Les H8.2

Programma 
  • Terugblik vorige les 
  • Doelen van deze les 
  • Uitleg paragraaf 8.2
  • 10 minuten in stilte aan het werk
  • Bespreken vraag van de week
  • Aan het werk (keuze) 
  • Afronding van deze les 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programma 
  • Terugblik vorige les 
  • Doelen van deze les 
  • Uitleg paragraaf 8.2
  • 10 minuten in stilte aan het werk
  • Bespreken vraag van de week
  • Aan het werk (keuze) 
  • Afronding van deze les 

Slide 1 - Tekstslide

Waar herken je
ontwikkelingslanden aan?

Slide 2 - Woordweb

De prijs van mais is op dit moment erg laag. Wat kun je als boer doen?
A
Een monocultuur aanleggen.
B
Een buffervoorraad aanleggen.
C
Een ruilvoet aanleggen.
D
Geen van deze drie. Je hebt pech.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het risico van een buffervoorraad aanleggen?

Slide 4 - Open vraag

Doelen van deze les 
  • Je kent de kenmerken van ontwikkelingslanden.
  • Je weet waarom ontwikkelingslanden weinig exportinkomsten hebben.
  • Je weet wat landen doen tegen schommelende grondstofprijzen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Kenmerken
ontwikkelingsland

Slide 7 - Woordweb

Ontwikkelingslanden kennen een lage welvaart 

  • Verdeling van inkomens is vaak ongelijk;
  • De koopkracht is laag (hoge prijzen, laag inkomen);
  • Er is veel sprake van zelfvoorziening;
  • Collectieve voorzieningen zoals onderwijs en zorg zijn slecht.

Slide 8 - Tekstslide

Waar herken je ontwikkelingslanden nog meer aan?
  • Veel werkloosheid
  • Ondervoeding
  • Snelle bevolkingsgroei
  • Analfabetisme
  • Beperkte technologische ontwikkeling
  • Eenzijdige economische structuur: monocultuur

Monocultuur
Bij een monocultuur maakt een land vaak maar één of twee (landbouw) producten. Bijvoorbeeld in Malawi leven ze vooral van de productie van mango's en mais. Dit levert bij export ook vaak veel minder op dan industriele producten zoals de verkoop van iPhones in China. 

Gevolg monocultuur: weinig export. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Ruilvoet 
Als een Zuid-Amerikaans land, zoals Colombia, technologie nodig heeft dan moet zij dat bekostigen met de opbrengst van haar landbouwproducten bananen. 
Zij moeten heel veel bananen verkopen voor één machine. Dit is voor Colombia een slechte ruilvoet. 

Kenmerk ruilvoet ontwikkelingslanden:
Wat dit land exporteert is goedkoop, wat zij importeren is duur. 
Meer weten?

Slide 11 - Tekstslide

Buffervoorraad
Door de sluiting van de horeca verkopen boeren minder aardappelen. Reden: we eten minder friet. Hierdoor daalt de prijs van de aardappel, omdat er minder vraag is. 


De prijzen van landbouwgoederen veranderen constant. Ontwikkelingslanden leven hiervan, dus ze werken vaak met dit systeem van buffervoorraden. 
Oplossing van de prijsdaling
Bewaar de aardappelen totdat de prijs ervan gaat stijgen. Dit noem je het aanhouden van buffervoorraden. 
Kanttekening oplossing
Je kunt aardappels en andere gewassen niet oneindig bewaren: ze bederven. Soms is iets met verlies verkopen beter dan €0 verdienen. 

Slide 12 - Tekstslide

Aan het werk 

De komende 10 minuten gaat iedereen aan het werk met deze opdrachten. Je kunt nu geen vragen stellen of overleggen. 

Deze les maken H8.2: 1 t/m 10.
Begin met vragen 5 en 10, deze gaan we zo klassikaal bespreken.

timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Keuzewerk


Je kunt aan de slag met de volgende keuzes: 

  • Huiswerk maken verplicht H8.2: 1 t/m 10. 
  • Werken op eindexamensite (hiermee afronden mogelijk)
  • Oefenen Quizlet
  • Maken eigen samenvatting + rekenopdrachten 
  • Eigen keuze: in overleg met Tobias
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Afronding van deze les 
  • Je kent de kenmerken van ontwikkelingslanden.
  • Je weet waarom ontwikkelingslanden weinig exportinkomsten hebben.
  • Je weet wat landen doen tegen schommelende grondstofprijzen.

Slide 17 - Tekstslide

Tot volgende week!

Slide 18 - Tekstslide