Les fables de La Fontaine

Les fables de la fontaine
Na deze les weet je: 
wie Jean de La Fontaine was en in welke tijd hij leefde.

Na deze les ken je:
de kenmerken van een fabel
de moraal van een aantal bekende fabels en kun je deze  herkennen in onze huidige samenleving

Voor we beginnen
Lees de uitleg in het boekje door (de fabels lezen we samen)



1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,6

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les fables de la fontaine
Na deze les weet je: 
wie Jean de La Fontaine was en in welke tijd hij leefde.

Na deze les ken je:
de kenmerken van een fabel
de moraal van een aantal bekende fabels en kun je deze  herkennen in onze huidige samenleving

Voor we beginnen
Lees de uitleg in het boekje door (de fabels lezen we samen)



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Le classicisme
  • eind 17e eeuw
  • tijd van de Zonnekoning (Louis 14, le Roi Soleil)
  • veel toneelstukken en poëzie
  • toneelstukken volgens een bepaalde opbouw: probleemstelling, crisis en ontknoping
  • gebaseerd op verhalen uit de klassieke oudheid, doel om deze te verbeteren (bijv.' Le corbeau le renard 'en 'La cigale et la fourmi' zijn gebaseerd op fabels van Aesopus  die 600 jaar voor Christus leefde)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Le Roi Soleil

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

C'est qui 'La Fontaine'?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les fables de La Fontaine (1)
  •  Als schrijver mag je in de 17de eeuw geen kritiek hebben op de macht. Er zijn schrijvers die wél kritiek uiten, al is het niet openlijk. 
  • Literaire middelen om de kritiek in te verpakken zijn bijv. fabels. Jean de la Fontaine (1621-1695) amuseert mensen met een leuk dierenverhaal maar houdt hun tegelijkertijd een spiegel voor. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les fables de La Fontaine (2)
  •  Structuur van een toneelstuk (probleem, crisis, ontknoping)
  • Bedoeling om mensen iets te leren
  • La Fontaine gebruikt zijn eigen tijd om tijdloze en universele waarheden te laten zien
  • La Fontaine is pessimistisch, je kan niet ontsnappen aan je lot en moet er maar het beste van maken.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les fables de La Fontaine (3)
  • La Fontaine schrijft dierenliteratuur
  •  wereld van de dieren stelt die van de mensen voor
  • één eigenschap van mensen wordt in het dier uitvergroot
  • die ene karaktertrek wordt overtrokken zodat je een goed beeld hebt van de fouten die La Fontaine bekritiseert
  • niks nieuws: leeuw is de heerser, vos is sluw 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dieren in verhalen

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Le corbeau et le renard

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



De raaf en de vos
Meester raaf zat in een eikeboom.
Hij klemde in zijn bek een heerlijk brokje Gouda.
Meester vos, gelokt door deze droom
Van geur, keek op en sprak: "Doctor honoris causa,
U met uw wijs en alziend oog
En met uw glanzend zwarte toog,
Als ook uw stemorgaan zo mooi is als uw veren
dan moet toch ieder dier u als een feniks eren!"
Meester raaf, ontroerd door zoveel eer,
Wipte van tak tot tak en boog zich wat naar voren,
Keek toen trots over zijn snavel neer
Op meester vos en om zijn stem te laten horen
Gaapte hij met zijn bek héél wijd.
Maar ja, de kaas was hij toen kwijt.
Hij hapte er nog naar, keek treurig naar beneden.
De vos pakte zijn prooi en fleemde toen tevreden:
"Denk eraan, mijn waarde heer,
Elke vleier schenkt zijn eer
Aan door 't lot verwende vrinden
Die zichzelf belangrijk vinden.
Deze wijze les, helaas,
Kost u wel dit brokje kaas!"
Beschaamd verborg de raaf zich in de eiketakken
En kraste toen wat laat: "Mij zul je niet meer pakken!"



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Que tient le corbeau dans son bec ?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Que veut montrer le corbeau au renard : sa.....

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Complète ce vers : le renard dit : "Que vous êtes joli !.......!

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Qui dit ce vers: "Cette leçon vaut bien un fromage"
A
le renard
B
le corbeau
C
le conteur (de verteller)

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit, wat is de moraal van dit verhaal?

Slide 16 - Open vraag

Elke vleier leeft dankzij degene die naar hem luisteren. Hij bekritiseert hiermee de maatschappij waarin hooggeplaatste mensen die luisteren naar het gevlei van de mensen onder hen die alles zeggen wat ze denken dat de ander wil horen.
Le loup et l'agneau

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de fabel van le loup et l'agneau was er sprake van onrechtvaardigheid; het onschuldige lammetje wordt gestraft. De fabels van La Fontaine zijn tijdloos, niet alleen in de 17e eeuw werden ze begrepen en spraken tot de verbeelding, de thema's zijn ook nu nog herkenbaar. Bedenk 2 onrechtvaardige situaties die je om je heen ziet en leg uit waarom je ze onrechtvaardig vindt.
timer
10:00

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Omschrijf de wolf

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

omschrijf het lam

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je het dialoog tussen de wolf het best omschrijven?
A
een gesprek
B
een debat
C
een proces

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de moraal van dit verhaal?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Le lièvre et la tortue

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met welk spreekwoord begint het verhaal van de schildpad en de haas?
A
Rien ne sert de partir, il faut courir
B
Rien ne sert de courir, il faut bien dormir
C
Rien ne sert de courir, il faut partir à point

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie daagt de ander uit?
A
de schildpad
B
de haas

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zegt de haas dan?
A
Hij accepteert het zonder aarzeling
B
Hij vraagt of hij wel goed wijs is
C
Hij weigert de uitdaging

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pour atteindre le but....
A
notre lièvre n'avait que quatre pas a faire
B
notre lièvre n'était qu'à un pas de la victoire
C
notre lièvre ne devait rien faire

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

La tortue...
A
se repose à chaque pas
B
se hâte avec lenteur
C
court sans cesse

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

On continue :Le lièvre et la tortue

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Qui gagne la course?
A
la tortue
B
la lièvre
C
les deux

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zegt de schildpad na zijn overwinning?
A
De quoi sert votre vitesse? Moi l'emporter! Et que serait-ce si vous portiez des ailes?
B
De quoi sert votre sagesse? Moi l'emporter! Et que serait-ce si vous portiez une maison?
C
De quoi sert votre vitesse? Moi l'emporter! Et que serait-ce si vous portiez une maison?

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de moraal van dit verhaal?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

La cigale et la fourmi

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De krekel sjirpte dag en nacht, zo lang het zomer was,
Wijl buurvrouw mier bedrijvig op en neer kroop door ’t gras
“Ik vrolijk je wat op,” zei hij. “Kom, luister naar mijn lied.”
Zij schudde nijdig met haar kop: “Een mier die luiert niet!”
Toen na een tijd de vrieswind kwam, hield onze krekel op.
Geen larfje of geen sprietje meer: droef schudde hij zijn kop.
Doorkoud en hongerig kroop hij naar ’t warme mierennest.
“Ach, juffrouw mier, geef alsjeblieft wat eten voor de rest
Van deze barre winter. Ik betaal met rente terug,

Nog vóór augustus, krekelwoord en zweren doe ‘k niet vlug!”
“Je weet dat ik aan niemand leen,”
Zei buurvrouw mier toen heel gemeen.
“Wat deed je toen de zon nog straalde
En ik mijn voorraad binnenhaalde?”
“Ik zong voor jou,” zei zacht de krekel.
“Daaraan heb ik als mier een hekel!
Toen zong je en nu ben je arm.
Dus dans nu maar, dan krijg je ’t warm!”
Wie leeft van kunst gaat door voor gek.
Vaak lijdt hij honger en gebrek.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pendant quelle saison la cigale a-t-elle chanté?
A
Tout l'été
B
Tout l'automne
C
Tout l'hiver

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pourquoi la cigale se rendit-elle chez sa voisine?
A
Pour lui dire de s'en aller
B
Pour lui demander de l'argent
C
Pour lui crier famine

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Quel est le moindre défaut de la Fourmi?
A
elle ne travaille pas
B
elle n'est pas propre
C
elle n'est pas prêteuse

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Que demande la Fourmi a la Cigale?
A
comment elle fait pour chanter
B
ce qu'elle faisait au temps chaud
C
ce qui se passe chez elle

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Qu'est-ce que la Fourmi ordonne à la Cigale après?
A
de chanter encore
B
de danser
C
de faire le ménage

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Que faisait donc la cigale pendant cette période?
A
elle chantait
B
elle criait
C
elle cuisinait

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de moraal van dit verhaal?

Slide 45 - Open vraag

Wie niet werkt, zal ook niet eten/het leven bestaat niet alleen uit plezier maken, er moeten ook serieuze dingen gebeuren/hard werken wordt beloond.
Beschrijf een situatie waarin je zelf was zoals de krekel
timer
0:05

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

La grenouille qui veut se faire plus grosse que le Boeuf

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Een os stond in de wei te dromen bij een beek
En zag hoe daar vlakbij een kikker hem bekeek.
Hij was zichtbaar jaloers, niet groter dan een ei,
Maar kwaakte kwaad:
"Kijk, kijk! 'k Word net zo groot als jij!"
De os sloeg met zijn staart en stond zich te verbazen.
De kikker rekte zich, begon zich op te blazen.
Hij blies en blies, hield zich even in
En vroeg: "Is dit geen goed begin?
Ben ik op weinig tijd niet reuze aangekomen?"
De os zei: "Boe!" En bleef maar voor zich uit staan dromen.



De kikker wond zich op, begon met nieuwe moed
Hij voelde alles spannen. "Is het nu nog niet goed?"
"Boe!" deed de os bedroefd. "Het lijkt er echt niet op.
Niet groter dan een pad, maar met een dikke kop!"
Nu werd de kikker woest, hij duwde, blies en balde
Zijn spieren plots zo hard dat hij aan flarden knalde
De wereld barst van waan en nijd
Om wie de snelste auto rijdt
Het grootste huis. De verste reis.
Ach, is dat allemaal wel wijs?

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Complétez: une grenouille vit un boeuf qui lui sembla...
A
immense
B
de grande taille
C
de belle taille

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

La grenouille n'était pas plus grosse qu'
A
un oeuf
B
un rat
C
un chat

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Comment est la grenouille?
A
prêteuse
B
envieuse
C
malheureuse

Slide 51 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Que signifie "Pour égaler l'animal en grosseur"?
A
ça ne veut rien dire
B
pour être beaucoup plus grosse que le boeuf
C
pour être aussi grosse que le boeuf

Slide 52 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Qu'est-il arrivé à la grenouille?
A
le boeuf l'a mangée
B
elle a fini par exploser
C
rien de spécial

Slide 53 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Quelle est la morale de cette fable?
A
il faut rester sage, humble et à sa juste place sans chercher à imiter les autres.
B
il faut toujours chercher à être supérieur aux autres
C
on a toujours besoin d'une personne plus forte que soi

Slide 54 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies