V4ges - p1 - les 09: Groei romeins imperium en verspreiding grieks-rom cultuur KA6 en vormentaal ka 5

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

les 9: De klassieke vormentaal van de grieks-romeinse cultuur Ka 5 / Groei romeins imperium en verspreiding grieks-rom cultuur (KA 6)

Thema 1

periode 1

2023-2024

Grieks of Romeins?

Grieks om Romeins?

Grieks om Romeins?

Grieks of Romeins?

Grieks of Romeins?

Grieks of Romeins?

Grieks of Romeins?

Grieks of Romeins?

Grieks om Romeins?

De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

Klassiek: de periode uit de Griekse en Romeinse oudheid (8ste eeuw v.Chr. tot 476 n.Chr). Alles wat die tijd heeft voortgebracht aan denkbeelden en ideeën , noem je ‘klassiek’.

De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

Klassiek: de periode uit de Griekse en Romeinse oudheid (8ste eeuw v.Chr. tot 476 n.Chr). Alles wat die tijd heeft voortgebracht aan denkbeelden en ideeën , noem je ‘klassiek’.

Vormentaal: uitdrukken met behulp van vormen en beelden

De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

Klassiek: de periode uit de Griekse en Romeinse oudheid (8ste eeuw v.Chr. tot 476 n.Chr). Alles wat die tijd heeft voortgebracht aan denkbeelden en ideeën , noem je ‘klassiek’.

Vormentaal: uitdrukken met behulp van vormen en beelden

Welke kenmerken van de Grieks-Romeinse vormentaal zie je?

Hoe weet je dat dit over Rome gaat? 

Welke kenmerken van de Grieks-Romeinse vormentaal zie je?

Hoe weet je dat dit over Rome gaat? 

Welke stijlkenmerken van de Grieks-Romeinse cultuur zie je?

Zijn dit Grieken of Romeinen?

Grieken

Romeinen

Wat gaan we vandaag doen?

• inleiding: klassieke vormentaal (al gedaan)
• Hoofdvraag
• Uitleg Romeinse Rijk: politiek
• Opdracht keizers en hun uitbreidingen
• Afsluiting

Hoofdvraag

Hoe wist Rome een groot rijk te stichten?

Romeins koninkrijk

753-509 v.Chr.

- eerste: Romulus

- alleenheersers (monarchen)

- machtsmisbruik

Romeins koninkrijk

753-509 v.Chr.

- eerste: Romulus

- alleenheersers (monarchen)

- machtsmisbruik

Lucius Tarquinius 

Superbus 

Romeinse Republiek

509 - 27 v.Chr.

- jaarlijks gekozen bestuurders

- Senaat: oud bestuurders met aanzien

- alleen rijke mensen konden bestuurder worden

- eerste uitbreidingen van het romeinse rijk onder leiding Senaat

- militaire successen belangrijk voor politici: macht, aanzien en geld

Romeinse Republiek

509 - 27 v.Chr.

• - jaarlijks gekozen consuls (bestuurders) 
• - Senaat, soort parlement: oud bestuurders met aanzien
• - alleen rijke mensen konden bestuurder worden
• - eerste uitbreidingen van het romeinse rijk onder leiding Senaat
• - militaire successen belangrijk voor politici: macht, aanzien en geld

Romeins keizerrijk

27 v.Chr - 476

• - Augustus de eerste keizer
• - macht officieel delen met Senaat
• - populariteit heel belangrijk
• - moest rijk uitbreiden

Er waren niet altijd keizers...

tijd van grootste expansie

Voorafgaand aan deze scene....

Zat deze scene

ka: De groei van het Romeins imperium waardoor de grieks-romeinse cultuur zich in Europa verspreide

ka: De groei van het Romeins imperium waardoor de grieks-romeinse cultuur zich in Europa verspreide

Opdracht 

• Er verschijnen zo stellingen op het bord. Je krijgt telkens kort de tijd   om een mening te vormen: waar of niet waar.  

stelling 1

Om lid van de Senaat te zijn moest je gekozen worden. Rome was dus een democratie

stelling 2 

De aanwezigheid van het Romeinse leger zorgde voor veel armoede in een veroverd gebied. 

Romeinse leger houdt de wacht

Rust om te handelen

goede wegen

stelling 3 

Van de Pax Romana profiteerde vooral 

de bestuurders van Rome.

stelling 4

Het loonde voor de burgers in veroverde 

gebieden om te romaniseren. 

stelling 5

Als de Romeinen de burgers van verre gebieden hadden gedwongen om hun cultuur over te nemen, waren de veroveringen nooit gelukt. 

Nabespreken

In het boek wordt gezegd: oorlog brengen, vrede krijgen. Klopt dit?

Afsluiting

• Wat heb je vandaag geleerd?
• Zijn er nog vragen?

Huiswerk

Leren KA 5 en 6 

Maken vraag 5.7 en 5.8 en 6.8