Leesvragen S. 53-59:
1. Na welke gebeurtenis besluit Andreas om een nieuwe ‚carrière’ te beginnen? Wat wordt zijn beroep? (blz. 53-56)
2. Waarom voelt Andreas zich opeens heel verdrietig op blz. 57?
3. Verlopen Andreas‘ wandelingen altijd zonder gevaar? (blz. 57-58)
4. Het bijna-ongeluk doet Andreas aan iets denken (blz. 58-59). Waaraan?
5. Op blz. 59 zegt Andreas „Ein jeder hinkt für sich allein!”. Waarom past deze uitspraak zo goed bij zijn leven en karakter?