Economisch bekeken - H1.6. Inkomen en beroep - KGT

1.6. Inkomen en beroep (KGT)
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.6. Inkomen en beroep (KGT)

Slide 1 - Tekstslide

Welkom klas 2KG1
Docent
-Ga zitten
-Pak je etui, schrift, boek en laptop
-Log in alvast in via LessonUp

Slide 2 - Tekstslide

Welkom klas 2K1
-Ga zitten
-Pak je etui, schrift, boek en laptop
-Log in alvast in via LessonUp

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik

Slide 4 - Tekstslide

Gatentekst
Als je geld over hebt, dan kun je ervoor kiezen om dat geld te
1) _______
. Als je spaart, dan zet je geld opzij voor later. Op dat spaargeld kun je 2) _______ krijgen. Dit is een vergoeding die je krijgt voor het feit dat je geld hebt gespaard. De hoogte van de rente hangt af van de 3) _______ die je kiest. Sommige banken bieden een 4) _______ aan. Dit is een extra hoge rente die je krijgt als je bijvoorbeeld langere tijd spaart of als je een groot bedrag op je spaarrekening hebt staan. Mensen sparen voor grote uitgaven, onverwachte uitgaven of de rente / interest. Dat worden ook wel 5) _______ genoemd. De rente die we krijgen kunnen we berekenen met de volgende formule:
(spaarbedrag : 100) x rentepercentage = rente.

Vul in in de tekst!
  • Sparen
  • Intrest / rente
  • Spaarvorm
  • Bonusrente
  • Spaarmotieven

Slide 5 - Tekstslide

Gatentekst
Als je geld over hebt, dan kun je ervoor kiezen om dat geld te SPAREN. Als je spaart, dan zet je geld opzij voor later. Op dat spaargeld kun je INTREST / RENTE krijgen. Dit is een vergoeding die je krijgt voor het feit dat je geld hebt gespaard. De hoogte van de rente hangt af van de SPAARVORM die je kiest. Sommige banken bieden een BONUSRENTE aan. Dit is een extra hoge rente die je krijgt als je bijvoorbeeld langere tijd spaart of als je een groot bedrag op je spaarrekening hebt staan. Mensen sparen voor grote uitgaven, onverwachte uitgaven of de rente / interest. Dat worden ook wel SPAARMOTIEVEN genoemd. De rente die we krijgen kunnen we berekenen met de volgende formule: (spaarbedrag : 100) x rentepercentage.

Slide 6 - Tekstslide

1.6. Inkomen en beroep (KGT)

Slide 7 - Tekstslide

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • aangeven welke inkomstenbronnen er zijn.
  • uitleggen wat de oorzaken zijn van inkomensverschillen.
  • uitleggen welke keuzes je moet maken voor een beroep.
Wat gaan we leren?

Slide 8 - Tekstslide

Soorten inkomsten
Inkomen uit arbeid en bezit lever je een tegenprestatie voor. Voor een inkomensoverdracht lever je geen tegenprestatie.

Slide 9 - Tekstslide

  • Loon is de beloning die je krijgt
      voor je werk.
  • Dat wordt wekelijks, per 4 weken
      of maandelijks op je rekening
      gestort.
  • Één keer per jaar krijg je
      vakantiegeld.
Wat is loon?

Slide 10 - Tekstslide

Waarom verdient niet iedereen hetzelfde?

Slide 11 - Tekstslide

Inkomensverschillen ontstaan door:
  • Langer werken en onregelmatig werken ➡️ meer loon
  • Gevaarlijk werk ➡️ meer loon
  • Hogere opleiding ➡️ meer loon
  • Uitzonderlijk werk (Sporter, acteur) ➡️ meer loon
  • Meer ervaring ➡️ meer loon
  • Hogere leeftijd ➡️ meer loon
Waarom verdient niet iedereen hetzelfde?

Slide 12 - Tekstslide

Droombaan

Slide 13 - Tekstslide

VRAGEN?

Slide 14 - Tekstslide

Begrippen leren
  • Optie 1: Je schrijft de begrippen van het hoofdstuk (blz 34) over in jouw schrift.
  • Optie 2: Je kiest de acht moeilijkste begrippen en maakt daarvan een happertje.
  • Optie 3: Maak een woordzoeker van de begrippen van dit hoofdstuk (blz 34)
  • Klaar? Ga dan aan de slag met de rekentrainer van paragraaf 3 t/m 6



Slide 15 - Tekstslide

QUIZ

  1. Noem één voorbeeld van inkomsten uit arbeid
  2. Noem één reden waarom niet iedereen hetzelfde verdient.
  3. Noem één voorbeeld van inkomsten uit bezit.
  4. Noem één reden waarom mensen werken!
  5. Noem één voorbeeld van overdrachtsinkomen
  6. Goed loon krijgen vinden mensen belangrijk. Wat vinden mensen nog meer belangrijk bij het kiezen van werk?

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les:

KADER: Maken opgaven 6, 8, 9, 10 en 11 van hoofdstuk 1.6 inkomen en beroep op bladzijde 30 t/m 31.

GT: Maken opgaven 6, 8, 9, 10 en 11 van hoofdstuk 1.6 inkomen en beroep op bladzijde 30 t/m 31.
Huiswerk

Slide 17 - Tekstslide

Bedankt en fijne dag!

Slide 18 - Tekstslide