hormonen

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
cursus 7MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

De alvleesklier maakt de hormonen insuline en glucose aan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

De cellen waarop een bepaald hormoon effect heeft, noemen we doelwitcellen
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Steroïdhormonen zijn eiwitachtigestoffen. Het effect van deze hormonen is meestal pas na een tijdje zichtbaar
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Adrenaline is een steroidhormoon
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Endocriene cellen hebben als functie het produceren van een bepaald hormoon
A
juist
B
onjuist

Slide 34 - Quizvraag

De hypofysevoorkwab bestaat uit zenuwweefsel
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quizvraag

De hypofyseachterkwab bestaat uit zenuwweefsel
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quizvraag

De pijnappelklier produceert melatonine
A
juist
B
onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Cortisol
A
verlaagt de bloedsuikerspiegel
B
wordt gemaakt in het bijnierschors

Slide 38 - Quizvraag

Progesteron bereidt het baarmoederslijmvlies voor op de innesteling van een bevruchte eicel
A
juist
B
onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Testosteron
A
stimuleert de aanmaak van eiwitten voor spierontwikkeling
B
stimuleert de eisprong

Slide 40 - Quizvraag

Het ADH zorgt ervoor dat er meer water wordt uitgescheiden
A
juist
B
onjuist

Slide 41 - Quizvraag

De hypofyseachterkwab produceert
A
ADH
B
oxytocine
C
A+ B
D
geen van beiden

Slide 42 - Quizvraag

Histamine zorgt voor
A
vernauwen van de bloedvaten ( vasoconstrictie)
B
verhoogde doorlaatbaarheid van bloedvaten
C
A+ B

Slide 43 - Quizvraag