Schrijf het zo volledig mogelijk op. Kijk ook naar de plaatjes
Klaar? Opdracht 2 vragen
Klaar? Werken aan bs 3
timer
30:00
Slide 2 - Tekstslide
1.3 Ademhalingsstelsel
Slide 3 - Tekstslide
Vandaag
-5 min werken aan werkblad. Check het nogmaals.
- Bespreken onderdelen
- Filmpje longblaasjes
timer
5:00
Slide 4 - Tekstslide
1.3 Ademhalingsstelsel
Ik kan de delen van het ademhalingsstelsel benoemen met hun kenmerken en functies.
+ H2O
+ N2
Leerdoel
Slide 5 - Tekstslide
Ademhalingsstelsel
Slide 6 - Tekstslide
Neusholte en mondholte
De neusholte is bedekt met neusslijmvlies dat wordt gevormd door cellen die slijm produceren.
Voorin de neusholte groeien neusharen die grote stofdeeltjes tegenhouden, kleinere deeltjes, zoals ziekteverwekkers blijven aan het neusslijmvlies plakken.
Trilharen verplaatsen het slijm met de stofdeeltjes naar de keelholte.
Slide 7 - Tekstslide
Door de mond ademen
Boven in de neusholte bevindt zich het reukzintuig. Dat keurt de binnenstromende lucht en waarschuwt je als er stinkende gassen in voorkomen.
Slide 8 - Tekstslide
Door de mond ademen
Boven in de neusholte bevindt zich het reukzintuig. Dat keurt de binnenstromende lucht en waarschuwt je als er stinkende gassen in voorkomen.
Als je door je mond ademt, wordt de binnenstromende lucht minder goed gezuiverd, verwarmd en vochtig gemaakt. Daardoor kan het slijmvlies in de longen beschadigd raken. Ook ruik je dan minder goed.
Slide 9 - Tekstslide
Door de mond ademen
Boven in de neusholte bevindt zich het reukzintuig. Dat keurt de binnenstromende lucht en waarschuwt je als er stinkende gassen in voorkomen.
Als je door je mond ademt, wordt de binnenstromende lucht minder goed gezuiverd, verwarmd en vochtig gemaakt. Daardoor kan het slijmvlies in de longen beschadigd raken. Ook ruik je dan minder goed.
Ademen via de neus is daarom gezonder dan ademen door de mond.
Slide 10 - Tekstslide
Het strotklepje zorgt ervoor dat voedsel niet in je luchtpijp terecht komt.
Keelholte
Slide 11 - Tekstslide
Als je voedsel inslikt, sluit de huig de neusholte af en het strotklepje de luchtpijp.
Keelholte
Slide 12 - Tekstslide
Luchtpijp en longen
De wand van de luchtpijp bevat hoefijzervormige kraakbeenring, waardoor de luchtpijp altijd openstaat.
De wanden van de luchtpijp, bronchien, luchtpijptakjes en longblaasjes zijn bekleed met slijmvlies.
Slide 13 - Tekstslide
De bronchiën is het deel van de ademhalingsstelsel waarin de luchtpijp zich vertakt.
Slide 14 - Tekstslide
Het middenrif is een stevig, gespierd vlies dat de romp verdeeld in de borstholte en de buikholte.
De bronchiën is het deel van de ademhalingsstelsel waarin de luchtpijp zich vertakt.
Slide 15 - Tekstslide
Luchtpijp en longen
Aan het uiteinde van de luchtpijptakjes bevinden zich ‘trosjes’ longblaasjes.
De longblaasjes zijn omgeven door een netwerk van kleine bloedvaatjes: de longhaarvaten.
De wanden van longhaarvaten en longblaasjes zijn erg dun. Daardoor kunnen zuurstof en koolstofdioxide door deze wanden heen.