5.4 Remmen en botsen

§ 5.4 Remmen en botsen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§ 5.4 Remmen en botsen

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Herhaling § 5.3
  • Uitleg § 5.4

Slide 2 - Tekstslide

Hoe noem je een beweging waarvan de snelheid niet verandert?
A
Een versnelde beweging
B
Een constante beweging
C
Een eenparige beweging
D
Een vertraagde beweging

Slide 3 - Quizvraag

Sharon stapt op de fiets en rijdt weg. Hoe noem je het eerste deel van haar beweging?
A
Een vertraagde beweging
B
Een eenparige beweging
C
Een constante beweging
D
Een versnelde beweging

Slide 4 - Quizvraag

Je zit in de achtbaan en bent aan het einde van rit gekomen. De snelheid neemt af. Hoe noem je dit deel van de beweging?
A
Een eenparige beweging
B
Een remmende beweging
C
Een constant afnemende beweging
D
Een vertraagde beweging

Slide 5 - Quizvraag

Je ziet hiernaast een stroboscopische
foto. Wat voor soort beweging maakt
de bal op deze foto.
A
Een versnelde beweging
B
Een eenparige beweging
C
Een vertraagde beweging
D
Een constante beweging

Slide 6 - Quizvraag

Je ziet hiernaast een stroboscopische
foto. Waar is de snelheid van de bal
het grootst?
A
Waar de bal wordt losgelaten, want daar is de afstand tussen de ballen op de foto het grootst in dezelfde tijd
B
Helemaal bovenin, want daar is de afstand tussen de ballen op de foto het kleinst in dezelfde tijd
C
De afstand tussen de ballen op de foto neemt af, maar de tijd tussen de foto's ook, dus is de snelheid overal gelijk
D
Daar kun je aan de hand van deze foto niets over zeggen

Slide 7 - Quizvraag

Hiernaast zie je een diagram.
Wat voor soort diagram is dit?
A
Een plaats,tijd-diagram van een versnelde beweging
B
Een plaats,tijd-diagram van een eenparige beweging
C
Een snelheid,tijd-diagram van een eenparige beweging
D
Een snelheid,tijd-diagram van een versnelde beweging

Slide 8 - Quizvraag

Hiernaast zie je een diagram.
Wat voor soort diagram is dit?
A
Een snelheid,tijd-diagram van een eenparige beweging
B
Een snelheid,tijd-diagram van een versnelde beweging
C
Een plaats,tijd-diagram van een constante beweging
D
Een plaats,tijd-diagram van een versnelde beweging

Slide 9 - Quizvraag

Je ziet hiernaast een plaats,tijd-diagram
van een eenparige beweging. Wat is de
gemiddelde snelheid van het voertuig
waar deze grafiek over gaat?
A
50 m/s
B
5 m/s
C
50 km/h
D
5 km/h

Slide 10 - Quizvraag

Je ziet hiernaast een snelheid,tijd-diagram
van een eenparige beweging.
Welke afstand heeft het voertuig waar het
hier over gaat afgelegd in 10 seconden?
A
50 m
B
5 m
C
50 km
D
5 km

Slide 11 - Quizvraag

eenparige beweging
versnelde beweging
vertraagde beweging

Slide 12 - Sleepvraag

eenparige beweging
versnelde beweging
vertraagde beweging

Slide 13 - Sleepvraag

Leerdoelen § 5.4 remmen en botsen
5.4.1 Je kunt uitleggen wat de remweg is en waarvan de remweg afhangt.
5.4.2 Je kunt aan de hand van een grafiek uitleggen wat het verband is tussen de beginsnelheid en de remweg.
5.4.3 Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met de reactietijd en de reactie-afstand.
5.4.4 Je kunt de stopafstand van een auto berekenen.
5.4.5 Je kunt benoemen welke veiligheidsvoorzieningen in een auto zijn aangebracht. (EXTRA)

Slide 14 - Tekstslide

Soms moet je snel stoppen. 
Dan gebeuren er met de snelheid twee dingen.
  1. Je ziet dat je plotseling moet gaan remmen, maar remt nog niet. Je moet eerst reageren
    --> je snelheid blijft dan nog even gelijk

  2. Je bent aan het remmen tot je stilstaat
    --> je snelheid neemt af

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

De reactieafstand en de remweg samen noem je de stopafstand.

REACTIEAFSTAND + REMWEG  =  STOPAFSTAND

Slide 21 - Tekstslide

Tijdens het reageren (tijd) leg je nog afstand af: de reactieafstand
De reactieafstand wordt groter door:

  • Afleiding tijdens rijden
  • Vermoeidheid
  • Alcohol
  • Drugs
  • Medicijnen
  • Grotere snelheid

Slide 22 - Tekstslide

Remweg
De remweg wordt groter door:
  • grotere beginsnelheid
  • grotere massa
  • slecht of glad wegdek
  • slechte remmen
  • gladde banden

Slide 23 - Tekstslide

Remweg en massa

Slide 24 - Tekstslide

Remweg

Slide 25 - Tekstslide

In een v,t-diagram ziet dat er zo uit.

Slide 26 - Tekstslide

Verband tussen remweg en beginsnelheid
Als de snelheid twee keer zo groot wordt
(van 40 km/h naar 80 km/h),
 wordt de remweg vier keer zo groot
(van 10 m naar 40 m).

Als de beginsnelheid 2 keer zo groot wordt, wordt de remweg 22  keer zo groot.

Als de snelheid n keer zo groot wordt,
wordt de remweg n2 keer zo groot.

Slide 27 - Tekstslide

Aan het werk

- Maken § 5.4 vraag 1 t/m 9 
Klaar? Test jezelf maken 
12 juni toets H5
Rekenmachine, geodriehoek 

Slide 28 - Tekstslide