Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Apostrof, bezitsvorm en getallen
Apostrof, bezitsvorm en getallen
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
20 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Apostrof, bezitsvorm en getallen
Slide 1 - Tekstslide
Bezitsvorm
Gebruik je om een bezit van iemand aan de te geven.
Bijvoorbeeld: mijn ooms boormachine.
De bezitsvorm van een zelfstandig naamwoord maak je meestal door er een -s achter te zetten. Maar...
Slide 2 - Tekstslide
Hoe schrijf je de bezitsvorm van Sara?
Slide 3 - Open vraag
Hoe schrijf je de bezitsvorm van Madé?
Slide 4 - Open vraag
Hoe schrijf je de bezitsvorm van Pelle?
Slide 5 - Open vraag
Hoe schrijf je de bezitsvorm van Thomas?
Slide 6 - Open vraag
Hoe schrijf je de bezitsvorm van Beatrice?
Slide 7 - Open vraag
Conclusie
Je maakt de bezitsvorm door een -s achter het zelfstandig naamwoord te plakken.
Bij woorden die eindigen op een lange klinker (-a, -o, -i, -u, -y) gebruik je 's om die klank lang te houden. (Emma's - Emmas)
Bij woorden met een accent aigu is dit niet nodig, want die spreek je ook goed uit met de s eraan vast. (Cornés - Corné's)
Bij woorden die eindigen op een stomme-e doe je dit juist niet, want dan zou het -ee worden. (Jelles - Jelle's)
Bij woorden die eindigen op een sis-klank zet je een apostrof achter het woord. (Maurice', Thomas')
Slide 8 - Tekstslide
Apostrof
Heeft drie functies:
Een lettergreep openen: radios - radio's
Aangeven dat er letters of cijfers zijn weggelaten: 's middags, het jaar '95
Aangeven dat de afkorting en het achtervoegsel gescheiden zijn: vwoer - vwo'er
Slide 9 - Tekstslide
Waar is een apostrof nodig?
A
essays
B
horloges
C
diners
D
babytje
Slide 10 - Quizvraag
Waarom schrijf je essaytje en baby'tje?
Slide 11 - Open vraag
Waarom schrijf je Bordeaux's inwoners en Beatrix' huis?
Slide 12 - Open vraag
Cijfers en getallen
Kleine getallen (tot twintig) en ronde getallen schrijf je voluit.
Bij maten, gewichten, jaartallen en afstanden zijn cijfers vaak overzichtelijker.
Grote, ingewikkelde getalen schrijf je in cijfers.
Eenheden schrijf je voluit, zoals euro, procent, kilo of centimeter.
Slide 13 - Tekstslide
Aan de slag
Maak van paragraaf 9.2 opdracht 19, 20 en 21.
Slide 14 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Bezitsvorm en afkortingen
Juni 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Les 2 Samenstellingen en bezitsvorm
Juni 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
niet WW-spelling blok 4, 5 en 6
Maart 2018
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
SpellingH5
Mei 2021
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Spelling 1V blok 5 bezitsvorm en cijfers
Februari 2021
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Ma 6 nov Apostrof en Trema
November 2023
- Les met
24 slides
Week 8 les 2 - Bijvoeglijke naamwoorden, bezitsvorm s of ’s en cijfers en getallen
September 2022
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
17 mei K1V
Mei 2021
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1