Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
10:00
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
10:00
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind van deze les...
... kun je het aanwijzend, vragend en onbepaald voornaamwoord herkennen en benoemen.
Slide 2 - Tekstslide
Zelf aan de slag
Maak Cursus 5, par. 8, opdr. 1 t/m 5.
Tijdens de instructie ben je stil.
Na de instructie mag je vragen stellen.
Ben je klaar?
1. Huiswerk ander vak afmaken.
2. Lezen in je leesboek.
Slide 3 - Tekstslide
Aanwijzend voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord (aanw. vnw.) wijst iets aan.
Dit zijn de aanwijzende voornaamwoorden: - Die - Dit - Dat - Deze
- Zulk(e)
- Zo'n
- Dezelfde
Slide 4 - Tekstslide
Vragend voornaamwoord
Vragende voornaamwoorden staan meestal aan het begin van een vraag.
Vragende voornaamwoorden: wie, wat, welk(e), wat voor (een)
Slide 5 - Tekstslide
Onbepaaldvoornaamwoord
Onbepaalde voornaamwoorden zijn onder andere:
iets, niets, iemand, niemand, alles, men, wat elk, ieder(een).
Een onbepaald voornaamwoord verwijst naar 'iets vaags'.
Dat kunnen personen of dingen zijn.
Slide 6 - Tekstslide
Onbepaaldvoornaamwoord
In Nederland heb je (= men) mooi pech met die natte zomers. Het regent hier altijd. Maar goed, binnen is het dan knus en er is altijd wel wat (= iets) op televisie.
Het woord je is onbepaald voornaamwoord als het men betekent.
Het woord het is een onbepaald voornaamwoord als het niet naar één of meer andere woorden verwijst, maar tijd, weersomstandigheden of sfeer aangeeft.
Het woord wat is onbepaald voornaamwoord als het iets betekent.
Slide 7 - Tekstslide
Zelf aan de slag
Maak Cursus 5, par. 8, opdr. 1 t/m 5.
Stel vragen als je iets niet begrijpt!
Ben je klaar?
1. Huiswerk ander vak afmaken.
2. Lezen in je leesboek.
3. Leren voor een toets.
Slide 8 - Tekstslide
Lesdoelen: behaald?
- Welke woordsoorten kun je al goed herkennen?
- Met welk woordsoort/welke woordsoorten wil je nog oefenen?