par 3 mening, argument, conclusie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Pak alvast je boek en je iPad

Klas 3TNA

Goedemorgen

en

Ga zitten volgens de

plattegrond                 

Wat gaan we  doen?

• Uitleg mening, argument en conclusie
• 3 quizvragen
• Aan de slag
• sollicitatieformulier

Filmpje met uitleg 

(2,5 minuut)

Luister goed mee!

Wat heb je geleerd?

Mening	Ik vind...., volgens mij......
Argument	want....., omdat ...........
Conclusie	Dus....., al met al

Ik vind de Gamma een slechte winkel.

1. argument
2. mening
3. conclusie

, omdat hun gereedschap zomaar kapot gaat.

1. argument
2. mening
3. conclusie

Dus omdat ze daar geen kwaliteit leveren, ga ik er niet meer naar toe.

1. argument
2. mening
3. conclusie

Waarom heb je argumenten nodig
als je gaat solliciteren?

Sollicitatie-

formulier

Aan de slag 

Noteer de antwoorden netjes in je schrift.

Basis	opdracht 1 blz. 17
Kader	opdracht 1 en 2 blz. 18 en 19

Ben je klaar?

• Kijk je antwoorden zelf na.
• Vul het sollicitatieformulier van Albert Heijn netjes in.

Pak alvast je boek en je iPad

Klas 3TNA

Goedemorgen

en

Ga zitten volgens de

plattegrond                 

Wat gaan we  doen?

• Herhaling: mening, argument en conclusie
• 5 quizvragen
• Kijk/ luisteropdracht 
• Opdracht uit het boek

Feit

- Iets dat waar is

- Je kunt het controleren

- Je kunt het bewijzen

Mening

- Iets dat iemand vindt over iets

- Je kunt het herkennen aan:

'ik vind', 'volgens mij'

- Je kan het ermee eens en oneens zijn

Argument

- De reden waarom iemand iets vindt

- Je kunt dit herkennen aan:

 'want', 'omdat', 'daarom', 'namelijk'

Conclusie

- Aan het einde van een tekst kan de schrijver een conclusie geven

- Kort herhalen van mening en argument

- Je kunt het herkennen aan:

'dus', 'concluderend', 'dat betekent'

1. Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Willem-Alexander is de koning van Nederland.

1. Feit
2. Mening
3. Argument
4. Conclusie

2. Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Ik vind Maxima de mooiste koningin van Europa.

1. Feit
2. Mening
3. Argument
4. Conclusie

3. Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Dat betekent dat prinses Beatrix haar boot dus moet verkopen.

1. Feit
2. Mening
3. Argument
4. Conclusie

4. Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Omdat deze boot de burgers heel veel geld kost.

1. Feit
2. Mening
3. Argument
4. Conclusie

5. Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Nederlands is het leukste vak op school.

1. Feit
2. Mening
3. Argument
4. Conclusie

Kijk/ luisteropdracht

Filmpje (7 min. 30)

Bekijk vast de vragen

Aan de slag 

Noteer de antwoorden netjes in je schrift.

Basis	opdracht 4 en 5 b
Kader	opdracht 5 t/m 7 blz. 22

Ben je klaar?

• Lever je schrift bij mij in.

Pak alvast je boek en je iPad

Klas 3TNA

Goedemorgen

en

Ga zitten volgens de

plattegrond                 

Opdrachten van gisteren  nakijken (5 min)

Basis	opdracht 4 en 5 blz. 20
Kader	opdracht 3 blz. 20

We bekijken 2x een fragment uit

Lees eerst de vragen goed door.

Schrijf netjes, want jullie kijken elkaars opdrachten na.

Daarna bij mij  inleveren.

Wat gaan we  doen?

• Arjen Lubach over het MBO
• Herhaling vorige les (3 vragen)
• Werkblad invullen
• Overtuigende tekst uittypen
• Tekst bij mij inleveren

Welkom klas 3TNA

Herhaling vorige les

(4 vragen)

In welke 3 delen moet je een geschreven tekst ook alweer indelen?

titel

inleiding: Maak je onderwerp en je mening duidelijk. Gebruik een persoonlijk verhaal.

Middenstuk: Geef steeds je mening, gevolgd door een argument. Gebruik signaalwoorden (want, omdat)

Slot: Herhaal de belangrijkste argumenten. Gebruik signaalwoorden om de conclusie te trekken (dus...).

Je voor- en achternaam

Wat is ook alweer het verschil tussen 

een feit en een mening?

Hoe kun je je mening versterken?

Wat doe je ook alweer in de laatste alinea?

Aan de slag 

1. Vul het werkblad in

2. Als je klaar bent, typ je de tekst uit op je iPad

3. Uitprinten en inleveren

(telt mee voor je cijfer)

Denk om de spelling.

Tussen elke alinea komt één witregel.

titel

inleiding: Maak je onderwerp en je mening duidelijk. Gebruik een persoonlijk verhaal.

Middenstuk: Geef steeds je mening, gevolgd door een argument. Gebruik signaalwoorden (want, omdat)

Slot: Herhaal de belangrijkste argumenten. Gebruik signaalwoorden om de conclusie te trekken (dus...).

Je voor- en achternaam

Je gaat een overtuigende tekst schrijven

Stelling:

Een MBO-opleiding biedt mij een gouden toekomst.