3. De trein

3. De trein
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3. De trein

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Bekijk samen de praatplaat op de volgende dia.

Wat zie je?
De docent schrijft de woorden bij de plaat (op het bord).

Stel vragen: Ga jij wel eens met de bus? Of met de trein?...

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat zie je op de volgende dia's?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

trein

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

station

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

klok

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

spoor

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

kaartje

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

ov-kaart

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

bord

Slide 19 - Tekstslide

trein

Slide 20 - Tekstslide

station

Slide 21 - Tekstslide

klok

Slide 22 - Tekstslide

spoor

Slide 23 - Tekstslide

kaartje

Slide 24 - Tekstslide

ov-kaart

Slide 25 - Tekstslide

bord

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Wat zie je?
A
trein
B
spoor
C
klok
D
kaartje

Slide 34 - Quizvraag

Wat zie je?
A
spoor
B
ov-kaart
C
klok
D
trein

Slide 35 - Quizvraag

Wat zie je?
A
bord
B
trein
C
kaartje
D
klok

Slide 36 - Quizvraag

Wat zie je?
A
klok
B
trein
C
station
D
bord

Slide 37 - Quizvraag

Wat zie je?
A
trein
B
ov-kaart
C
kaartje
D
bord

Slide 38 - Quizvraag

Wat zie je?
A
station
B
spoor
C
kaartje
D
bord

Slide 39 - Quizvraag

Wat zie je?
(laatste)
A
kaartje
B
spoor
C
bord
D
ov-kaart

Slide 40 - Quizvraag

1. - Bekijk samen de tekst.
   - Vraag of de leerlingen weten wat het is.
   - Leg uit dat je deze tekst niet helemaal hoeft te                lezen.

2. - Beantwoord samen de vraag.

3. - Beantwoord samen de vraag.

4. - Beantwoord samen de vraag.

Besteed extra aandacht aan de instructiewoorden: kruis aan/omcirkel/onderstreep.

Kijk ook goed of de leerlingen dit op de juiste manier doen.

Slide 41 - Tekstslide

5. - Beantwoord samen de vraag.

6. - Beantwoord samen de vraag.

Besteed extra aandacht aan de instructiewoorden: schrijf/kruis aan.

7. - Lees de tekst voor.
   - Bespreek de tekst.
   - Laat een paar leerlingen lezen.

8. - Beantwoord samen de vraag.

9. - Beantwoord samen de vraag.

Besteed extra aandacht aan de instructiewoorden: omcirkel/onderstreep.

Slide 42 - Tekstslide

10.  - Bekijk samen de tekst.
       - Vraag of de leerlingen weten wat het is.
       - Leg uit dat je deze tekst niet helemaal hoeft te               lezen.

11. - Beantwoord samen de vraag.

12. - Beantwoord samen de vraag.

Besteed extra aandacht aan de instructiewoorden: omcirkel/onderstreep.




Slide 43 - Tekstslide

13. - Bekijk samen de tekst.
      - Vraag of de leerlingen weten wat het is.
      - Leg uit dat je deze tekst niet helemaal hoeft te              lezen.

14. - Beantwoord samen de vraag.

15. - Beantwoord samen de vraag.

Besteed extra aandacht aan de instructiewoorden: omcirkel/onderstreep.




Slide 44 - Tekstslide

16.  - Lees de tekst voor.
       - Bespreek de tekst.
       - Laat een paar leerlingen de tekst lezen.

17. - Beantwoord samen de vraag.

Besteed extra aandacht aan de instructiewoorden: lees en schrijf.




Slide 45 - Tekstslide

trein
kaartje
spoor
bord
klok

Slide 46 - Sleepvraag

Hakken - plakken

Welke woorden hoor je?

Slide 47 - Tekstslide

bus
kaart
bord
trein
raam
fluit
spoor
klok
tijd

Slide 48 - Sleepvraag

Luister goed en zeg na:

Slide 49 - Tekstslide

(laatste)
Ik ga op reis.
Ik ga met de trein.
Ik koop een kaart.
Ik wacht op de trein.
Ik zoek een stoel.
Ik kijk uit het raam.
Ik lees in een boek.
Het is fijn in de trein.

Slide 50 - Sleepvraag

Huiswerk:

Bij de bus of de trein vind je borden met de tijden.









Ga naar de bus of de trein en maak een foto van het bord met de tijden.

Slide 51 - Sleepvraag