Mozart was de zoon van Leopold en Anna Maria Pertl Mozart, en hij had één zus, Maria Anna Mozart (1751–1829). Zijn zus werd altijd Nannerl genoemd. Mozart's vader was Kapellmeister aan het hof van de aartsbisschop van Salzburg en hij was zelf ook een componist. Leopold was ook een muziekleraar, hij heeft zijn eigen kinderen viool en piano geleerd. Hij zat in een orkest als 4e violist. Als kind kon Mozart al heel goed piano spelen. Hij werd ook wel het wonderkind genoemd. Nannerl, de vijf jaar oudere zus van Mozart, was een goed pianiste. Ze heeft een mooie notitie over haar broer gemaakt 'Nauwelijks was hij met de muziek begonnen, of al zijn zintuigen leken ongevoelig voor iets anders zelfs als hij bezig was met een spelletje moest hij muziek horen.' Als we ons speelgoed van de ene naar de andere kamer brachten moest erbij gezongen worden of degene die vrije handen had moest een deuntje spelen op de viool.' De hele familie was trouwens muziekgek.
De aartshertogin van Oostenrijk schonk Mozart en zijn zus galakleding en toen ze optraden in Schönbrunn, was Nannerl als een echte grote dame gekleed: wijde, geborduurde rokken, kanten mouwen en oorbellen. Mozart was onder andere uitgedost met wit zijden kousen, een nauwsluitend fluwelen jasje en een kanten jabot (een soort van kraag).
Mozart stierf in vergetelheid, dat kwam omdat hij de veel schulden had en een uitvaart en een graf kon hij ook niet meer betalen. Toen Mozart dood was is zijn lijk in een massagraf voor arme lieden gedeponeerd en de juiste plaats in nooit gelokaliseerd. Op de dag dat hij begraven werd was het slecht weer. Er was niemand aanwezig, want zijn vrouw was ziek die dag en andere mensen kwamen er niet.
Lesduur is: 15 min
