Huiswerk maken en plannen

Planning
Huiswerk organiseren, plannen van school, werk en stage. Hoe ga je om met veranderende planning?

Na vandaag ben je koning planning en organiseren
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Thema 1MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Planning
Huiswerk organiseren, plannen van school, werk en stage. Hoe ga je om met veranderende planning?

Na vandaag ben je koning planning en organiseren

Slide 1 - Tekstslide

Wat versta je onder planning?

Slide 2 - Woordweb

Planning
structuur aanbrengen ofwel het organiseren van de dingen die je moet doen en die dingen plaatsen in de tijd die je beschikbaar hebt. 
Structuur aanbrengen = taken verdelen
per taak bedenk je hoeveel tijd het kost. Zo maak je een plan. Plannen betekent dat je je plannetje om moet gaan zetten in tijd.

Slide 3 - Tekstslide

Time Management
Het effectief en efficiënt in de tijd plannen en uitvoeren van activiteiten

DUS: doelgericht en doelbewust invullen van je tijd

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht
Maak een lijstje met alle dingen die jij in een week moet doen.
Denk hierbij aan school, je werk, thuis, relatie, eten koken, vrienden, kind, boodschappen, sporten, tijd voor vervoer, administratie, stage. 

Dus: wat doe je allemaal?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht
Zet nu achter al je klusjes van de week het aantal minuten dat je bezig bent met deze klus (of denkt bezig te zijn)

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
Maak dit model van Eisenhower en zet al  je klusjes in een van de vierkanten

Slide 9 - Tekstslide

Maandag
opstaan/ontbijten etc: 7.20-8.20 
vervoer: 8.20-8.50
school: 9-15 
vervoer: 1500-15.45
eten verkleden vervoer: 
werken 1700-2100
vriendin bellen
eten/slapen
Dinsdag
opstaan/ontbijten etc: 7.20-8.20
vervoer: 8.20-8.50
school: 9-12
Rotterdam 13-16
vervoer 16-17
taalblokken 17-18.30
eten/huishouden/slapen
18.30-2200 

Slide 10 - Tekstslide

Zwakke plekken
1. Niet of te laat plannen van je taken of werkzaamheden
2. Te weinig discipline
3. Slecht uit handen geven (delegeren)
4. Assertiviteit of  geen "nee" kunnen zeggen
5. Communicatie
6. Teveel doen wat niet bij jou hoort
7.  Te weinig rust nemen, zodat je stress krijgt
8. Perfectionisme of nonchalance (boeit me niet)
9. Peveel afleidingen tijdens je klusje (mobiele telefoon)

Slide 11 - Tekstslide

Welke onderbrekingen
kan je verzinnen?

Slide 12 - Woordweb

Onderbrekingen
Telefoon - Whatsapp - bellen - Snapchat - Youtube
Onnodig je mail checken
Kletsen met iemand
Roken
TV
Netflix
Studie ontwijkend gedrag

Slide 13 - Tekstslide

TIPS
1. ruim je bureau op: een opgeruimde werkplek zorgt voor rust in je hoofd
2. bereid je voor: spullen bij de hand, als je anderen nodig hebt, plan ze in
3. denk klein: knip opdrachten op in kleine stukjes, tussentijdse deadlines inplannen en uitloopmogelijkheden inplannen
4. focus: als je begonnen bent, maak het af (telefoon wegleggen) en laat je niet afleiden
5. gun jezelf lummeltijd: plan momenten van rust in

Slide 14 - Tekstslide

Planning maken
1. voor een dag, week, maand of jaar
2. er staat in: wie, wat, wanneer en waar op tijdsvolgorde aangevuld met tips, werkwijze, opmerkingen
3. laat ruimte voor uitloop
4. geef kleuren aan hoofd- en bijzaken
5. maak een maandplanning waarin je per week aandachtspunten noteert die je in die week extra aandacht geeft
6. per week een doelstelling formuleren wat je wil bereiken

Slide 15 - Tekstslide

Planning uitvoeren
HOU JE AAN JE PLANNING,
voer je planning uit en evalueer

Slide 16 - Tekstslide

REGELMATIG onderhoud
voer 1 keer per maand een gesprek met een ander (mentor) waarin je je evaluatie terug laat komen.
Neem de tijd om je plan van aanpak te bezien

Slide 17 - Tekstslide

Voordeel van planning
1. overzicht
2. je kunt je werk verdelen in overzichtelijke stukjes zodat je weet wat je per dag moet doen om het af te krijgen
3. je kan de klusjes verdelen onder groepsgenoten
4. je kunt zien of je op schema loopt: ben je op tijd of moet je harder werken
5. je kan de voortgang bespreken (met je groepsgenoten)

Slide 18 - Tekstslide

Nadeel van Planning
planning maken kost tijd
moeilijk om tijd aan een klusje te hangen

Slide 19 - Tekstslide

HOE plan je?
1. schrijf alles op wat je moet doen?
2. bedenk: hoeveel tijd kost elke klus?
3. wat is echt belangrijk en wat kan later? wat hoeft niet?
4. schrijf op in volgorde van tijd (wanneer)?
5. plan uitlooptijd in
6. hou je aan de planning

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
Maak een weekplanning op uurbasis
1. wat doe je allemaal?
2. hoeveel tijd kost het?
3. welke prioriteit hebben deze taken?
4. hoeveel onderbrekingen zitten er in je dag?
Lever in: een ingevulde weekplanning aangevuld met opmerkingen (door jou)

Slide 21 - Tekstslide