hersenwerk en dierengekte
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Vraag 1: Op welke manier wordt het onderwerp van de tekst....
A
aanleiding
B
mening
C
uitleg
D
samenvatting
Slide 2 - Quizvraag
Vraag 2: Welk kopje geeft het beste de inhoud van deel 3 weer?
A
activiteit...
B
creativiteit...
C
mogelijkheden en beperkingen
D
sport
Slide 3 - Quizvraag
Vraag 3: Welk kopje geeft het beste de inhoud van deel 4 weer?
A
belangrijke...
B
jongeren...
C
omgeving...
D
talent...
Slide 4 - Quizvraag
Vraag 4: Wat is het verband tussen alinea 2 en 3?
A
tegenstelling
B
toelichting
C
oorzaak
D
uitzonderingen
Slide 5 - Quizvraag
Vraag 5: Wat voor vragen worden er gesteld?
A
mening
B
ervaring
C
fouten en...
D
uiteenlopende kanten...
Slide 6 - Quizvraag
Vraag 6: Noem drie factoren waarvan mensen afhankelijk zijn.
Slide 7 - Open vraag
Vraag 7: In welke andere alinea wordt het belang aangetoond?
Slide 8 - Open vraag
Vraag 8: Welke twee factoren zijn dat?
Slide 9 - Open vraag
Vraag 9: Hoe kun je de hoofdgedachte van deze tekst het beste weergeven?
A
veranderen brein...
B
hoe ouder...
C
je brein...
D
je kunt....
Slide 10 - Quizvraag
Vraag 10: Wat is het voornaamste doel van de tekst?
A
boek kopen
B
overtuigen
C
mening duidelijk maken
D
informeren
Slide 11 - Quizvraag
Vraag 15: Hoe wordt de tekst ingeleid?
A
samenvatting
B
aanleiding
C
geschiedenis
D
standpunt
Slide 12 - Quizvraag
Vraag 16: Welke bedoeling heeft de schrijfster met de tweede alinea?
A
alleen eigenaren...
B
de mensen anders...
C
veel geld...
D
huisdieren beter dan...
Slide 13 - Quizvraag
Vraag 17: Welk kopje geeft het beste de inhoud weer van deel 2?
A
kosten...
B
lagere...
C
veranderende...
D
voor- en nadelen...
Slide 14 - Quizvraag
Vraag 18: Welk kopje geeft het beste de inhoud weer van deel 3?
A
effect....
B
grote en....
C
nieuwe...
D
toenemende....
Slide 15 - Quizvraag
Vraag 19: Citeer de zin uit alinea 9 waarin een soortgelijk voorbeeld wordt genoemd.
Slide 16 - Open vraag
Vraag 20: Citeer de zin uit alinea 10 waarin hij hetzelfde beweert.
Slide 17 - Open vraag
Vraag 21: Welk antwoord geeft zij zelf op die vraag?
A
alles wat...
B
als je...
C
het gaat....
D
om het....
Slide 18 - Quizvraag
Vraag 22: Hoe zullen de mensen volgens Hellebrekers van de KNMvD op de hoge kosten gaan reageren?
A
ze laten....
B
ze nemen....
C
ze zien...
D
ze zoeken...
Slide 19 - Quizvraag
Vraag 23: Geef uit alinea 11 een voorbeeld van dierengekte die niet bij de geneeskunde hoort.
Slide 20 - Open vraag
Vraag 24: Waarvan maakt de schrijfster vooral gebruik?
A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3
Slide 21 - Quizvraag
Vraag 25: Wat is het belangrijkste doel?
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
tot handelen aansporen
