VISU LJ1 P2 O1
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Tips & Tops
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Welke eigenschap van houtskool maakt het geschikt voor schetsen?
A
Het droogt snel op
B
Het is makkelijk uit te vegen
C
Het heeft felle kleuren
D
Het kan niet uitgewist worden
Slide 5 - Quizvraag
Hoe kun je met houtskool lichte en donkere tinten creëren?
A
Door water toe te voegen
B
Door verschillende lagen aan te brengen
C
Door harder of zachter te drukken
D
Door met een penseel te werken
Slide 6 - Quizvraag
Welke techniek wordt vaak gebruikt om houtskooltekeningen te fixeren?
A
Verdund water
B
Fixatief spray
C
Acrylverf
D
Olie
Slide 7 - Quizvraag
Welke eigenschap van aquarelverf maakt het lastig om fouten te corrigeren?
A
Het droogt niet
B
Het blijft dik op het papier liggen
C
Het is permanent als het opdroogt
D
Het is moeilijk te mengen
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een veelgebruikte techniek om bij aquarel lichte delen te behouden?
A
Droge borstel
B
Masking fluid
C
Paletmes
D
Zware inkt
Slide 9 - Quizvraag
Hoe creëer je een 'nat-in-nat'-effect in aquarel?
A
Door op droog papier te schilderen
B
Door water toe te voegen aan droog papier
C
Door op vochtig papier te schilderen
D
Door heel snel te werken
Slide 10 - Quizvraag
Waarvan wordt Oost-Indische inkt traditioneel gemaakt?
A
Houtskool en water
B
Olie en pigment
C
Lampenroet en gom
D
Kleurenpigmenten
Slide 11 - Quizvraag
Welke combinatie van media wordt vaak gebruikt om contrasterende effecten te creëren?
A
Houtskool en olieverf
B
Aquarel en kleurpotloden
C
Houtskool en Oost-Indische inkt
D
Aquarel en pastel
Slide 12 - Quizvraag
Wat gaan we doen vandaag?
