H4.3 Hormonen en puberteit

H4.3 hormonen en puberteit
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H4.3 hormonen en puberteit

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Basisstof 7. 
De hypofyse en de schildklier
De hypofyse: hormoonklier in hersenen

Slide 4 - Tekstslide

Hypofyse

In de puberteit produceert de hypofyse hormonen : FSH en LH.
FSH en LH stimuleren:
- rijping van de eicel en de eisprong
- vorming zaadcellen

Slide 5 - Tekstslide

Vruchtbaarheid jongens

Slide 6 - Tekstslide

Zaadballen
Zaadcellen worden gevormd in
de testes, in de zaadbuisjes.
Deze zijn sterk gekronkeld.
Tussen de zaadbuisjes zitten
de cellen van Leydig, die produ-
ceren testosteron.

Slide 7 - Tekstslide

Zaadproductie
- LH zet cellen van Leydig (zie bron 9 op blz  130) in de zaadballen aan tot testosteron productie. 
- Testosteron en FSH samen stimuleren zaadproductie
- Testosteron stimuleert ook de secundaire geslachtskenmerken

- Testosteron remt FSH  en LH en voorkomt overproductie

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Vruchtbaarheid bij vrouwen
Menstruatiecyclus

Slide 10 - Tekstslide

Baarmoeder en eierstokken
Follikels: Eicel met een aantal omliggende
cellen
Eierstokken: Bevatten de rijpende follikels
Eicel: vrouwelijke geslachtscel
Baarmoederslijmvlies: vormt een 'nestje'
voor de bevruchte eicel 

Slide 11 - Tekstslide

Voortplantingsstelsel vrouw

Slide 12 - Tekstslide

Het baarmoeder-slijmvlies zonder bevruchting
Het baarmoeder-slijmvlies bij bevruchting

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Menstruatiecyclus
  • Verdikking van de baarmoederwand.~29 dagen, ovulatie op de 14e dag, op 28e dag  wordt het baarmoederslijmvlies weer afgebroken en begint de menstruatie
  • Cyclus vindt plaats onder invloed van hormonen
  • Deze hormonen worden in hypofyse én eierstokken zelf gemaakt

Slide 15 - Tekstslide

  1. De cyclus begint met FSH (uit hypofyse). Door FSH gaat follikel in eierstok rijpen.
     
  2. Dit follikel gaat oestrogeen produceren.
     
  3. Oestrogeen remt  FSH zodat er niet meer follikels gaan rijpen. 
1
2
3

Slide 16 - Tekstslide

4.  Na 14 dagen: een hoge concentratie oestrogeen stimuleert juist FSH en LH- afgifte (uit hypofyse).

5. De LH- en FSH-piek zorgt voor de eisprong (ovulatie)  

6. LH stimuleert dat het lege follikel het gele lichaam wordt. 
1
2
3
4
4
5
6

Slide 17 - Tekstslide

7.  Het gele lichaam produceert nu voornamelijk progesteron (en een beetje oestrogeen). Dit samen remt  FSH en LH (geen nieuwe eicel en eisprong) en stimuleert verdikking baarmoederslijmvlies (meer bloedvaten)

 
 
1
2
3
4
4
5
6
7

Slide 18 - Tekstslide

8.  Eicel niet bevrucht? Gele lichaam verschrompelt:  Minder progesteron en oestrogeen: baarmoederslijmvlies wordt afgebroken (menstruatie).
 
FSH wordt niet meer geremd en nieuwe eicel begint met rijpen

 
 
1
2
3
4
4
5
6
7
8
8

Slide 19 - Tekstslide

i. Wordt geproduceerd door gele lichaam

Slide 20 - Tekstslide

i. Wordt geproduceerd door gele lichaam

Slide 21 - Tekstslide

Quiz

Slide 22 - Tekstslide

Vul de ontbrekende woorden in. Kies uit:



a. Terwijl een ____________________________rijpt, wordt het baarmoederslijmvlies steeds dikker.

b. Dan vindt de  _____________________________plaats.

c. Zonder  ____________________________ sterft de eicel af.

d. Dan breekt het  __________________________________ af. 

F. De hele periode van de ene menstruatie tot de volgende menstruatie heet: 
_________________________
_________________________
eicel
ovulatie
bevruchting
baarmoederslijmvlies
menstruatiecyclus


Slide 23 - Sleepvraag

Wanneer is het baarmoederslijmvlies het dikst?
A
Net na de menstruatie
B
Tussen de eisprong en de menstruatie
C
Tijdens de eisprong

Slide 24 - Quizvraag

Welk hormoon stimuleert de groei van het follikel?
A
LH
B
FSH
C
Oestrogeen
D
Progesteron

Slide 25 - Quizvraag

De piek van welke hormonen zorgt voor de eisprong?
A
LH en oestrogeen
B
FSH en LH
C
Progesteron en FSH
D
Progesteron en oestrogeen

Slide 26 - Quizvraag

Het gele lichaam is de lege follikel na de eisprong
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Het follikel produceert oestrogeen, het gele lichaam progesteron en oestrogeen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

De hormonen die het gele lichaam afgeeft remt FSH zodat er meer eicellen gaan rijpen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Oestrogeen en progesteron zorgen voor een dikker baarmoederslijmvlies
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Als de eicel niet bevrucht wordt gaat aan het einde van de cyclus
A
De FSH productie omlaag
B
De FSH productie omhoog

Slide 31 - Quizvraag

Baarmoeder
Eicel
Vagina
Eileider
Eierstok
Baarmoederwand

Slide 32 - Sleepvraag

Gevoelig voor prikkels.
Hier vindt de ontwikkeling van eicellen plaats.
Hier vindt de ontwikkeling van het ongeboren kind plaats.
Hier komt het sperma bij de geslachtsgemeenschap.
Vervoeren van eicellen.
Vormen slijm waardoor de toegang tot de vagina gladder wordt.
Elk orgaan van het vrouwelijke voortplantingsstelsel heeft zijn eigen taak.
Kies bij elke taak het juiste orgaan.
eierstokken
binnenste schaamlippen
baarmoeder
clitoris
eileiders
vagina

Slide 33 - Sleepvraag

Slide 34 - Tekstslide

Aan de slag
H4.3 maken 1 t/m 4

Slide 35 - Tekstslide

Zwangerschap

Slide 36 - Tekstslide


Als een eicel wordt bevrucht, wat zou er gebeuren met:

- Baarmoederslijmvlies: Opgebouwd of afgebroken?
- Gele lichaam: Gestimuleerd of afgebroken?
- Progesteron: Hoge of lage concentratie?
- Oestrogeen: Hoge of lage concentratie?
- LH en FSH: Hoge of lage concentratie?

Slide 37 - Tekstslide

Zwangerschap (hormonaal)
  • De beginnende placenta gaat HCG maken, wat wordt aangetoond met een zwangerschapstest.
  • HCG heeft dezelfde taak als LH: gele lichaam in stand houden en zodoende progesteron en oestrogeen laten produceren, zodat baarmoederslijmvlies niet afgebroken wordt. 
  • Voordeel van de progesteron en oestrogeenproductie: nog steeds remming FSH en LH, dus geen nieuwe eicel gerijpt en geen eisprong.
  • Placenta neemt dit over na 3 maanden

Slide 38 - Tekstslide

6
9
8
12

Slide 39 - Tekstslide

Bevalling
Voor de bevalling: indaling
Bevalling: 

  • 1. Ontsluiting: onder invloed van hypofysehormoon oxytocine trekken spieren baarmoeder samen: ontsluitingsweeën
  • 2. Uitdrijving (persweeën), bij 10 cm ontsluiting baarmoedermond mag moeder mee persen
  • 3. Nageboorte: door naweeën komen placenta en resten vruchtvliezen naar buiten

Slide 40 - Tekstslide

Bevalling

Slide 41 - Tekstslide

IVF
IVF (In Vitro Fertilisatie)
- Stimulering follikelrijping
- Aanprikken follikels
- Bevruchting
- Plaatsing in baarmoeder

Slide 42 - Tekstslide

IVF
In 
Vitro Fertilisatie

Slide 43 - Tekstslide

IVF
ICSI

Slide 44 - Tekstslide

Aan de slag:
Maken opdr. 6 t/m 13

Slide 45 - Tekstslide