Preposities herhalen en oefenen



Je hoeft alleen de code in te voeren
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Beroepsopleiding

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les



Je hoeft alleen de code in te voeren

Slide 1 - Tekstslide

preposities

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn preposities? Geef een voorbeeld.

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Werkwoorden met vaste preposities

Slide 6 - Tekstslide

houden ... iets / iemand
A
tegen
B
van
C
aan
D
voor

Slide 7 - Quizvraag

Zich aanpassen .....

A
voor
B
van
C
aan
D
met

Slide 8 - Quizvraag

trots zijn .....
A
tegen
B
op
C
over
D
aan

Slide 9 - Quizvraag

... iets beslissen
A
aan
B
over
C
tegen
D
van

Slide 10 - Quizvraag

... de tekst blijkt dat het waar is.
A
Uit
B
Over
C
Tegen
D
Op

Slide 11 - Quizvraag

genieten ... iets
A
naar
B
aan
C
over
D
van

Slide 12 - Quizvraag

... buiten gaan
A
van
B
over
C
naar
D
om

Slide 13 - Quizvraag

iets zeggen ... iemand
A
tegen
B
bij
C
naar
D
voor

Slide 14 - Quizvraag

denken ... iets
A
tegen
B
in
C
naar
D
aan

Slide 15 - Quizvraag

wachten ... iets
A
bij
B
aan
C
op
D
tegen

Slide 16 - Quizvraag

Zich aanmelden .....
A
voor
B
aan
C
over
D
bij

Slide 17 - Quizvraag

schrikken ... iets
A
aan
B
over
C
tegen
D
van

Slide 18 - Quizvraag

iets ... anderen delen
A
tegen
B
met
C
over
D
bij

Slide 19 - Quizvraag

zich beperken ... iets
A
tot
B
op
C
aan
D
met

Slide 20 - Quizvraag

iets geven ... iemand
A
tegen
B
met
C
aan
D
naar

Slide 21 - Quizvraag

letten ... iets
A
bij
B
aan
C
op
D
tegen

Slide 22 - Quizvraag

geloven ... iets
A
tegen
B
aan
C
bij
D
in

Slide 23 - Quizvraag

iemand helpen ... de afwas
A
om
B
aan
C
over
D
met

Slide 24 - Quizvraag

pas ... het trapje!
A
voor
B
op
C
over
D
naar

Slide 25 - Quizvraag

zichzelf voorstellen ... iemand
A
voor
B
aan
C
tegen
D
naar

Slide 26 - Quizvraag

reageren ... iets
A
op
B
met
C
tegen
D
naar

Slide 27 - Quizvraag

... iets wijzen
A
naar
B
aan
C
uit
D
buiten

Slide 28 - Quizvraag

appels ... peren vergelijken
A
tegen
B
met
C
over
D
van

Slide 29 - Quizvraag

dromen ... iets
- 2 mogelijke preposities -
A
tegen
B
met
C
over
D
van

Slide 30 - Quizvraag

ergens ... rekenen
A
tot
B
op
C
aan
D
met

Slide 31 - Quizvraag

reageren ... iemand / iets
A
tot
B
op
C
aan
D
met

Slide 32 - Quizvraag

iemand ... het station brengen
A
tot
B
naar
C
vanwege
D
voor

Slide 33 - Quizvraag

een brief schrijven ... een instantie
- 2 mogelijke preposities -
A
tegen
B
naar
C
over
D
aan

Slide 34 - Quizvraag

kijken ... tv-series
A
tegen
B
om
C
over
D
naar

Slide 35 - Quizvraag

zoeken ... iets
A
om
B
over
C
tegen
D
naar

Slide 36 - Quizvraag

zich voorbereiden ... iets
A
aan
B
over
C
tegen
D
op

Slide 37 - Quizvraag

wennen ... iets
A
naar
B
aan
C
over
D
met

Slide 38 - Quizvraag

Werkwoorden met vaste preposities
Sommige werkwoorden hebben 2 mogelijke preposities.

Slide 39 - Tekstslide

lachen ... iets
- 2 mogelijke preposities -
A
om
B
aan
C
over
D
tegen

Slide 40 - Quizvraag

beginnen ... iets
- 2 mogelijke preposities -
A
voor
B
van
C
aan
D
met

Slide 41 - Quizvraag

iets vertellen ... iemand
- 2 mogelijke preposities -
A
tegen
B
bij
C
naar
D
aan

Slide 42 - Quizvraag