezingen houden-> NSDAP 44 % van de stemmen-> wet die Hitler onbeperkte macht geeft (door bedreigingen voldoende stemmen)*

1933 werd Duitsland een dictatuur*

Slide 20 - Tekstslide

3.2
Hitler wilde van Duitsland een totalitaire staat maken

Totalitaire staat: een land waarin het leven van de inwoners volledig wordt beheerst door de staat*

Slide 21 - Tekstslide

3.2
Vanaf 1933
Gelijkschakeling: het onder directe controle brengen van alle organisaties en alle media in Duitsland door de nazi’s.

Voorbeelden: politieke partijen afgeschaft, geen vrijheid van pers, voetbalclubs o.l.v. NSDAP

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

3.2
Vanaf 1933 
Op grote schaal indoctrinatie: het inprenten van een opvatting door deze continu te herhalen en geen andere meningen toe te staan

Slide 25 - Tekstslide

3.2
Tegenstander voor 1933
  • Politieke tegenstanders bedreigd of geslagen door SA: de knokploeg van de NSDAP: een groep gewapende mannen in uniform die de partij beschermde en tegenstanders bang maakte.

Tegenstanders na 1933
  • Politieke tegenstanders opgepakt door Gestapo (geheime politie)
  • Opsluiten in concentratiekampen: grote kampen waarin bepaalde groepen mensen zonder proces worden opgesloten.
  • Komst van SS: een militaire organisatie binnen de NSDAP die vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog veel misdaden pleegde.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide