38.2 - persoonlijk voonaamwoord met nadruk

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H3:  U1 cours d'introduction/ semaine 38

A: Introduction  

E: en ligne : révision au choix : vocabulaire / grammaire

B:   U1 blz 8/9

FOTO : DECATHLON

C:  vlog

D: au cahier : ex 3-7 & grammaire lexicale

weektaak:•Lezen : blz 8 en 9 /  Vlog  U1 : ex 3-7

À faire :  Maken online (en ligne) regarder (ex 1 en 2)

• Maken in boek : oef 4-7

• Leren : apprendre 1 en 2 bladzijde 37

A: introduction

vous avez besoin de : 

- votre livre : libre service

- un cahier pour les notes

-deux stylos  (bleu ou noir et rouge)

-un marqueur

- un dictionnaire FN et NF

-audiophones

-votre ordinateur bien chargé

 

-

Jullie hebben nodig : 

- jullie boek : LS

- een  aantekeningenschrift : liefst  formaat A4 (ivm eindtoets)

- markeerstift 

-woordenboek FN NF  schrijf je naam erin ivm wisseltrucs

-oortjes en je laptop (opgeladen)

klascode h3a : uwwkp

klascode h3b : shdpa

A: introduction

Semaine 36  En classe:

• Vlog  • U1 : ex 3-7

À faire : Lezen : blz 8 en 9

• Maken online (en ligne) regarder (ex 1 en 2)

• Maken in boek : oef 4-7

• Leren : apprendre 1 en 2 bladzijde 37

in de klas werken we deze week (en volgende week ) ook aan de module révision

C: BLZ 8/9  

Bekijk de kaart aandachtig.

Zoek op de kaart la Réunion en la Martinique op. Zoek daarna nog twee Franse overzeese gebieden op. Maak daarna de quiz online.

on lit ensemble!

On regarde le vlog ensemble , vous faites les exercices a la maison

bron: TM Libre Service A H3  

DL Regardons d'abord ensemble ... faites ensuite ex 3

LISONS ensemble : faites des notes!!

comment?? - marqueur & stylo!

faites ensuite : 4-6A

D: persoonlijk voornaamwoord met nadruk

Qui a fait cela?

moi! - ikke!                 nous! - wij!

toi!- jij!                         vous! - jullie!/ U!

lui!- hij!                        eux! - zij (meervoud mnl)

elle! - zij!                    elles! - zij (meervoud vrl)

maak 6. 11b 

werkvorm : tout seul (helemaal alleen)

grammaire lexique

grammaire lexique

GRAMMAIRE : NOTEZ 

Als je NADRUK legt op een pvnw :

WIe heeft dat gedaan? IK! 

Qui a fait cela? MOI!  (niet JE)

Ook na een voorzetsel gebruik je dit rijtje (zie hotspot)

maak nu ex 6b (blz 15)

moi - ik 

toi- jij 

lui- hij

elle- zij 

nous - wij

vous- jullie

vous - u

eux - hen (spreek uit euj)

elles- hen/zij (spreek uit EL)

pvnw met nadruk of na voorzetsel

GRAMMAIRE : NOTEZ 

Persoonlijk voornaamwoorden 

je-ik  / tu-jij/ il-hij / elle-zij

nous-wij / vous-jullie / vous-u / ils-zij  / elles - zij

onderwerp

GRAMMAIRE : NOTEZ 

à deux : vertaal de voorzetsels (mondeling

Tu viens avec moi? - kom je ........... me mee?

Je ne pars pas sans toi - ik vertrek niet .................. jou!

Un cadeau pour lui / pour elle - Een cadeau ...................hem/haar

C'est ton tour, t'étais devant nous - jij bent aan de beurt je was.............. ons.

notre tente est à côté de vous - onze tent staat.............. u/jullie

Dans la salle de cours, je suis derrière elles/ eux - in de klas zit ik ...........hen

moi - ik 

toi- jij 

lui- hij

elle- zij 

nous - wij

vous- jullie

vous - u

eux - hen (spreek uit euj)

elles- hen/zij (spreek uit EL)

pvnw met nadruk of na voorzetsel

GRAMMAIRE : NOTEZ 

à deux : vertaal de voorzetsels (mondeling

Tu viens avec moi? - kom je met me mee?

Je ne pars pas sans toi - ik vertrek niet zonder jou!

Un cadeau pour lui / pour elle - Een cadeau voor hem/haar

C'est ton tour, t'étais devant nous - jij bent aan de beurt je was voor ons.

notre tente est à côté de vous - onze tent staat naast u/jullie

Dans la salle de cours, je suis derrière elles/ eux - in de klas zit ik achter hen

moi - ik 

toi- jij 

lui- hij

elle- zij 

nous - wij

vous- jullie

vous - u

eux - hen (spreek uit euj)

elles- hen/zij (spreek uit EL)

pvnw met nadruk of na voorzetsel

............. je mange une tartine (ik)

c'est ............, la fille à côté de la fenêtre

C'est ..................(hij)., le meilleur ami de Sam

E: module révision 

Vocabulaire thématique

Ga naar de online -omgeving en start bij MODULE RÉVISION 

Neem de woorden (vocabulaire) blokje 1 tm 5 (klik op plaatje) aandachtig door/ herhaal. Maak vervolgens de eerste oefening van module 1 révision.  

Je mag samenwerken. Je krijgt +/- 10  minuten voor het herhalen en maken van de oefening.

B: module révision grammaire I

Herhaal de werkwoorden uit klas 2. 

Probeer het eerst zonder hulp, is je antwoord fout? Raadpleeg dan pas het overzicht op bladzijde 148-156. 

pour apprendre 1 et 2

- flitskaartjes maken

- woorden opschrijven

-zelf woordenlijsten invoeren