M3 vragen/quel

Bonjour et bienvenue! 
* on parle de l'avenir et des vacances d'été
* faire une question/ pronom interrogatif 

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Bonjour et bienvenue! 
* on parle de l'avenir et des vacances d'été
* faire une question/ pronom interrogatif 

Slide 1 - Tekstslide

Pronom interrogatif
* Vraagzinnen maken, hoe? 
* vragend voornaamwoord; 
Welke?

Slide 2 - Tekstslide

Op welke 3 manieren maak je een vraagzin in het Frans?

Slide 3 - Woordweb

Poser une question
Tu parles français

1) Tu parles français?                        (? erachter)
2) Est-ce que tu parles français? (est-ce que aan het begin vd zin)
3) Parles-tu français?                      (omkering) Let op ! Niet bij namen/ zelfst nw 

Slide 4 - Tekstslide

Poser une question
Tu fais du sport. (quand)-> vraagwoord
  1. Tu fais du sport quand?
  2. Quand tu fais du sport?
  3. Quand est-ce que tu fais du sport?

Slide 5 - Tekstslide

Vraagwoorden
Wie = qui
Wat = qu'est-ce que
Waar = où
Wanneer = quand
Waarom = pourquoi

Hoe = comment
Hoeveel = combien

Slide 6 - Tekstslide

Let op verschil! 

Qu'est-ce qui = wat  =onderwerp
Qu'est-ce qui est intéressant à voir? 
Qu'est-ce que = wat = lijdend voorwerp

Qu'est-ce que vous avez fait à Londres?

Slide 7 - Tekstslide

bijvoeglijke vragende voornaamwoorden
De bijvoeglijke vragende vnw quel/quels/quelle/quelles staan meestal voor het ZN en passen zich aan aan het zn waar ze bij horen.
Quel livre- welk boek? mannelijk
quelle voiture- welke auto  vrouwelijjk
quels livres- welke boeken mannelijk meervoud
quelles voitures- welke auto's vrouwelijk meervoud

Slide 8 - Tekstslide

Je kunt ze ook gebruiken zonder zelfst nw ; 
passen zich aan aan het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen; 
Lequel de ces livres est à toi                            - welke van deze boeken is van jou
Laquelle de ces voitures est la plus belle- welke van deze auto's is het mooist
Il a acheté deux livres. Lesquels?                - hij heeft 2 boeken gekocht. Welke?
J'ai mangé deux pizzas! Lesquelles?       - ik heb 2 pizza's gegeten! Welke?

Slide 9 - Tekstslide

(welk) classe a eu de bons résultats?
A
quel
B
quelle
C
lequel
D
laquelle

Slide 10 - Quizvraag

Pour aller à Paris je vais prendre la voiture.
........................?
A
lequel
B
laquelle
C
lesquels
D
lesquelles

Slide 11 - Quizvraag

Je vais acheter 2 pantalons.
Welke? ......
A
lequel
B
laquelle
C
lesquels
D
lesquelles

Slide 12 - Quizvraag

............. sont tes matières préférées?
A
quelles
B
quel
C
quels
D
quelle

Slide 13 - Quizvraag

FIN

Slide 14 - Tekstslide