Woordenschat blok 4
1 / 22
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
timer
0:30
Welke woorden heb je onthouden?
Slide 5 - Woordweb
Slide 6 - Tekstslide
Wat zag je op het plaatje? schrijf het antwoord op met lidwoord
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Wat behandelt de kno-arts?
A
knie, neus en oren
B
Keel, neus en oren
C
Keel, nier en oren
D
knie, nier en ogen
Slide 9 - Quizvraag
Betekenis: Leraar voor mensen die problemen hebben met praten.
A
de gebarentolk
B
de orthodontist
C
de logopedist
D
de audicien
Slide 10 - Quizvraag
Iemand een oor aannaaien
Met een halve oor luisteren
Met rode oortjes
Met je oren te staan klapperen
verbaasd over wat je hoort
Iemand iets wijsmaken
Slecht luisteren
heel nieuwsgierig en ingespannen
Slide 11 - Sleepvraag
wat is het nieuwe woord voor liplezen?
A
lipschrijven
B
spraaklezen
C
lipzien
D
spraakzien
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
wat betekent iets in de doofpot willen stoppen?
A
iets koken
B
Het stoppen met koken
C
gebarenschrift voor doven
D
iets geheim willen houden
Slide 14 - Quizvraag
Betekenis: Apparaatje dat met een operatie in het lichaam wordt aangebracht. (met lidwoord)
Slide 15 - Open vraag
wat is de betekenis van het woord:
de akoestiek
de akoestiek
A
hoe geluid in een ruimte klinkt
B
gebaren waarmee de letters worden uitgebeeld
C
een soort tekening waarop je kan je zien wat iemand hoor
D
alles leren na een ongeluk of ziekte
Slide 16 - Quizvraag
A
de gehoorbeschermer
B
de koptelefoon
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Welke woord moet er ingevuld worden op de stippenlijn?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Welke woorden/betekenissen heb jij
geleerd?
geleerd?
Slide 21 - Woordweb
Hoe vond jij de woordenschat les?
😒🙁😐🙂😃
