Exit ticket 2.09

Exit ticket 02.09
Je kent de hoogste berg van Duitsland
Je kent 3 Duitse uitvindingen
Je kent 3 Duitse merken
Je kent de werkwoorden sein+haben in de t.t.

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Exit ticket 02.09
Je kent de hoogste berg van Duitsland
Je kent 3 Duitse uitvindingen
Je kent 3 Duitse merken
Je kent de werkwoorden sein+haben in de t.t.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de hoogste berg van Duitsland? en hoe hoog is deze berg?

Slide 2 - Open vraag

Noem 3 Duitse uitvindingen

Slide 3 - Open vraag

Noem 3 Duitse merken

Slide 4 - Open vraag

het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 5 - Sleepvraag

Welke vervoeging van het werkwoord SEIN is goed:
A
Ich bist
B
er ist
C
er isst
D
wir seid

Slide 6 - Quizvraag

Bij het werkwoord sein hoort bij IHR:

A
seine
B
seint
C
seit
D
seid

Slide 7 - Quizvraag

Werkwoord sein. Er/sie/es = ?
A
sind
B
ist
C
bist
D
seid

Slide 8 - Quizvraag

Bij het werkwoord sein hoort bij WIR:
A
bin
B
bist
C
sind
D
seid

Slide 9 - Quizvraag

het werkwoord 'haben'
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 10 - Sleepvraag

haben - er ...
A
habe
B
habt
C
haben
D
hat

Slide 11 - Quizvraag

haben - ihr ...
A
hast
B
habt
C
haben
D
hat

Slide 12 - Quizvraag

haben - du ...
A
hast
B
habst
C
hat
D
habt

Slide 13 - Quizvraag

Kijk naar de vervoeging van sein. Wat klopt er niet?:

Ich haben eine Schwester.

Slide 14 - Open vraag

Wat moet het goede antwoord WEL zijn?
Ich haben eine Schwester.

Slide 15 - Open vraag

Kijk naar de vervoeging van sein. Wat klopt er niet?:
Du habe einen Hund.

Slide 16 - Open vraag

Wat is WEL de juiste vervoeging?
Du habe einen Hund.

Slide 17 - Open vraag

Kijk naar de vervoeging van sein. Wat klopt er niet?:
Er bist 19 Jahre alt.

Slide 18 - Open vraag

Wat moet WEL het goede antwoord zijn?
Er bist 19 Jahre alt.

Slide 19 - Open vraag

Kijk naar de vervoeging van sein. Wat klopt er niet?:
seit ihr zu Hause

Slide 20 - Open vraag