In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hoe worden de provincie en de gemeente bestuurd?
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van de les weet je hoe de provincie en gemeente bestuurd worden.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het leerdoel aan het begin van de les.
Wat weet jij al over het bestuur van de provincie en de gemeente?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Provincie en gemeente
De provincie bestaat uit gemeenten. De gemeente is het laagste bestuursorgaan in Nederland.
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat de provincie en gemeente zijn en hoe deze zich tot elkaar verhouden.
College van B&W
Het college van burgemeester en wethouders is het dagelijks bestuur van de gemeente.
Slide 5 - Tekstslide
Vertel wat het college van B&W is en wat hun rol is.
Burgemeester
De burgemeester is voorzitter van de gemeenteraad en het college van B&W.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit wat de rol van de burgemeester is.
Gemeenteraad
De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan van de gemeente en controleert het college van B&W.
Slide 7 - Tekstslide
Vertel wat de gemeenteraad is en wat hun rol is.
Wethouders
Wethouders zijn verantwoordelijk voor een bepaald beleidsterrein, zoals onderwijs of verkeer.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit wat de rol van wethouders is.
Taken gemeente
De gemeente is verantwoordelijk voor taken zoals afvalverwerking, onderhoud van wegen en openbare verlichting.
Slide 9 - Tekstslide
Beschrijf welke taken de gemeente heeft.
Welke taken zijn de verantwoordelijkheid van de gemeente?
A
Defensie, buitenlandse zaken en financiën.
B
Onderwijs, gezondheidszorg en justitie.
C
Afvalverwerking, onderhoud van wegen en openbare verlichting.
D
Energievoorziening, telecom en post.
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie is voorzitter van de gemeenteraad en het college van B&W?
A
Een lid van de gemeenteraad
B
Een ambtenaar
C
De burgemeester
D
Een wethouder
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het laagste bestuursorgaan in Nederland?
A
De gemeente
B
De provincie
C
Het Europees Parlement
D
De Tweede Kamer
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Commissies gemeenteraad
De gemeenteraad heeft commissies die zich richten op specifieke beleidsterreinen, zoals de commissie Ruimte.
Slide 13 - Tekstslide
Leg uit wat de commissies van de gemeenteraad zijn en wat hun rol is.
Provinciale Staten
De Provinciale Staten zijn het hoogste bestuursorgaan van de provincie.
Slide 14 - Tekstslide
Vertel wat de Provinciale Staten zijn en wat hun rol is.
Gedeputeerde Staten
Gedeputeerde Staten zijn het dagelijks bestuur van de provincie en voeren het beleid uit.
Slide 15 - Tekstslide
Beschrijf wat Gedeputeerde Staten zijn en wat hun rol is.
Commissaris van de Koning
De Commissaris van de Koning is de voorzitter van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten.
Slide 16 - Tekstslide
Leg uit wat de rol van de Commissaris van de Koning is.
Taken provincie
De provincie is verantwoordelijk voor taken zoals openbaar vervoer, ruimtelijke ordening en natuurbeheer.
Slide 17 - Tekstslide
Beschrijf welke taken de provincie heeft.
Stemmen
Je kunt stemmen voor de gemeenteraad en Provinciale Staten. Dit doe je eens in de vier jaar.
Slide 18 - Tekstslide
Leg uit hoe het stemmen voor de gemeenteraad en Provinciale Staten werkt.
Democratie
De gemeenteraad en Provinciale Staten zijn onderdeel van de Nederlandse democratie.
Slide 19 - Tekstslide
Beschrijf kort wat de Nederlandse democratie inhoudt.
Vragen
Heb je nog vragen over het bestuur van de provincie en gemeente?
Slide 20 - Tekstslide
Geef leerlingen de kans om vragen te stellen.
Quiz
Test je kennis over het bestuur van de provincie en gemeente met deze quiz!
Slide 21 - Tekstslide
Geef een quiz om te kijken of leerlingen de stof begrepen hebben.
Bronnen
Hier vind je bronnen waar je meer informatie kunt vinden over het bestuur van de provincie en gemeente.
Slide 22 - Tekstslide
Geef bronnen waar leerlingen meer informatie kunnen vinden.
Einde
Dit was het einde van de les. Bedankt voor het leren!
Slide 23 - Tekstslide
Sluit de les af en bedank de leerlingen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 24 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 25 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 26 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.