Atoombouw

Energie
Het atoommodel en het periodiek systeem.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Energie
Het atoommodel en het periodiek systeem.

Slide 1 - Tekstslide

ENERGIE

Slide 2 - Woordweb

Materie H3.1
Lesdoelen:
- je kunt de atoombouw van een deeltje volgens Bohr beschrijven.
- Je snapt waarom een element op een bepaalde positie in het periodiek systeem staat.

Slide 3 - Tekstslide

Waar denk je aan bij kernenergie

Slide 4 - Woordweb

Wat wil je nog meer weten van atomen

Slide 5 - Woordweb

Atoombouw
Een atoom bestaat uit:
- elektronen
- protonen
- neutronen

Slide 6 - Tekstslide

periodiek systeem (deel uit)
alle atoomsoorten in een logische tabel. 

Slide 7 - Tekstslide

filmpjes

Slide 8 - Tekstslide

Moleculen



Een molecuul bestaat uit 1 óf meerdere atomen

Slide 9 - Tekstslide

Een atoom is opgebouwd uit moleculen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Uit welke drie deeltjes is een atoom opgebouwd
A
elementen, elekronenbanen en schillen
B
kernen, schillen en elektronen.
C
protonen, neutronen en elektronen
D
kernen met protonen en neutronen

Slide 11 - Quizvraag

Elk element heeft een:
A
Teken
B
Symbool
C
Atoom
D
Molecuul

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Link

De elektrische lading van een proton is
A
+1
B
-1
C
0
D
neutraal

Slide 14 - Quizvraag

De elektrische lading van een neutron is
A
+1
B
-1
C
0
D
onbekend

Slide 15 - Quizvraag

De elektrische lading van een elektron is
A
+1
B
-1
C
0
D
verwaarloosbaar

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Protonen


Neutronen


Elektronen
Plaats                  Massa                  Lading

Slide 18 - Tekstslide

Noteer goed in je schrift.


  • het aantal protonen bepaalt het element & atoomnummer.
  • atoomnummer = aantal protonen (p+)
  • massagetal = aantal p+    +    aantal n0 
  • n0   =  massagetal    -   p+ 
  • Lading atoom = aantal protonen  -   aantal elektronen
p+ = proton
n0 = neutron
e- = elektron

Slide 19 - Tekstslide

Aantal:

protonen

neutronen

elektronen

Slide 20 - Tekstslide

p

n

e
p

n

e

p

n

e
p

n

e

Slide 21 - Tekstslide

Isotopen

Slide 22 - Tekstslide

Isotopen

Slide 23 - Tekstslide

Hoeveel elektronen heeft 4He?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de atoommassa van 4He?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 25 - Quizvraag

Hoeveel elektronen heeft Li?
A
3
B
5
C
8
D
11

Slide 26 - Quizvraag

Hoeveel neutronen heeft Li?
A
3
B
5
C
8
D
11

Slide 27 - Quizvraag

Ionen

Slide 28 - Tekstslide

Ionen

Slide 29 - Tekstslide

Magnesium heeft 12 protonen en 13 neutronen.
Hoeveel elektronen heeft Mg2+
A
10
B
12
C
13
D
14

Slide 30 - Quizvraag

Fluor is nummer 9 en heeft massagetal 19.
Hoeveel elektronen heeft F-
A
8
B
9
C
10
D
19

Slide 31 - Quizvraag

Noem 3 woorden die goed bij de les passen.

Slide 32 - Woordweb