Blok C W2 les 2

Schrijven en schaven
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Schrijven en schaven

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • 10 min. Nakijken van elkaars teksten 
  • 15 min. Verwerken feedback & bijschaven teksten
  • 10 min. Bespreken algemene aanpak CE 
  • ... Aanpak CE per vraagtype

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken
  • Maak tweetallen
  • Deel je teksten met elkaar via Teams
  • Vul het nakijkformulier in & stuur het ingevulde formulier terug via Teams

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijschaven
  • Lees het ingevulde nakijkformulier goed door
  • Vraag eventueel om extra uitleg of verduidelijking
  • Verwerk de feedback
  • Neem je eigen tekst nogmaals goed door
  • Lever de definitieve versie van je teksten in via IL 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Facet kun je teksten markeren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een vraag in Facet hebt afgerond, kun je later niet meer terug navigeren naar deze vraag.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het is verstandig om een tekst in het examen direct intensief te lezen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Je begint juist met verkennend lezen. 
Van een fragment in het examen bekijk je alleen het deel dat voor de vraag relevant is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

De fragmenten kun je juist het beste eerst in het geheel bekijken. 
Wat probeer je van iedere leestekst of van elk fragment voor jezelf vast te stellen?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Moet je uiteindelijk elke tekst en elk fragment in het geheel lezen of bekijken?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Over welk gedeelte van de tekst of het fragment gaat de laatste vraag meestal?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goede aanpak voor het beantwoorden van een meerkeuzevraag? (3 stappen)

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden of zinnen markeer je in een leestekst?
A
de zinnen of woorden waarin de vraag gesteld wordt
B
de zinnen of woorden waarin het antwoord te vinden is
C
de zinnen of woorden waarover de vraag gaat

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vind je het antwoord altijd in de gemarkeerde woorden of zinnen?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

De alinea waarin je de woorden of zinnen gemarkeerd hebt kan het antwoord bevatten. Als de woorden of zinnen aan het begin of eind van de alinea staan, lees dan ook de voorgaande of volgende alinea. De zinnen rondom de gemarkeerde woorden of zinnen zijn ook belangrijk om te lezen. 
Bekijk je een fragment steeds opnieuw wanneer je er opnieuw een vraag over krijgt?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Je kunt het beste het fragment eerst in het geheel bekijken. Vervolgens zoek je per vraag het gedeelte terug waarover de vraag gaat. Pak een stukje daarvoor en bekijk dat deel van het fragment nogmaals.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Kijk naar de antwoordopties. Streep de opties die inhoudelijk niet kloppen met de tekst of het fragment.
Zoek in de antwoordopties die overblijven naar synoniemen van belangrijke woorden uit de tekst.
Bekijk welke antwoordoptie het beste antwoord is op de vraag.
Als het antwoord niet direct bij de gemarkeerde woorden te vinden is, zoek dan steeds een stukje verder of terug.

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies