Kiezen en kiezen is twee: het leven bestaat uit keuzes maken - Soorten keuzes

Kiezen en kiezen is 2: Soorten?
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstSecundair onderwijs

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Kiezen en kiezen is 2: Soorten?

Slide 1 - Tekstslide

Hoe verloopt de les vandaag?


Ik ga een aantal dingen uitleggen. Ook krijgen jullie vragen die je via LessonUp kunt beantwoorden.
Het wordt een interactieve les!

Slide 2 - Tekstslide

Enkele afspraken

Slide 3 - Tekstslide

Situering leerplan
LPD:
2. In kaart brengen hoe mensen verschillen bij het maken van keuzes (begrijpen).
8. Eigen denkwijzen of inzichten omtrent kiezen en gekozen worden uitdrukken.

149-152-164

Slide 4 - Tekstslide

Kiezen

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Noem een aantal keuzes die je vandaag al hebt gemaakt.

Slide 7 - Open vraag


Welke soorten keuzes kan je onderscheiden?

Slide 8 - Open vraag

Kijkopdracht
                                                                  Wat zie je?
                                                                 
                                                                  Gedachtes, gevoelens bij het                                                                           bekijken van de kortfilm?  
                                                        

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Over welk soort keuze gaat het hier?

Slide 11 - Open vraag

Wat is typisch voor zo'n keuze?

Slide 12 - Open vraag

Een dilemma
Een keuze tussen 2 opties 
waarvan de voor- en nadelen 
aan mekaar gewaagd zijn. 

=> moeilijke keuze!

Slide 13 - Tekstslide

Stond jij al eens voor een dilemma?
Ja
Neen

Slide 14 - Poll

Wat kies je?
EEN 'REWIND'-KNOPJE HEBBEN VOOR JE LEVEN
EEN 'PAUZE'-KNOPJE HEBBEN VOOR JE LEVEN

Slide 15 - Poll

Wat kies je?
Je overgroot-ouders ontmoeten
Je achterklein-kinderen ontmoeten

Slide 16 - Poll

Zou je liever
Zet je per 4 en bespreek enkele dilemma's (Argumenten?).

Slide 17 - Tekstslide

1

Slide 18 - Video

Kijkopdracht


Bekijk de video over een specifiek soort dilemma's.

Beantwoord telkens de vragen.

Slide 19 - Tekstslide

4

Slide 20 - Video

Soorten dilemma's
  •  Persoonlijke 
  •  Morele  (-> je moreel kompas / geweten)
  •  Ethische 
  •  Politieke/maatschappelijke
  • ...


Slide 21 - Tekstslide

00:32
Wat ga je doen?
Hendel overhalen => 1 dode
Hendel niet overhalen => 5 doden

Slide 22 - Poll

01:20
Wat zou jij doen?
de zwaardere man duwen
de zwaardere man niet duwen

Slide 23 - Poll

02:08
Waarom reageren we zo verschillend in de twee scenario's?

Slide 24 - Open vraag

03:19
Morele keuzes
Het gaat om het onderscheid tussen goed en slecht.   
                   ->  Wat is in een bepaalde situatie goed en wat is slecht? 

Het menselijk brein kent twee systemen die ook bij moreel redeneren van invloed zijn: 




=> Welk systeem haalt de bovenhand bij jou? Wanneer?
       cfr.  Onderwerp keuze:
->  persoonlijk (mens over boord duwen) of niet- persoonlijk (houden van gevonden geld)?
 

 1) Het intuïtieve systeem
     = snelwerkend + baseert zich doorgaans op ingevingen en emotie

2) Het rationele systeem
    = langzamer +baseert zich op goed nadenken 

Slide 25 - Tekstslide

00:43
Wat zou jij doen als dit je zou overkomen?
A
Het geld teruggeven aan de bank
B
Het geld zelf houden

Slide 26 - Quizvraag

Einde van deze les :-) 

Slide 27 - Tekstslide

Wat zou je na deze les moeten kunnen of weten?

  • Je kan een voorbeeld van een keuze geven en/of bespreken.
  • Je kan quotes, afbeeldingen, uitspraken, verhalen... i.v.m. keuzes maken bespreken/analyseren.
  • Je kan toelichten dat het leven bestaat uit keuzes maken.
  • Je bent bereid na te denken over je  eigen keuzeproces en dat van anderen.
  • Je beseft dat keuzes steeds gevolgen hebben, in mindere of meerdere mate, voor jezelf en/of voor anderen of het andere dan jezelf.
  • Je weet dat er verschillende aspecten een invloed hebben op de keuzes die we maken. (vb. groep, middelen, ervaringen....)
  • Je weet wat bewuste en onbewuste keuzes zijn en kan hiervan een voorbeeld geven, herkennen en/ of bespreken.
  • Je beseft dat een bewuste keuze niet per definitie goede keuzes zijn.
  • Je kan uitleggen wat een (persoonlijk/moreel/ethisch/maatschappelijk/...) dilemma is of er één kunnen herkennen.
  • Je beseft dat mensen verschillen in de keuzes die ze maken.
  • Je hebt een respectvolle houding t.o.v. andere meningen en kan je eigen mening op een respectvolle wijze delen met anderen.

Slide 28 - Tekstslide