1) Je leest eerst goed alle genoemde alinea’s, in dit geval alinea 5 tot en met 8. En je leest extra goed de eerste zin van elke alinea. Je probeert eerst zelf het verband te vinden.
2) Dan zoek je in de antwoorden de kernwoorden op die op een verband wijzen. Kernwoorden zijn hier: toelichting, verklaring, de opzet van een onderzoek en het resultaat van het onderzoek. De betekenis van deze kernwoorden moet je dus goed kennen.
3) Eén voor één bekijk je alle antwoorden. Je vraagt je af, welke drie antwoorden kunnen en moeten afvallen. Je houdt daarna het beste antwoord over.