M2C H1 Test je kennis
1 / 18
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Vanuit de Republiek
Vanuit Azië
Vanuit Zuid-Europa
Vanuit Noord-Europa / Scandinavië
Boter
Melk
Kaas
Specerijen
Hout
Olijfolie
Wijn
Zijde
Graan
Slide 2 - Sleepvraag
Waarom werden de eerste compagnieën opgericht?
A
Minder risico
B
Hogere prijzen
C
Meer mee kunnen nemen
D
Minder bemanning nodig
Slide 3 - Quizvraag
Waarom werden de VOC en WIC opgericht?
A
Minder kosten
B
Minder bemanning nodig
C
Minder concurrentie
D
Meer kunnen vervoeren
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een stapelmarkt?
A
Een markt met veel producten
B
Een handelsplaats
C
Een plek waar spullen worden opgeslagen
D
Een plek waar spullen worden opgeslagen om verder verhandeld te worden
Slide 5 - Quizvraag
Hoe was Amsterdam Antwerpen te slim af?
A
Door roddels te verspreiden
B
Door de oorlog te winnen
C
Door de rivier af te sluiten
D
Door de stad te belegeren
Slide 6 - Quizvraag
Op welke manier veranderden de steden in de Republiek in de 17e eeuw?
A
De steden krompen
B
Er kwamen meer armen
C
De grachten werden gedempt
D
Er ontstonden grachtengordels
Slide 7 - Quizvraag
Op welke manier veranderde het land van de Republiek in de 17e eeuw?
A
Er werden gebieden ingepolderd
B
Er kwam grootschalige landbouw
C
De zee verdween
D
Er kwam meer natuur
Slide 8 - Quizvraag
Bij welk land hoorde het gebied van de Republiek eerst?
A
Frankrijk
B
Duitsland
C
Engeland
D
Spanje
Slide 9 - Quizvraag
Wat was er zo speciaal aan de Republiek?
A
Er was een centraal bestuur
B
Er was wereldwijde handel
C
Er was geen koning
D
Er werd aan wetenschap gedaan
Slide 10 - Quizvraag
Staten-Generaal
Gewestelijke staten
Regenten uit de "provincie"
Vertegenwoordigers van de gewestelijke staten
Over belang van het eigen gewest
Over geld, leger en buitenlandse politiek
Slide 11 - Sleepvraag
Raadspensionaris
Stadhouder
Geld
Leger
Voorzitter Staten-Generaal
Familie Van Oranje
Slide 12 - Sleepvraag
Wat is tolerantie?
A
De maatschappij
B
Anderen accepteren
C
Politiek
D
Niet toestaan
Slide 13 - Quizvraag
Waardoor bloeide de wetenschap in de Republiek op?
A
Doordat de overheid geld gaf
B
Doordat er veel wetenschappers uit andere landen vluchtten
C
Doordat er slimme mensen waren
D
Doordat de Republiek alleen aan wetenschap mocht doen
Slide 14 - Quizvraag
Wanneer is iemand een slaaf?
A
Als iemand voor iemand anders werkt
B
Als iemand weinig betaald krijgt
C
Als iemand slecht behandeld wordt
D
Als iemand eigendom van iemand anders is
Slide 15 - Quizvraag
Waarom wilden de slavenhandelaren en slavenhouders de slavernij houden?
A
Ze verdienden aan de slavernij
B
Ze waren lui
C
De slaven werkten hard
D
Ze vonden het leuk
Slide 16 - Quizvraag
Waar werkten de meeste slaven?
A
Plantages
B
Fabrieken
C
Schepen
D
De bouw
