In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Lesopbouw
Presentatie Anouk
Herhaling
Uitleg paragraaf 4
Maken vragen
Slide 1 - Tekstslide
POLITIEK
H3.4 Regering en Tweede Kamer
Slide 2 - Tekstslide
LEERDOEL
Je kan uitleggen wie er in de regering zitten.
Je kan uitleggen wat de taken van de Tweede Kamer zijn.
Je kan uitleggen wat de taken van de minsters zijn.
Je kan uitleggen wat de koning doet.
Slide 3 - Tekstslide
Herhalen H3
Slide 4 - Tekstslide
Wat is een politieke partij?
- Een politieke partij is een groep mensen die dezelfde dingen belangrijk vindt.
- bijvoorbeeld ouderen, jongeren, milieu
- Alle politieke partijen vullen samen alle 150 zetels in de Tweede Kamer
- Als burger kan je stemmen op een politieke partij.
Slide 5 - Tekstslide
op wie ga jij stemmen?
Wat hebben we vorige les geleerd?
Democratie
Dictatuur
Links/Rechts
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Dit is de regering
ministers +de koning
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
wat voor taken hebben ministers?
Bedenken samen plannen die later een wet worden.
Slide 11 - Tekstslide
TAKEN VAN DE TWEEDE KAMER
1. Stemt over wetten
2. controleert of de ministers wel hun huiswerk goed doen
Slide 12 - Tekstslide
Filmclip Tweede Kamer
Slide 13 - Tekstslide
prodemos.nl
Slide 14 - Link
Slide 15 - Tekstslide
prinsjesdag
-Op prinsjesdag leest de koning de troonrede voor in de Ridderzaal.
- Ze rijden door Den Haag in de goudenkoets
- De regering presenteert de miljoenen nota.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Filmclip Prinsjesdag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Gezamenlijk vragen maken
Slide 20 - Tekstslide
1-2-3
Deze mensen zijn Tweede Kamerlid. Ze steken hun hand op om te stemmen, het zijn er veel meer en ze zitten in meerdere rijen achter elkaar.
Koning Willem-Alexander heeft WEINIG macht, want hij is niet gekozen en mag daarom geen besluiten voor ons land nemen.
De juiste volgorde is:
2 -> 6 -> 4 -> 1 -> 3 -> 5
Slide 21 - Tekstslide
1. Tweede Kamer
2. ministers
3. ministers; koning
4. Tweede Kamer
5. Tweede Kamer
6. Tweede Kamer
7. Tweede Kamer; ministers
8. ministers; koning
Slide 22 - Tekstslide
5
A De VVD is met 34 zetels de grootste partij geworden. Die levert meestal de minister-president.
B In de regering zitten.de VVD, D66, het CDA en de ChristenUnie. Zij hebben samen 78 zetels.
C JA.
D Het is moeilijk om wetten te maken als de regering geen meerderheid heeft. In dat geval zullen veel wetten niet worden aangenomen door de Tweede Kamer
Slide 23 - Tekstslide
6
A Controleren of de ministers hun werk wel goed uitvoeren.
B DE MINISTER, want de ministers zijn bezig met het besturen van het land. Als er iets onverwachts gebeurt, moeten zij actie ondernemen. De Tweede Kamer stemt over de plannen en controleert of de plannen goed worden uitgevoerd
Slide 24 - Tekstslide
7
A. ONJUIST, want de regering bestaat uit ministers die niet gekozen worden, maar benoemd.
B. JUIST, want het nemen van goede besluiten en het maken van wetsvoorstellen is veel werk.
C. ONJUIST, want ministers bedenken alleen de wetten. De leden van de Tweede Kamer stemmen erover.