Thema 1 Basisstof 3 Cellen van dieren en planten

Thema 1 Organen en Cellen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 1 Organen en Cellen

Slide 1 - Tekstslide

Nakijken

Opdracht 1 - 2 in je boek
(BLZ 17-18)
en
opdracht 4 t/m 7 in je schrift
(BLZ 19-20)

Slide 2 - Tekstslide

Een groep cellen met dezelfde bouw en dezelfde functie(s) heet een ...

Slide 3 - Open vraag

luchtpijp
dunne darm
hart
dikke darm
lever
longen
maag

Slide 4 - Sleepvraag

Thema 1 Organen en cellen.
Basisstof 3: Cellen van dieren en planten.

1.3.1 Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies.

Slide 5 - Tekstslide

Dierlijke cellen
Een dierlijke cel bestaat voor een groot deel uit cytoplasma.
Cytoplasma is een stroperige vloeistof van water en opgeloste stoffen. 

Om het cytoplasma ligt een dun vlies dit is het celmembraan.

in het cytoplasma ligt de celkern deze regelt alles in de cel. Om de celkern zit ook een dun vlies namelijk het kernmembraan.

Slide 6 - Tekstslide

plantaardige cellen
De plantencel heeft ook cytoplasma, celmembraan, celkern en een kernmembraan. 

Om de plantencel ligt ook een celwand. Deze geeft stevigheid aan de cel.
De kenmerken zijn:
• De celwand wordt gemaakt door het cytoplasma van een plantencel.
• De celwand zorgt voor stevigheid.
• De celwand is tussencelstof. Het is dus geen onderdeel van de cel.

Slide 7 - Tekstslide

plantaardige cellen

Plantencellen hebben in hun cytoplasma ook vacuolen.  Dit zijn blaasjes gevuld met vocht. 

Jonge plantencellen hebben meerdere vacuolen. Als de plantencellen ouder worden dan vloeien de kleine vacuole samen tot 1 grote. 

Slide 8 - Tekstslide

Korrels kunnen overgaan naar een andere type

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk

Opdracht 1 - 2 in je boek
(BLZ 23)
en
opdracht 4 t/m 7 in je schrift
(BLZ 24-25)

Slide 10 - Tekstslide

In welk deel bevinden zich de chromosomen?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 11 - Quizvraag

Hoe heet het deel dat is aangegeven met nummer 2?
A
celmembraan
B
celwand
C
kernmembraan
D
kernwand

Slide 12 - Quizvraag

In de dunne darm wordt voedsel verteerd. Van de inhoud van de dunne darm is een microscopisch preparaat gemaakt. In de afbeelding zijn enkele cellen uit dit preparaat getekend bij een vergroting van 400×.

Is cel P een plantaardige cel of een dierlijke cel?
A
plantaardig
B
dierlijk

Slide 13 - Quizvraag