Hoofdstuk 2: Schoonmaak en onderhoud les 1

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3,4

hoofdstuk 2: 

Schoonmaak en onderhoud

Verwachtingen:

- Telefoon in de telefoontas

- Jas en tas ophangen

- Laptop en boek bij je

- Wanneer je iets wilt zeggen steek je, je vinger op

Doelstellingen:

- Aan het einde van de les weet je wat een schoonmaakplan is en waarom het handig is om te weten hoe je er een maakt, vooral thuis of in de toekomst op de werkplek.

- Aan het einde van de les weet je welke schoonmaakklussen dagelijks, wekelijks en minder vaak moeten worden uitgevoerd, zodat je ruimtes netjes en hygiënisch kunt houden.

Doelstellingen:

- Aan het einde van de les weet je hoe je dingen in de juiste volgorde schoonmaakt.

- Aan het einde van de les weet je hoe je verschillende soorten vuil kunt herkennen, zoals vlekken, stof en vuil, en hoe je ze het beste kunt verwijderen.

schoonmaak, reinigen en onderhoud

Wie?

Waarom?

Hoe vaak?

Ruimte?

Schoonmaakmiddelen?

Waarom maken we schoon?

Een schone omgeving …  

… zorgt ervoor dat wij ons goed voelen.  

 

          … zorgt ervoor dat mensen een goede indruk krijgen.  

 

… zorgt ervoor dat de ruimte hygiënisch is.  

 

… zorgt ervoor dat materialen langer mee gaan.  

Proffesioneel schoonmaken:

schoonmaak en onderhoud

Wat is een schoonmaakplan?

1. Met een schoonmaakplan kun je voorkomen dat taken blijven liggen.
2. Daarin staat wat er schoongemaakt moet worden.
3. Daarin staat door wie en hoe iets schoongemaakt moet worden;
4. Daarin staat hoe vaak er schoongemaakt moet worden.

alle antwoorden zijn juist.

schoonmaak en onderhoud

Schoonmaakplan

= een goede planning waardoor je efficiënt (doelgericht) gaat werken.

In een schoonmaakplan staan de volgende onderdelen:

• Wat je moet schoonmaken.
• Wanneer je moet schoonmaken.
• Hoe je moet schoonmaken.
• Wie er moet schoonmaken.

Hoe vaak worden de deuren schoon gemaakt?

1. Dagelijks
2. Wekelijks
3. 4x per week
4. 4x per jaar

Hoe vaak moeten de vloeren worden schoon gemaakt?

1. Dagelijks
2. Wekelijks
3. 1x per week
4. 4x per jaar

Werkzaamheden:

schoonmaak en onderhoud

Dagelijks

Periodiek

Specifiek

Wat is een dagelijkse werkzaamheid die je moet verrichten?

1. Afwassen
2. Ramen zemen
3. Vloerkleed reinigen
4. Geen van allen

Wat is een voorbeeld van een wekelijkse werkzaamheid?

1. banken
2. kozijnen
3. Deuren
4. Boven de kleding kasten

Wat is een voorbeeld van een periodieke werkzaamheid?

1. Keukenblok
2. Vloerkleed reinigen
3. Keukenkasten
4. Vloeren

schoonmaak en onderhoud

Werkvolgorde

Werk van:

• Van schoon naar vuil,
• Van hoog naar laag.
• Van droog naar nat

Werkvolgorde  

 

                                                         1. Werk van boven naar beneden.

                                                         - Eerst boven op de kastjes.

                                                                   - Als laatste de vloer stofzuigen.

Je houdt bij het schoonmaken een vaste werkvolgorde aan.  

1. Werk van boven naar beneden.  

- Eerst boven op de kastjes. 

 -  Als laatste de vloer stofzuigen.

Werkvolgorde

                                                                                    2. Werk van schoon naar vies.  

                                                                        - Eerst de wastafel.

                                                                               - Als laatste het toilet. 

Je houdt bij het schoonmaken een vaste werkvolgorde aan.  

 Je houdt bij het schoonmaken een vaste werkvolgorde aan.   

Werk van schoon naar vies.   

                                                                          Eerst de wastafel. 

                                                                                  Als laatste het toilet.  

Werkvolgorde

                                                                       3. Werk van droog naar nat.  

                                                                                  - Eerst het losse vuil stofzuigen. 

                                                           -  Als laatste dweilen.

Je houdt bij het schoonmaken een vaste werkvolgorde aan.  

3. Werk van droog naar nat.  

Eerst het losse vuil stofzuigen.  

Als laatste dweilen. 

Schoonmaakregels

• Eerst opruimen, ruimte goed bekijken 
• Werk van schoon naar vuil
• Maak eerst droog schoon, daarna nat
• Werk van boven naar beneden
• Maak een nieuw sopje bij het schoonmaken van de keuken en bij de badkamer en het toilet
• Vuil sop? Maak nieuw sop. Sop na gebruik meteen weggooien i.v.m. hygiëne 
• Controleer aan het eind de ruimte. Ruim de schoonmaakspullen op.

Dus eerst stof afnemen (droog schoonmaken) en daarna stofzuigen (van boven naar beneden werken). Daarna nat reinigen: de vloer dweilen.

Aandachtspunten:

• Bedenk een vaste route door de ruimte.
  
• Gebruik de juiste schoonmaakmaterialen.
  
• Gebruik de juiste schoonmaakmiddelen.
  
• Werk veilig.
  
• Werk ergonomisch.

Soorten vuil

Zichtbare vuil: is droog vuil , licht gehecht of sterk gehechte vuil.

Onzichtbaar vuil: 

- Micro-organismen. 

- Bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. 

- De meeste micro-organismen zijn niet schadelijk. 

- Sommige micro-organismen kunnen ons ziek maken. 

schoonmaak en onderhoud

schoonmaak en onderhoud

schoonmaak en onderhoud

Vuil

• Droog vuil - zand/hondenharen
   verwijderen (droog): Vegen, stofzuigen, stofwissen, afstoffen 
• Aangekleefd vuil - modder/koffievlekken
   verwijderen (nat): Met sopje. Boenen, schrobben, dweilen
• Onzichtbaar vuil - bacteriën in keuken/op toetsenbord 
   verwijderen (desinfecteren): Eerst reinigen daarna   desinfecteren met speciaal schoonmaakmiddel

Schoonmaakmethoden

Welke materialen worden er klaargezet in het filmpje

Aan de slag!

Maak de volgende opdrachten in het boek: 

Theorieopdracht: blz. 112 (2.3, 2.4, 2.5, 2.6)

Praktijkopdracht: 2.6

 

Check lesdoel:

Aan het einde van de les weet je wat een schoonmaakplan is en waarom het handig is om te weten hoe je er een maakt, vooral thuis of in de toekomst op de werkplek.

- Aan het einde van de les weet je welke schoonmaakklussen dagelijks, wekelijks en minder vaak moeten worden uitgevoerd, zodat je ruimtes netjes en hygiënisch kunt houden.

Check lesdoel:

- Aan het einde van de les weet je hoe je dingen in de juiste volgorde schoonmaakt.

- Aan het einde van de les weet je hoe je verschillende soorten vuil kunt herkennen, zoals vlekken, stof en vuil, en hoe je ze het beste kunt verwijderen.