Mediawijsheid les I: GS/Emoji

Yasmin  Vera
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
MediawijsheidMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Yasmin  Vera

Slide 1 - Tekstslide

DOCENT
Thomas - Eva
      Ivy -   Ivo
Doortje - Daphne

Slide 2 - Tekstslide

DOCENT
Boris - Lucas
Jip - Joshua
Duco - Julius
Dexter - Youssef
Alessio - Jules
Roos   - Vasily
Oscar - Raphael
Iva - Yves
Maximus - Tom

Slide 3 - Tekstslide

DOCENT

Slide 4 - Tekstslide

Yasmin  Vera

Slide 5 - Tekstslide

DOCENT
Coco +  Micha

Simon + Lex
Tijn + Niels
Siem + Tala

Slide 6 - Tekstslide

Mediawijsheid


Les I
Les I

Slide 7 - Tekstslide

Planning
1e: lesuur bekijken stopmotions!
Daarna: uitleg volgende periode
2e lesuur:
4. Gezamenlijk inloggen in learnbeat voor de mediawijsheid lessen + emoji maken


timer
30:00

Slide 8 - Tekstslide

De aankomende lessen
In de aankomende 6 lessen gaan we ons verdiepen in mediawijsheid. Jullie werken elke les zelfstandig op je laptop in Learnbeat. De docent ziet en houdt bij waar je bent en wat jij doet. 

We sluiten deze periode af met een creatieve digitale opdracht
(beoordeling 3!) 
 In deze opdracht komt alles samen wat jij deze lessen leert (dus aantekenen in schrift elke les tonen!)
Maar...wat is mediawijsheid nou eigenlijk?
Aantekeningen!

Slide 9 - Tekstslide

Nodig dit aankomende blok:
- Je opgeladen laptop
- Koptelefoon 
- Je FM schrift voor aantekeningen zijn hard nodig bij de eindopdracht!

Er komt veel aan op jullie zelfstandigheid en concentratie!

Slide 10 - Tekstslide

Mediawijsheid?.......
VINGERSSSS

Slide 11 - Tekstslide

Noteer in je schrift

Mediawijsheid is het bewust en actief deelnemen aan de mediasamenleving

Het betekent dat je verantwoord, veilig en kritisch om kan gaan met alles wat te maken heeft met nieuwe media, sociale media, internet, smartphones en tablets. 



Slide 12 - Tekstslide

Belangrijk?


Media zijn overal!
En hun impact op ons dagelijkse leven – wonen, werken, kopen, zorgen, genieten en leren – wordt steeds groter.

Slide 13 - Tekstslide

Mediawijsheid
Echt/nepnieuws
Gebruikers 
Invloed van (sociale) media
Gevaren
Getallen
Social media platforms
Privacy

Slide 14 - Tekstslide

Een korte Quiz
Wat weet jij van mediawijsheid?

Slide 15 - Tekstslide

Wat hoort onder andere
bij Mediawijsheid?
A
Goed kunnen omgaan met programma's en applicaties
B
Goed op de hoogte zijn van actuele dingen zoals het nieuws
C
De programmeertalen Python en HTML
D
Het herkennen van nepnieuws en verstandig omgaan met social media

Slide 16 - Quizvraag

Waar draait Mediawijsheid
nog meer om?
A
Zo veel mogelijk likes en views scoren!
B
Je actief en bewust op het internet begeven
C
Een goede uitleg kunnen geven van programma's en applicaties
D
Zorgen dat je social media een beetje up to date is

Slide 17 - Quizvraag

Wat heeft iedereen die zich op het internet begeeft en dingen op social media doet/zegt?
A
Verantwoordelijkheid
B
5G
C
Followers
D
Cybersecurity

Slide 18 - Quizvraag

Sleepopdracht
Media; echt of nep?
Nep 
Echt

Slide 19 - Sleepvraag

Sleepopdracht
Media; echt of nep?
Nep 
Echt

Slide 20 - Sleepvraag

Sleepopdracht
Media; echt of nep?
Nep 
Echt

Slide 21 - Sleepvraag

Sleepopdracht
Media; echt of nep?
Nep 
Echt

Slide 22 - Sleepvraag

Sleepopdracht
Media; echt of nep?
Nep 
Echt

Slide 23 - Sleepvraag

Doe je laptop dicht
Ook met Artificial Intelligence (A.I.) wordt het soms lastig om te zien wat nog echt is en wat nep. (komt ook een les over...)

Wees dus kritisch, zoek dingen extra op en neem niet alles op het internet zomaar aan voor waarheid!

Kijk maar mee...

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

De aankomende periode:
Les 1: 2.3 mediawijsheid & geschiedenis + 2.2  computertaal
Les 2: Veiligheid & Privacy
Les 3:
Les 4: 
Les 5: 
Les 6: Afsluiting = Creatieve opdracht, over alle lessen Mediawijsheid (toets)
Hiervoor zijn je aantekeningen (ENKEL IN JE SCHRIFT) heel belangrijk, aangezien je die erbij mag houden.

Slide 26 - Tekstslide

Aantekeningen?
Belangrijk is dat je van alle theorie aantekeningen maakt. Doe dit tijdens het zelfstandig werken.

Aan de hand van jouw aantekeningen kan jij straks de eind opdracht maken, aan het einde van de les toon je steeds je aantekeningen aan mij in je schrift. + eindopdrachten en aantekeningen nodig voor de toets! Bewaar alles goed!

(!) Als jij een Learnbeat les af hebt, kan je de antwoorden inzien.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Aan de slag!
  1. Ga naar learnbeat > Vul de klassencode in die je van je docent krijgt: U2A: UNBT9C
  2. H2B:T97V4Z   V2B,HV2B: 7WMFJX
  3. Maak les: 2.3 (geschiedenis & mediawijsheid:
     Lees A - kijk video's,  maak aantekeningen én Maak B 
  4. Maak les: 2.2 (computertaal)
    Lees A - kijk video's, maak aantekeningen, Maak B 
    Opdracht:  Maak een NIEUWE creatieve Emoji; emotie uitkiezen
    in canva of in paint> logo> tekenen) eindproduct inleveren via TEAMS met uitleg! 

  5. Af? Check je antwoorden, kijk jezelf na en vul aantekeningen aan of 2.5 maken
  6. Zorg ervoor dat je aantekeningen maakt van begrippen/kernpunten in je schrift. 

  7. Einde les: bevraag ik je over je antwoorden + wil ik je aantek in je schrift zien: Dus af krijgen!
Wie deelt koptelefoons uit?
timer
40:00

Slide 29 - Tekstslide

Ik wil dat je je gemaakte Emoji inlevert via Teams of opslaat op je laptop (deze heb je nodig voor de eindtoets!)

Ik toon er een paar en eens kijken of we zien wat ze betekenen

Noem eens iets uit jouw aantekeningen van deze les...

Slide 30 - Tekstslide

Afronden: Toon je schrift met aantekeningen

Geen aantekeningen = nablijven totdat het er wel staat

Wat is de impact van computertaal (slang) op communicatie? 

Informatie uitwisselen:
Wat de verschillen zijn tussen toen en nu?
Hoe deze manieren lijken op die van vandaag? 
 

Slide 31 - Tekstslide



Computertaal: de verschillende manieren waarop mensen communiceren via digitale platforms
Emoji's: kleine digitale afbeeldingen of pictogrammen die emoties, objecten, of ideeën uitdrukken.
Afkortingen: verkorte vormen van woorden of zinnen.
Slang: informele woorden en uitdrukkingen die vaak binnen specifieke gemeenschappen worden gebruikt.


Encryptie: codering van informatie (versleutelen).
Fax: document dat met een faxapparaat is verstuurd. Dit is een apparaat waarmee je papieren documenten over de telefoonlijn kan versturen.
Firewall: beveiliging die jouw lokale computernetwerk beschermt tegen toegang door onbevoegden.
Hiërogliefen: oud-Egyptisch beeldschrift.
Lakzegels: een zegel om bijvoorbeeld een brief dicht te maken. Deze zegel zorgt ervoor dat niemand hem onopgemerkt kan lezen. Want als de zegel een maal gebroken is, kan je die niet meer aan elkaar maken.
Pamfletten: stuk papier waarop kort en duidelijk een standpunt staat, meestal reclame of propaganda.
Papyrus: riet waarvan in de oudheid een soort papier werd gemaakt.
Perkament: bewerkte dierenhuid waarop je kan schrijven.
Telegram: geschreven bericht dat via telecommunicatie verzonden kan worden.
Troubadour: een Middeleeuwse rondtrekkende zanger.

Slide 32 - Tekstslide

BINGO

Slide 33 - Tekstslide

Nabespreken


Er volgen 5 stellingen, ben jij het eens of oneens?

Slide 34 - Tekstslide

Doordat fysieke winkels failliet dreigen te gaan, ga ik er nu juist steeds vaker naar toe.
Eens
Oneens

Slide 35 - Poll

Het is gevaarlijk dat een klein aantal bedrijven zo veel geld verdient aan sociale media.
Eens
Oneens

Slide 36 - Poll

Eten, pakketjes en boodschappen laten bezorgen is niet goed voor de economie.
Eens
Oneens

Slide 37 - Poll

Spullen bestellen uit China, bijvoorbeeld via Ali-express, maakt de Nederlandse en Europese economie kapot.
Eens
Oneens

Slide 38 - Poll

Manipulatieve (misleidende) reclames horen niet thuis op YouTube.
Eens
Oneens

Slide 39 - Poll