Congocrisis

 1960-1965
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

 1960-1965

Slide 1 - Tekstslide

Inhoudsopgave:

- Achtergrond
- Oorzaken 
- Belangrijke gebeurtenissen
- Standpunten 
- Feitjes 

Slide 2 - Tekstslide

Achtergrond:
 - Congo rijk in producten
 - Families verplicht vluchten
 - Armoede
 - Weinig eten, drinken
 - Nadat Congo onafhankelijk was begon crisis

Slide 3 - Tekstslide

Oorzaken:
- Ruzie tussen leiders
- Landen willen Congo hun producten
- Burgeroorlog
- Mensen vermoord, gevlucht, ondervoed

Slide 4 - Tekstslide

Belangrijke Gebeurtenissen:

- Op 30 juni 1960 werd Congo onafhandelijk van België.
- Katanga en Zuid-Kasai scheidden zich af met steun van België

Slide 5 - Tekstslide

Standpunten:
De Cubacrisis in 1962, Die misschien wel het spannendste moment uit de Koude Oorlog was. Tijdens deze crisis stonden de Verenigde Staten (als aanvoerder van de kapitalistische wereld) en de communistische landen onder leiding van de Sovjet-Unie tegenover elkaar. De spanningen liepen hoog op, maar uiteindelijk werd een nucleaire confrontatie voorkomen.

 


nucleaire confrontatie= situatie waarin twee of meer landen met kernwapens dreigen om deze wapens in te zetten tegen elkaar. 
 

Slide 6 - Tekstslide

Feitjes:
- Het land zit boordevol waardevolle grondstoffen, zoals Goud, Diamant, Coltan en Rubber. Verder is het land erg vruchtbaar, omdat er behoorlijk wat regen valt. Toch behoort Congo tot één van de armste landen ter wereld.

- Op 27 Oktober 1971 werd de Democratische Republiek Congo omgedoopt tot Zaïre. Het land zou die naam houden tot 1997.

Slide 7 - Tekstslide

Tussen welke leiders was er ruzie?

Slide 8 - Open vraag

Wat gebeurde er op 30 Juni 1960?
A
België en de Sovjet-Unie vormden samen
B
Katanga en Zuid-Kasai scheidden zich
C
Congo werd onafhandelijk van België
D
Geen van alle

Slide 9 - Quizvraag

Met welke grondstoffen zit het land vol mee?

Slide 10 - Open vraag

Einde:

Slide 11 - Tekstslide