11.5 ATP + 11.6 dissimilatie

11.5 ATP
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

11.5 ATP

Slide 1 - Tekstslide

11.5 leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe ATP wordt gebruikt.
Je kunt uitleggen hoe ATP wordt gemaakt.

Slide 2 - Tekstslide

opdracht
Lees 11.5 door en schrijf de reactievergelijking op van de vorming van een molecuul ATP.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

ATP

Slide 5 - Tekstslide

2

Slide 6 - Video

00:24
Hoe heet het assimilatie proces die plaatsvindt in de chloroplasten? (ook wel koolstofassimilatie genoemd)

Slide 7 - Open vraag

04:58
Maak een (moeilijke) toetsvraag over deze video.

Slide 8 - Open vraag

11.6 leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de aerobe dissimilatie van glucose werkt.
  • Je kunt uitleggen hoe de anaerobe dissimilatie van glucose werkt.
  • Je kunt voorbeelden noemen van de verschillende vormen van anaerobe dissimilatie.
  • Je kunt uitleggen hoe vetten en eiwitten worden gedissimileerd.

Slide 9 - Tekstslide

11.6.1 aerobe dissimilatie
Dissimilatie met zuurstof,
ook wel 'verbranding' genoemd.

Bij dit proces komen warmte, energie (ATP), H2O en CO2 vrij.

Glucose is de favoriete brandstof van cellen.

Slide 10 - Tekstslide

stap 1 - glycolyse
  • Glucose wordt doormidden gesplitst in 2 moleculen pyrodruivenzuur (in stapjes, bij ieder stapje een enzym)
  • In het cytoplasma, net buiten de mitochondrien.
  • Hierbij komt genoeg energie vrij om 2 moleculen ATP te vormen.

Slide 11 - Tekstslide

stap 2 - krebs cyclus
  • ook wel de citroenzuurcyclus genoemd
  • de twee moleculen pyrodruivenzuur worden verder afgebroken
  • hierbij onstaat energierijke electronen die in stap 3 weer gebruikt worden, en moleculen CO2

Slide 12 - Tekstslide

stap 3 - oxidatieve fosforylering 
  • De 'electronen transport keten'.
  • De energierijke electronen worden gebruikt om actief H+ ionen naar binnen te brengen, er onstaat een concentratieverschil.
  • Daarna wordt er in het membraan een poortje open gezet waardoor de H+ ionen naar buiten stromen.
  • Dit levert de energie op om van ADP weer ATP moleculen te maken.
  • Er ontstaan ook moleculen H2O


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

aan de slag
1. Maak een mindmap van 11.5 en 11.6
2. Lees 11.6 helemaal door.
3. Maak een begrippenlijst van 11.5 en 11.6

Slide 16 - Tekstslide

Schrijf de reactievergelijking op van aerobe dissimilatie (ook het aantal ATP).

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Video

11.6.2 anaerobe dissimilatie
Ook zonder zuurstof kun je dissimileren = anaerobe dissimilatie

We bespreken:
  • alcoholgisting van glucose
  • melkzuurgisting van glucose
  • melkzuurgisting van andere soorten suikers (zoals lactose)

Slide 19 - Tekstslide

alcoholgisting

Slide 20 - Tekstslide

alcoholische drank maken
  • wijn - gist op druiven zelf, suiker uit de druif
  • bier - gist toevoegen en suikers uit de mout (ontkiemd en daarna gedroogd graan)
  • sterke drank - bij 10-12% gaan gisten dood door de alcohol, door het te destilleren (water laten verdampen) blijft meer alcohol over.

Slide 21 - Tekstslide

melkzuurgisting

Slide 22 - Tekstslide

energie in spiercellen

Slide 23 - Tekstslide

0

Slide 24 - Video

dissimilatie vet
Levert ruim 2x zoveel energie op als dissimilatie glucosemolecuul, maar...

1. enzym splist verzuurketens van glycerol
2. vetzuurketens worden geknipt in kleine stukjes (20-30 per keten)
3. ieder 'stukje' ondergaat, net als pyrodruivenzuur van de glucose, de krebcyclus en oxiditatieve fosforylering (stap 2 en 3)

Slide 25 - Tekstslide

Leg uit waarom 1 molecuul vet 'maar' iets meer dan 2x zoveel ATP oplevert dan 1 molecuul glucose?

Slide 26 - Open vraag

dissimilatie eiwit
  • als je de aminogroep afsplitst hou je een soort pyrodruivenzuur over (dus kun je daarmee stap 2 en 3 van dissimilatie doen)
  • we kunnen eiwitten niet opslaan dus zullen we ze niet snel als brandstof gaan gebruiken
  • alleen in noodgevallen (je bent door je koolhydraten en vetten heen)


Bepaalde bacterien gebruiken eiwitten wel als brandstof
  • rottingsbacterien zetten de aminogroep om in ammoniakgas (NH3) en de rest dissimileren ze tot ATP
  • of ze produceren methaangas (CH4) of zwavelwaterstofgas (H2S)



Slide 27 - Tekstslide

Waarom doen organismen zoals bacteriën en gisten aan anaerobe dissimilatie en niet aan aerobe dissimilatie?

Slide 28 - Open vraag

aan de slag
1. Maak een mindmap van 11.5 en 11.6
2. Maak de toetsvragen over 1.6
3. Maak een begrippenlijst van 11.5 en 11.6

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

toets analyseren
Hoeveel % heb je gescoord op de meerkeuze vragen? (maximaal 16 punten)
Hoeveel % heb je gescoord op de open vragen? (21 punten)
Welke onderwerpen gaan nog niet goed?
Hoeveel % heb je gescoord op R vragen?
Hoeveel % heb je gescoord op T1 vragen?
Hoeveel % heb je gescoord op T2 vragen?
Hoeveel % heb je gescoord op I vragen?
Hoeveel uur heb je besteed aan de voorbereiding?
Op welke manier (zo precies mogelijk beschrijven) heb jij je voorbereid?
Welk cijfer zou jij jezelf geven voor je houding in de lessen?
Welk cijfer zou jij jezelf geven voor je voorbereiding op de toets?

Slide 31 - Tekstslide

Hoeveel % heb je gescoord op de MC vragen? (maximaal 16 punten)

Slide 32 - Open vraag

Hoeveel % heb je gescoord op de (overige) open vragen? (maximaal 21 pnt)

Slide 33 - Open vraag

Welke onderwerpen gaan nog niet goed?

Slide 34 - Open vraag

Hoeveel uur heb je besteed aan de voorbereiding?

Slide 35 - Open vraag

Op welke manier (zo precies mogelijk beschrijven) heb jij je voorbereid?

Slide 36 - Open vraag

Welk cijfer zou jij jezelf geven voor je houding in de lessen?

Slide 37 - Open vraag

Welk cijfer zou jij jezelf geven voor je voorbereiding op de toets?

Slide 38 - Open vraag

Wat ga jij de volgende keer anders doen in de voorbereiding?

Slide 39 - Open vraag