iedereen met een inkomen moet daarvan een deel afstaan voor mensen zonder inkomen of met een laag inkomen
Bijvoorbeeld
Stelsel van sociale zekerheid
inkomenssteun (bijvoorbeeld huur- en zorgtoeslag)
Slide 5 - Tekstslide
Lorenzcurve:
B -> voor belasting
A -> na belasting
A-> inkomen is beter verdeeld (verschillen zijn kleiner geworden= nivellering)
Slide 6 - Tekstslide
Nivellering:
In verhouding wordt het verschil in inkomens kleiner
Denivellering:
De verschillen in inkomens worden groter
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Na deze dia volgen 4 dia's achter elkaar over nivelleren:
Het begint met bruto-inkomens Daar gaan belastingen (en premies) af (bij "rijkeren" meer) Er komen misschien subsidies of toeslagen voor "armeren" bij Gevolg: Nettoinkomens komen dichter bij elkaar. Dus Inkomensverschillen worden kleiner
Slide 9 - Tekstslide
Lage inkomens ----> Hoge inkomens
Slide 10 - Tekstslide
6.4 Is het eerlijk verdeeld? (deel 2)
Lage inkomens ----> Hoge inkomens
Belasting
Inkomen
Slide 11 - Tekstslide
6.4 Is het eerlijk verdeeld? (deel 2)
Lage inkomens ----> Hoge inkomens
Belasting
Subsidie
Inkomen
Slide 12 - Tekstslide
Voorbeeld nivellering
Brutoloon
Loonheffing
Nettoloon
Moniek
€ 1.000
€ 250
€ 750
Dagmar
€ 2.500
€ 1.000
€ 1.500
Verhouding
-> x 2,5 ->
-> x 2 ->
Slide 13 - Tekstslide
Profijtbeginsel:
Je betaalt voor goederen en diensten die de overheid levert.
Dus je hebt er alleen "profijt van" als je er voor betaalt.
Slide 14 - Tekstslide
Profijtbeginsel:
Je betaald voor goederen en diensten die de overheid levert
motorrijtuigenbelasting
houderschapsbelasting: je betaalt voor het bezit van de auto